100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting sociale wetenschappen, leerjaar 2 periode 1 voeding en diëtetiek $3.23   Add to cart

Summary

Samenvatting sociale wetenschappen, leerjaar 2 periode 1 voeding en diëtetiek

5 reviews
 100 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting sociale wetenschappen, leerjaar 2 periode 1 voeding en diëtetiek. Inclusief lesstof, literatuur, lesopgaven en lesopdrachten. In deze samenvatting vind je alle literatuur die je nodig hebt voor je tentamen periode 1 leerjaar 2 voeding en diëtetiek.

Preview 3 out of 17  pages

  • Unknown
  • October 3, 2018
  • 17
  • 2017/2018
  • Summary

5  reviews

review-writer-avatar

By: dmwolters • 2 year ago

review-writer-avatar

By: chelseavandijk • 1 year ago

review-writer-avatar

By: irishan • 4 year ago

review-writer-avatar

By: marijkereussing • 5 year ago

review-writer-avatar

By: GJVDB • 4 year ago

avatar-seller
Samenvatting sociale wetenschappen

Week 1 / les 1
Hoofdstuk 4 leren en omgeving

Leren: een blijvende verandering in gedrag of mentale processen als gevolg van een bepaalde
ervaring.
Behavioristen denken dat de psychologie alleen een echte wetenschap kan zijn als ze zich beperkt tot
objectevee, waarneembare stmuli en responsen. Mentale processen vallen daar dus buiten. Cognitef
psychologen vinden het behavioristsche gezichtspunt te beperkt en menen dat leren alleen
begrepen kan worden als we bepaalde logische gevolgtrekkingen kunnen maken over verborgen
mentale processen.
Habituate: leren niet te reageren op de herhaalde aanbieding van een stmulus.
Mere exposure-efect: aangeleerde voorkeur voor stmuli waaraan we al eerder zijn blootgesteld.
Stmulus-responsleren: vormen van leren die we kunnen beschrijven in termen van stmuli en
responsene, zoals klassieke en operante conditonering.

Klassieke conditoneeing
Klassieke conditonering is een vorm van stmulus-responsleren waarbij een in eerste instante
neutrale stmulus het vermogen verwerf om dezelfde aangeboren reflex op te roepen als een
andere stmulus die deze reflex oorspronkelijk oproept.
Neutrale stmulus (NS): iedere stmulus die voorafgaand aan de verwervingsfase geen
geconditoneerde respons oproept (geluid van een bel).
Ongeconditoneerde stmulus (USC): de stmulus die een ongeconditoneerde respons oproept
(voedsel).
Ongeconditoneerde respons (UCR): de respons die voorafgaande aan de verwervingsfase wordt
opgeroepen door een ongeconditoneerde stmulus (speekselvorming).
Verwervingsfase: het eerste leerstadium in de klassieke conditonering waarin de geconditoneerde
stmulus steeds vaker de geconditoneerde respons oproept (de NS wordt herhaaldelijk samen met
de UCS aangeboden = contguïteit).
Geconditoneerde stmulus (CS): een oorspronkelijk neutrale stmulus die na een leerproces de
geconditoneerde respons oproept.
Geconditoneerde respons (CR): een respons die wordt opgeroepen door een oorspronkelijk neutrale
stmulus die na een leerproces geassocieerd wordt met de ongeconditoneerde stmulus.

Vooedat de conditoneeing heef plaatsgevonden, eoept de ongeconditoneeede stimlms (UCS) van
natmee de ongeconditoneeede eespons (UCR) op. Een nemteale stimlms (NS), zoals een gelmid, leidt
niet tot een eespons. Tijdens de conditoneeing woedt de nemteale stimlms gekoppeld aan de UCS.
Dooe de associate van deze nemteale stimlms iet de UCS veeandeet de nemteale stimlms in een
geconditoneeede stimlms (CS), die vooetaan een geconditoneeede eespons (CR) zal opeoepen die
gelijk is aan de UCR. (figuur 4.1e, blz. 129))

