Deze samenvatting omvat alle in de colleges en werkgroepen behandelde stof, evenals de kern van alle relevante jurisprudentie en parlementaire stukken.
De belangrijkste formele weten zijn de AWR en de AWB, waarbij die laatste
de lex generalis is en die eerste de lex specialis: specifieke regels van de
AWR zetten de AWB opzij en anders geldt gewoon de AWB.
De inspecteur stelt het bedrag vast en maakt het aanslagbiljet.
De ontvanger moet het toezenden en zorgen dat het betaald gaat worden.
Er zijn maar 10 inspecteurs; zij hebben alle bevoegdheden en alle andere
medewerkers van de Belastingdienst staan in mandaatregisters, zodat ze
namens de inspecteur mogen werken.
Aanslag – navorderen
Aangifte – naheffen
Men wordt uitgenodigd tot het doen van aangifte volgens art. 6 AWR.
Vervolgens komen 7 en 8 om de hoek kijken.
Een conserverende aanslag is bij voorbaat al een belastbaar feit. Worden bij
aanslag geheven. Het is a.h.w. een uitstel van betaling.
Een besluit van de inspecteur is een beschikking in de zin van art. 1:3 lid 2
Awb.
Twee methodes van heffing van belastingen:
- Heffing bij wege van aanslag: de inspecteur legt de belastingschuld
vast. Dit gebeurt vaak naar aanleiding van de aangifte die de
belastingplichtige heeft gedaan, maar de inspecteur mag dit ook
zonder aangifte doen (art. 11 lid 2 AWR),
- Voldoening of afdracht op aangifte: de belastingplichtige levert
gegevens aan, draagt op basis daarvan de verschuldigde belasting af
en de inspecteur controleert dit.
o Voldoening op aangifte: degene die het bedrag betaalt is de
belastingplichtige ( bijv. OB of motorrijtuigenbelasting)
o Afdracht op aangifte: belastingplichtige is een ander dan degene
die aangifte doet (bijv. loonbelasting of dividendbelasting)
, Heffing bij wege van aanslag komt steeds minder voor, aangezien de
Belastingdienst door technologische ontwikkelingen en automatische
gegevensuitwisseling meestal al wel over de benodigde gegevens beschikt.
Aanslag
Op basis van art. 11 lid 1 AWR legt de inspecteur de aanslag vast. De reeds
bestaande materiële belastingschuld wordt hiermee geformaliseerd. De
belastingschuld ontstaat aan het einde van het desbetreffende tijdvak en
vloeit voort uit de wet; de aanslag heeft geen invloed op de omvang van de
materiële belastingschuld. Het is niet mogelijk om een verkeerd opgelegde
aanslag te corrigeren door een nieuwe aanslag op te leggen. Navorderen kan
alleen met een navorderingsaanslag, aangezien een aanslag niet zomaar
opnieuw kan worden opgelegd. Het moment van totstandkoming vind je in art.
5 lid 1 AWR.
De inspecteur heeft drie jaar de tijd om een aanslag op te leggen (art. 11 lid 3
AWR), met als aanvang het moment dat de belastingschuld ontstaat. Kleine
onnauwkeurigheden in de tenaamstelling of adressering leiden niet direct tot
nietigheid van de aanslag. Hoofdregel is dat er duidelijk moet zijn aan wie de
aanslag is gericht.
Voorlopige aanslag
Op grond van art. 13 en 14 AWR kan een inspecteur een voorlopige aanslag
opleggen. De materiële belastingschuld wordt hier nog niet meteen omgezet
in een formele belastingschuld, omdat de materiële variant nog niet vaststaat.
Om te voorkomen dat er laten onverwachte verrassingen opduiken, legt de
inspecteur alvast een aanslag op. Deze kan zonder beperkingen aangevuld
worden door een zogenoemde nadere voorlopige aanslag. Hij wordt
vernietigd als er niet tijdig een definitieve aanslag wordt opgelegd.
Hij wordt opgelegd tot het bedrag waarop de definitieve aanslag vermoedelijk
zal worden vastgesteld, met toepassing van de verrekening van voorheffingen
en eerder opgelegde voorlopige aanslagen (art. 15 AWR). Als dit bedrag
hoger of lager uit gaat vallen dan de voorlopige aanslag, kan hij gewoon
aangevuld worden met nadere voorlopige aanslagen.
Corrigerende aanslag
Twee soorten:
- Navorderingsaanslag: bij directe belastingen (art. 16 AWR);aanslagbelasting.
- Naheffingsaanslag: bij indirecte belastingen (art. 20 AWR); aangiftebelasting
Navorderingsaanslag
Als er te weinig of ten onrechte geen belasting is geheven, kan er belasting
worden nagevorderd. Dit mag niet zomaar; een verandering van inzicht bij de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller erasmusfiscaal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.55. You're not tied to anything after your purchase.