100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding in de psychologie - Douglas A. Bernstein (deeltoets 1) $4.56
Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding in de psychologie - Douglas A. Bernstein (deeltoets 1)

24 reviews
 876 views  42 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

(Uitgebreide) Samenvatting Psychology - inleiding in de psychologie van Douglas A. Bernstein. (van deeltoets 1) Deze samenvatting bevat de hoofdstukken: 1,8,5,4,7,8,9 *van het hoofdstuk perceptie&sensatie zijn de zintuigen niet erg uitgebreid beschreven en van hoofdstuk 9 is het gedeelte over drug...

[Show more]
Last document update: 6 year ago

Preview 3 out of 69  pages

  • No
  • H1,8,5,4,7,6,9
  • October 3, 2018
  • October 3, 2018
  • 69
  • 2018/2019
  • Summary

24  reviews

review-writer-avatar

By: meganvandworp • 1 year ago

review-writer-avatar

By: noaannekraaijenbos • 2 year ago

review-writer-avatar

By: vandenhovenfay • 2 year ago

review-writer-avatar

By: nazcolastica29 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: nikkibruinen • 3 year ago

review-writer-avatar

By: tamarvandervelden • 3 year ago

review-writer-avatar

By: fabiothijssen • 3 year ago

Show more reviews  
avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 20 Flashcards
$3.21 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wat zijn \'\'clock genes\'\'?

Answer: genetische codes die helpen om dagelijkse pieken op te zetten en dalen in een persoons slaperigheid en waakzaamheid, hormoonlevel en lichaamstemperatuur.

2.

Uit welke 3 hoofdkaraktereigenschappen bestaat intelligentie?

Answer: 1. Abstract denken of redeneringsvaardigheid 2. Probleemoplossend vermogen/vaardigheden 3. De capaciteit/mogelijkheid om kennis werven.

3.

Hoe werd het IQ vroeger gemeten en hoe wordt dat nu gedaan?

Answer: Vroeger: mentale leeftijd: kalenderleeftijd x 100 =IQ Nu: Vragen die je goed hebt beantwoord op de IQ test worden opgeteld, en de totale score daarvan wordt vergeleken met anderen (algemene score).

4.

Wat is het verschil tussen convergent en divergent denken?

Answer: Divergent denken = out of the box en creatief denken. Een probleem ga je op een manier bekijken waarop niet iedereen dat probleem bekijkt, je denkt er echt goed over na. Convergent denken= een opdracht krijgen waar 1 antwoord bij is en jij moet uitzoeken wat dat antwoord is. Gebeurd bij de meeste testen of bijv. bij een sommetje.

5.

Wat is Sensitization?

Answer: treed op bij een toenemende reactie/respons op een stimulus. Bijv: als mensen of dieren overdreven reageren op een onverwachte, dreigende beelden of geluiden, met in het bijzonder de periodes van emotionele opwinding. Denk aan een spookhuis, waar je misschien zo bang wordt van iets onverwacht dat je een voorwerp gooit.

6.

Wat is in het experiment van Pavlov (met de kwijlende hond, het eten en de stemvork) de ongeconditioneerde stimulus?

Answer: Het voedsel dat aan de hond werd gegeven.

7.

Wat is in het experiment van Pavlov (met de kwijlende hond, het eten en de stemvork) de geconditioneerde respons?

Answer: Het gekwijl van de hond bij het horen van de stemvork.

8.

wat is extinction?

Answer: Het geleidelijke verdwijnen van een geconditioneerde respons. vb: in het voorbeeld van Pavlov neemt het kwijlen van de hond af als je bij de toon van de stemvork geen eten meer geeft.

9.

Wat had Thorndike uitgevonden met law- of effect?

Answer: als een respons gevolgd wordt door een fijn effect (zoals voedsel), dan is het meer voor de hand liggend dat hetzelfde gedrag nog eens vertoond wordt.

10.

Welke twee processen kunnen de oorzaak zijn van vergeten?

Answer: - De Decay Theory: Een beschrijving van vergeten als het geleidelijk verdwijnen van informatie uit het geheugen. - Interference: Het proces waardoor opslag/storage of terughalen/ophalen van informatie wordt aangetast door de aanwezigheid van andere informatie.

Samenvatting Psychologie in Education door: Margit
Flipsen

Hoodstuk 1: Introducing psychology

 Psychologie: wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van menselijk
gedrag. Bestuderen wanneer normaal gedrag abnormaal wordt en/of juist
normaal.
Normaal  voorkomen = abnormaal/afwijkend/ongezond  behandelen
=normaal.

 Psychologie houdt zich ook bezig met mentale processen: ontwikkeling
brein, waarom doen we dingen? (gedrag) Perceptie: hoe nemen wij de omgeving
over ons heen waar? (denk aan plaatje van vaas en twee gezichten). Hoe je naar
jezelf kijkt.

