Toets matrijs participatie en netwerken – ASW-V2NETW18
Onderdeel 1: Groepsdynamica
Vraag 1: De student kan benoemen wat een groep is en hoe een groep zich ontwikkelt aan de hand van de
theorie van Tuckman, Johnson e.a.. De student kan verklaren hoe een groep zich ontwikkelt aan de hand
van de casus. De student kan verklaren in welke fase een groep zich bevindt aan de hand van de casus.
Een mens is een sociaal wezen. Kijk maar eens naar jezelf: net als ieder mens ben jij lid van
verschillende groepen. Je leert, werkt, sport en ontspant met andere mensen samen, als onderdeel
van verschillende groepen.
Groepsdynamica gaat over het leven en werken in groepen, binnen de groepen doen
wetenschappers onderzoek naar;
- De aard van groepen
- Het gedrag in groepen
- De ontwikkeling van groepen
- De onderlinge relaties tussen groepen en individuen en grotere instituties
Kennis van de groepsdynamica kan ons helpen inzicht te krijgen in hoe groepen werken en
aanknopingspunten bieden om effectieve groepen te creëren.
1.2 Wat is een groep?
Hieronder worden de zeven meest gebruikte definities van de term ‘groep’ besproken, die het
accent steeds op een aspect van een groep leggen.
1. Doel; een groep is een verzameling mensen die gezamenlijk een bepaald doel wil bereiken.
Mensen zoeken aansluiting bij een groep om doelen te bereiken die voor hen afzonderlijk
individu onhaalbaar zijn.
2. Interdependentie; Een groep is een verzameling individuen die op een bepaalde manier van
elkaar afhankelijk is (die onderlinge afhankelijkheid wordt ook wel interdepentie genoemd).
Volgens deze term is er pas sprake van een groep als een bepaalde gebeurtenis niet alleen
individu maar ook de andere individuen beïnvloedt.
3. Interactie; Een groep is een verzameling individuen die directe contacten (interactie) met
elkaar onderhoudt.
4. Perceptie van groepslidmaatschap; Een groep is een sociale eenheid die uit twee of meer
personen bestaat die zichzelf als lid van een groep beschouwen. Een voorbeeld is; de leden
van een ‘gang’, door bijvoorbeeld bepaalde kleding te dragen.
5. Gestructureerde relaties; Een groep is een verzameling individuen van wie de interacties
door een aantal rollen en normen gestructureerd worden. Een voorbeeld is; een voetbalclub
heeft een bestuur, wat bestaat uit verschillende rollen, denk aan voorzitter, bestuursleden etc.
6. Wederzijde beïnvloeding; Een groep is een verzameling individuen die elkaar beïnvloeden.
Denk bijvoorbeeld aan een sportploeg.
7. Motivatie; Een groep is een verzameling individuen die door zich te verenigen bepaalde
persoonlijke behoeften tracht te bevredigen. Denk bijvoorbeeld aan leden van een
studentenvereniging, ze zijn gemotiveerd om lid te zijn.
1
,Volgens Johnson & Johnson veranderen de groep in de loop der tijd. Er bestaan meer dan honderd
verschillende theorieën over de ontwikkeling die groepen doormaken. Het merendeel van deze
theorieën kan in twee categorieën ondergebracht worden, namelijk:
1. Zich-herhalende-fasetheorieën. Deze theorieën richten zich op de vraagstukken die telkens
opnieuw de groepsinteractie (geheel van reacties in een groep) domineren (beheersen).
Robert Freed Bales stelde dat de onderlinge relaties tussen groepsleden alleen kunnen
verbeteren als er een evenwicht bestaat tussen taakgericht werk en gevoelsuitingen. Soms
streeft een groep naar meer solidariteit (de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten) en
zijn de onderlinge relaties belangrijker en aandacht geven, op andere momenten gaat zij
taakgerichter te werk.
Wilfred Bions theorie gaat er van uit dat groepen zich met drie basisthema’s bezighouden:
afhankelijkheid van de leiding, paarvorming onder de groepsleden (emotionele steun),
vechtvluchtreacties op de bedreigingen.