Extncte (uitdoving): de geconditoneerde respons doof uit als men de CS herhaaldelijk aanbiedt
zonder de UCS.
Spontaan herstel: het terugkeren van een uitgedoofde geconditoneerde respons na een rustperiode.
Stmulusgeneralisate: de uitbreiding van een aangeleerde respons naar stmuli die lijken op de
geconditoneerde stmulus.
Stmulusdiscriminate: het leren van een nieuwe respons op een specifieke stmuluse, maar niet op
andere daarop gelijkende stmuli (ook wel: selectef leren).
Eén bepaalde therapeutsche strategie bestaat uit een combinate van extncte van de
geconditoneerde angstrespons en conditonering van een ontspanningsrespons op de CS.

,Opeeante conditoneeing
Operante conditonering: een vorm van stmulus-responsleren waarbij de kans op een respons
verandert door de gevolgen ervane, ofewel door de stmuli die op de respons volgen. In operante
conditonering volgen op gedrag consequentes in de vorm van beloningen en strafen die de kans op
herhaling van dat gedrag beïnvloeden. Ten eerste is operante conditonering van toepassing op veel
meer gedragstypen dan klassieke conditonering. Ten tweede vormt het een verklaring voor de
manier waarop organismen nieuwe en complexe gedragingen lerene, en niet volkomen afankelijk zijn
van aangeboren reflexen.

Teial-and-eeeoe: door middel van het uitproberen en leren van fouten een oplossing vinden voor een
probleem. Een begrip waarmee behavioristen het aanleren van nieuw gedrag verklaren.
Wet van efect: het idee dat reactes die de gewenste resultaten producerene, worden geleerde, ofwel
dat leren wordt geleid door het efect dat bepaald gedrag heef.
Bekrachtger: een situate (het aanbieden of verwijderen van een stmulus) die op een respons volgt
en die versterkt.
Positeve bekrachtging: het aanbieden van een aangename stmulus na een response, waardoor de
kans dat die respons zich herhaalte, toeneemt.
Negateve bekeachtging: het weghalen van een vervelende of aversieve stmulus na een response,
waardoor de kans toeneemt dat die respons zich herhaalt.
Contnme bekeachtging: bekrachtgingsschema waarbij alle correcte responsen bekrachtgd worden
(nadelen: als een juiste reacte niet beloond wordte, zou dit ten onrechte kunnen worden
geïnterpreteerd als onjuiste reacte. Contnue bekrachtging verliest de bekrachtgende eigenschap
naarmate het organisme verzadigd raakt).
Shaping: een operante techniek of procedure om nieuw gedrag stapsgewijs aan te leren via positeve
bekrachtging van gedrag dat het vooropgestelde doelgedrag steeds dichter benadert.
Intermiterende bekrachtging: bekrachtgingsschema waarbij enkelee, maar niet alle goede responsen
worden bekrachtgdd ook wel partile bekrachtging genoemd. Dit is de meest efecteve manier om
reeds aangeleerd gedrag in stand te houden (groot voordeel: de responsen die werden bekrachtgd
door intermiterende bekrachtging zijn veel beter bestand tegen extncte dan responsen die
contnue beloond werden).
Extncte: proces waarbij een aangeleerde respons verdwijnt door de afwezigheid of afname van
bekrachtging.

Bekeachtgingsscheia’s: programma’s voor de tming en frequente van bekrachtgingen 
ratoschema en intervalschema.
Ratioschema’s:i beloning die gebaseerd is op het aantal correcte responsen.
- Vaste ratoschema’ (FR): programma waarin bekrachtging wordt aangeboden na een
vast aantal responsen.
- Variabel ratoschema (VR): programma waarin het aantal responsen dat nodig is voor
een bekrachtging elke keer anders is.
Intervalschema’s:i de bekrachtging word aangeboden zodra er sinds de laatste bekrachtging een
bepaalde hoeveelheid tjd is verstreken.
- Vaste intervalschema’s: regelmatge betaling.
- Variabele intervalschema’s: de meest onvoorspelbare bekrachtgingschema’se, omdat
in die schema’s de tjd tussen de beloningen varieert.

