,Hoorcollege 1 Mensbeelden en biologisch perspectief (adaptatie, erfelijkheid
en omgeving)
1. Verklaring voor gedrag
Individu – samenleving (volgorde oorzaak en gevolg verwisselbaar, onlosmakelijke verbonden)
Biologie – omgeving (voorgeprogrammeerd?)
Agency – structure
Nature – nurture
Uitgangspunt: inzicht krijgen in het menselijke handelen door inzicht in basale mensbeelden
(beïnvloed door perceptie en ervaringen)
2. Uiteenlopende mensbeelden
3. Biologisch-adaptieve perspectief
Evolutionair perspectief: kenmerken en eigenschappen hangen samen met overgeërfde genen. Hier
komt variatie en manipulatie in voor. Je hebt het over soorten en niet over één individu.
Evolutionaire psychologie: psychologische eigenschappen als biologische aanpassingen aan
uitdagingen in de omgeving. Eigenschappen die in alle culturen voorkomen zijn emoties,
onderscheiden, samenwerken en seksuele partnerselectie. Al het menselijke gedrag kan verklaard
worden.
Kritiekpunten: rechtvaardiging van bestaande sociale verhoudingen (natuur als verklaring is
problematisch), reductionistische (kijkt naar één eigenschap) en deterministisch (het ligt al vast),
continuering natuur-cultuur tegenstelling (nadruk op de natuur, negeren van cultuur) en het is een
verklaring achteraf waardoor er theoretische inconsistenties kunnen ontstaan.
Adaptieve vermogens: het groot ontwikkelde (drievoudige) brein
4. Erfelijkheid en milieu (samenspel)
Nature-nurture debat: wat is de rol van aangeboren en aangeleerde factoren in gedrag? Het gaat
over de validiteit van uiteenlopende basale mensbeelden
Erfelijkheid is predispositie (aanleg) en niet onvermijdelijk. Genetische aanleg komt tot uiting via de
omgeving. Omgevingsinvloed hangt af van de genetische aanleg.
, Opdracht 3
Rol van genen in de verklaring van seksuele oriëntatie: complexe interactie. Niet beïnvloedt door één
of een paar genen, maar velen (en de combinaties hiervan).
Positieve maatschappelijke implicaties van de genetische bepaaldheid van seksuele oriëntatie: je
kunt voorspellen wat je seksualiteit is.
Negatieve maatschappelijke implicaties van de genetische bepaaldheid van seksuele oriëntatie: de
ontwikkelde apps lokte afkeer uit.
Hoorcollege 2 Omgeving en leren – behavioristisch perspectief
1. Rol van omgeving in leren
Mensen (omgeving) kunnen dieren bepaald gedrag aanleren. Mensen zelf moeten alles leren,
bijvoorbeeld zindelijkheid. Ook worden er veel dingen aangeleerd, zoals bijvoorbeeld associaties met
bepaalde kleuren (roze = meisjes en blauw = jongens) of hoe je omgaat met emoties.
Behaviorisme: leertheorie; gedrag van mens en theorie. Alle gedrag is gebaseerd op ervaring –
leeromstandigheden. Alleen observeerbare processen kunnen bestudeerd worden. Het behaviorisme
gaat uit van de maakbaarheid van de mens (iedereen is te vormen) als onbeschreven blad.
Grenzen aan rol van omgeving:
- Biologische beperkingen – niet alles kan
- Imprinting – fase-gevoelig leren; specifieke leeftijd/stadium, onafhankelijk van uitkomsten.
Bijvoorbeeld: op jonge leeftijd leer je sneller een nieuwe taal dan op oudere leeftijd.
Gender identiteit – John Money (seksuoloog): gender identiteit van kinderen is ongedifferentieerd
(niet aangeboren), sociale omgeving grote rol in vorming gender identiteit (aangeleerd).
1.1. Activiteit 1
Rol van de omgeving in de ontwikkeling van gender identiteit: Je leert van socialisatie. Opvoeding op
basis van geslacht. Je goed of slecht in je vel voelen heeft invloed op je sociale leven. Meningen en
leugens van anderen hebben invloed op je mentale gesteldheid.
Gedrag van mensen in het algemeen: Verschil in opvoeding bij jongens en meisjes (bijv. ander
speelgoed). Opdringen taken bij kinderen met een bepaald geslacht.
Aansluiting individuele basale mensbeeld: Ik vind dat iedereen het recht heeft om zichzelf te zijn,
zonder dat anderen dit in de weg staan met hun vooroordelen of seksistische uitspraken.
2. Verschillende leerprincipes
Je leert door associaties leggen tussen gedrag en aspecten van de omgeving. Drie vormen:
- Klassiek conditioneren: Respondent conditioneren; Stimulus-respons. Een nieuwe stimulus
koppelen aan een bestaande respons (rat schrikreactie)
Pavlov: belletje rinkelen wanneer de hond eten krijgt, zal eenzelfde reactie oproepen.
Ongeconditioneerde stimuli (UCS): neutraal beeld, weinig betekenis
Geconditioneerde stimuli (CS): brengen een bepaald beeld in je op, emotionele betekenis
Stimulus generalisatie: initiële neiging om op eenzelfde manier te reageren op vergelijkbare,
verschillende stimuli.
Stimulus discriminatie: vereist oefening om onderscheid te maken onder stimuli.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lynneertwegh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.85. You're not tied to anything after your purchase.