William Schultz was van mening dat de ontwikkeling van een groep door drie vraagstukken
wordt beheerst: affectie; opgenomen worden in de groep en controle.
2. Opeenvolgende-fasetheorieën. Deze theorieën houden zich bezig met de
ontwikkelingsfasen van een groep. Richard Moreland en John Levine beschrijven hoe
groepsleden voorspelbare fasen in hun lidmaatschap doorlopen: de toekomstig lid, nieuw lid,
volledig lid, marginaal lid (niet erg belangrijk), oud lid. In elke fase houden de groepsleden zich
met andere aspecten van het groepsleven bezig.
Een andere bekende theorie is die van Worchel (1992). Zij onderscheiden zes fasen in de
groepsontwikkeling. De eerste fase wordt gekenmerkt door onvrede. De tweede fase bestaat
uit een gebeurtenis die de leden samenbrengt. In de derde fase beginnen de leden zich met
de groep te identificeren. In de vierde fase verlegt de aandacht zich naar de productiviteit van
de groep. In de vijfde fase richt de aandacht zich op de individuele groepsleden die in
onderhandeling zijn met de groep over de wijze waarop de groep meer aan hun persoonlijke
behoeften tegemoet kan komen. In de zesde en laatste fase begint te groep uiteen te vallen.
Johnson & Johnson onderscheiden zeven ontwikkelingsfasen:
1. Definiërende en structureerde procedures: Leden van beginnende groepen vragen zich af
wat er van hen wordt verwacht en wat de groepsleden inhouden.
2. Volgen van de groepsprocedures en de onderlinge kennismaking: De groepsleden elkaar
en de groepsprocedures.
3. Onderkennen van gemeenschappelijke belangen en het opbouwen van vertrouwen: In
deze fase beginnen de groepsleden aan hun wederzijdse afhankelijkheid.
4. Verzet en differentiatie: De relatie tussen groepsleden worden vaak gekenmerkt door een
cyclus van het zoeken naar onafhankelijkheid en op een vriendschappelijke manier met elkaar
omgaan, om zich vervolgens weer als gevolg van conflicten te onderscheiden.
5. Betrokkenheid bij groepsdoelen, groepsprocedures en groepsleden: Tijdens deze fase
wordt de afhankelijkheid van de groepsleider vervangen door een groeiende afhankelijkheid
van de groepsleden en maakt het volgen van de groepsprocedures plaats voor een
persoonlijke betrokkenheid bij de onderlinge samenwerking.
6. Productief functioneren: De identiteit van een groep begint zich meer af te tekenen
naarmate de groepsontwikkeling vordert en de autonomie en de productiviteit van de groep
toenemen.
7. Afsluiting: Het leven van een groep is eindig. De doelen zijn bereikt, het project is afgerond.
2
, Ontwikkeling van Thuckman
Thuckman onderscheidt 5 fasen of stadia in de ontwikkeling van groepen en teams:
1. Forming (het vormen/ontstaan van de groep): Leden nemen een afwachtende houding
aan. Er is nog geen groepsgevoel en de individuele posities en rollen zijn nog niet ingenomen.
2. Storming (de conflict-fase): In deze fase proberen de leden hun positie in de groep in te
nemen. Dit leidt onvermijdelijk tot een strijd wanneer ideeën van de teamleden met elkaar op
gespannen voet staan.
3. Norming (de norm of standaarden-fase): De regels en methodes van samenwerking
worden bepaald. De gemeenschappelijke teamdoelen vastgesteld en gedeeld. De belangrijke
en minder belangrijke rollen zijn gedefinieerd. Er kan een start worden gemaakt met
samenwerking.
4. Performing (prestatie fase): De groep wordt een team. Teamleden vullen elkaar aan. Er
wordt harmonieus gewerkt naar het gemeenschappelijk teamdoel.
5. Adjourning (uit elkaar gaan – de afscheidsfase): Het doel is behaald en het team valt uit
een.
Deze stadia worden niet altijd lineair doorlopen. Met name fase 3 en 4 worden cyclisch doorlopen. In
de beginfasen hebben sociaal-emotionele taken de overhand, in de laatste fasen de taakgerichte
taken.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sach1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.