, Peiiaiee bekeachtgee: een bekrachtger (zoals voedsel of seks) die een biologische waarde heef voor
het organisme.
Geconditoneeede of secmndaiee bekeachtgee: stmulus (zoals geld en schoolcijfers) die zijn
bekrachtgende waarde krijgt door een aangeleerde associate met een primaire bekrachtger.
Instncteve deif: het aangeleerde gedrag wordt verstoord door aangeboren reactes.
Peeiack-peincipe: je kunt een geliefde actviteit gebruiken om een minder populaire actviteit te
bekrachtgen.

Positeve straf: het toedienen van een aversieve stmulus na een respons (branden aan een hete
pan).
Negateve straf: het weghalen van een aantrekkelijke stmulus na een respons (verbieden om tv te
kijken).
Straf en negateve bekrachtging hebben een tegengesteld efect op gedrag. Straf zorgt ervoor dat
een bepaald soort gedrag afneemte, of het reduceert de kans dat het zich herhaalt. Negateve
bekrachtging leidt altjd tot een toename van de kans dat een respons zich herhaalt.
Stimulus geven (poosttief) Stimulus weegnemen (negatief)
Positeve bekrachtging Negateve bekrachtging
Een werknemer krijgt een bonus Je hoofdpijn verdwijnt nadat je
voor goed werk en blijf hard een aspirine in hebt genomene, dus
werken neem je de volgende keer dat je De kans op het gedrag
hoofdpijn hebt weer een aspirine neemt toe
Positeve straf Negateve straf
Een hardrijder krijgt een bekeuring Een kind dat te lang buiten blijfe,
en rijdt langzamer weg krijgt geen eten en komt de De kans op het gedrag
volgende keer eerder thuis neemt af


Redenen waardoor het zo moeilijk is om straf efectef te laten zijn:
- Het vermogen van straf om ongewenst gedrag te onderdrukkene, verdwijnt meestal als de
dreiging van de straf verdwenen is.
- De verlokking van beloningen kan ertoe leiden dat de mogelijkheid van straf op de koop toe
wordt genomen (de aantrekkingskracht van voedsel op korte termijn weegt mogelijk op
tegen de ongewenste consequentes van het aankomen op langere termijn).
- Straf roept dikwijls vluchtgedrag of agressie op.
- Het toedienen van straf maakt het slachtofer onrustge, wat een blokkade opwerpt voor het
leren van nieuwe en betere responsen (aangeboren hulpeloosheid: extreme externe locus of
control: zij denken heel weinig invloed te hebben op gebeurtenissen in hun leven).
- Straf wordt dikwijls oneerlijk toegepast.

4.3 Cogniteve psychologie
Volgens de cogniteve psychologie leiden sommige vormen van leren alleen tot veranderingen in
mentale processen en niet tot veranderingen in gedrag.
Inzichtelijk leren: een vorm van cognitef lerene, oorspronkelijk beschreven door Gestaltpsychologene,
waarbij het oplossen van problemen plaatsvindt door een plotselinge reorganisate van perceptes.
Cogniteve plategrond: in het werk van Tolman is het een mentale representate van een doolhof of
andere fysieke ruimte.
Latent leren: leren zonder bekrachtging en zonder zichtbaar of waarneembaar bewijs dat er een
leerproces plaatsvindt.
Tolman beweerde dat organismen een cogniteve representate van de ruimtelijke opbouw van hun
omgeving verwervene, zelfs als ze niet voor het exploreren worden beloond.
Onderzoeker Albert Bandura stelde dat beloningen efectef kunnen zijne, zelfs als we alleen maar zien
dat iemand anders wordt beloond. Maar beloningen kunnen ook indirect zijne, via waarneming.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottebrands. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23  1x  sold
  • (5)
  Add to cart