 Wetenschap: veel onderzoek binnen de psychologie. Er is nu uit onderzoek
gebleken dat ouders van hetzelfde geslacht even goede ouders zijn dan man en
vrouw: kind functioneert normaal. Alles wat binnen de psychologie onderzocht en
geconcludeerd wordt, moet wetenschappelijk bewezen zijn en gebaseerd zijn op
feiten. Dit wordt vaak gedaan door middel van experimenten en wetenschappelijk
onderzoek.

- Positieve psychologie: Als een psycholoog focust op wat goed gaat, focust op
de dingen die het leven het meest waardevol maken.

Verschillende gebieden binnen de psychologie:

1. Ontwikkelingspsychologie: Bestuurt hoe en waarom gedrag en mentale processen
veranderen gedurende de levenscyclus van een mens, en wat de oorzaken en gevolgen
daarvan zijn. Deze vorm van psychologie kan bijv. gebruikt worden bij de bepaling hoe
oud een kind moet zijn om een betrouwbare getuigen te zijn in de rechtbank of hoe oud
een kind moet zijn om een goede keuze te maken over belangrijke persoonlijke zaken (bij
welke ouder beter wonen?).

2. Onderwijspsychologie: Bestudeert hoe mensen leren en hoe onderwijs het beste
vormgegeven kan worden. Vraag bijv.: beter kinderen klassikaal les geven of kinderen in
groepjes apart dingen laten leren? Jigsaw is een manier die door onderwijspsychologie is
bedacht en wordt toegepast: kinderen (van verschillende etnische groepen) worden
samengesteld en kunnen alleen door samen te werken een opdracht of probleem
oplossen.

 school psychologen: testen het IQ van kinderen, diagnostiseren problemen bij
kinderen op school (met betrekking tot leren) en zetten programma’s op om bijv. de
voldoening van het behalen van doelen bij kinderen te vergroten.

3. Cognitieve psychologie: Bestudeert mentale processen zoals perceptie, geheugen,
leren, denken, bewustzijn, intelligentie etc. Bijvoorbeeld de vraag: Hoe kun je er nou voor
zorgen dat je een verkeersbord maakt dat goed te begrijpen is voor iedereen?  we
ontvangen niet alleen maar informatie, maar we veranderen het ook in ons hoofd. (denk
aan tekening van 2 verschillende mannen die je kunt herkennen in tekening, welke je ziet
hangt er vanaf waar je je op focust (blz 5).

 afgeleid van de cognitieve psychologie is engineeringspsychologie: ze helpen
designers bij het ontwerpen van computer keyboards, mobiele telefoons enz.

4. Klinische psychologie: Bestudeert de oorzaken, gevolgen en behandelingen van
psychische stoornissen. Denk aan mensen met bijv. depressie, angststoornis (kun je dit

,beter verhelpen met medicatie of door te praten en het te behandelen?). Proberen
abnormaal gedrag te begrijpen, te behandelen en daarmee te veranderen.

5. Gezondheidspsychologie: Bestudeert hoe gedrag en mentale processen (zoals
denken, emoties en famillie relaties) de lichamelijke gezondheid kunnen beïnvloeden, en
andersom. Een vraag is bijv.: hoe gaan kinderen gezond eten als groente lekkerder
vinden? Hoe kun je ervoor zorgen dat mensen zich zo gezond mogelijk gedragen
(overgewicht voorkomen). Gezondheidspsychologie gaat ook over: als een ouder of kind
al ziek is, wat doen onze mentale processen dan met ons? Hoe kunnen we ervoor zorgen
dat mensen die al ziek zijn zo goed mogelijk kunnen functioneren (en bijv. niet in een
depressie belanden).

6. Persoonlijkheidspsychologie: Bestudeert de stabiele karaktereigenschappen van
personen en hoe die samenhangen met bv. Psychische problemen (zelfde: temperament:
persoonlijkheidskenmerk (een tegenhanger daarvan) bij kinderen. Vanaf kleins af aan is
al te zien op welke manier kinderen reageren op hun omgeving of nieuwe ervaringen
(snel boos worden, rustig blijven etc). Bestudeert bijv. ook welke karaktertrekken etnisch
van aard (kunnen) zijn (pesten, depressie etc). Vaak wordt hierbij gebruik gemaakt van
persoonlijkheidstesten.

7. Sociale psychologie: Bestudeert hoe mensen elkaars gedrag en mentale processen
beïnvloeden, individueel en in groepen. Bestuurt specifek de interacties tussen mensen
(bijv: in grotere groepen of in kleinere groepen). Een voorbeeld: hoe kan het dat als mijn
vader moest huilen ik ook moest huilen? Ook bijv. pesten  waarom gebeurd het? Hoe
ontwikkeld zich dit? (denk ook bijv. aan veilig seks advertenties om Aids te voorkomen)

8. Biologische en neuropsychologie: Bestudeert hoe het brein en processen in ons
lichaam ons gedrag en mentale processen beïnvloeden, en andersom. Phineas Gage:
kreeg bij ongeluk staaf door frontale kwab: hersenen werden hierdoor aangetast
waarmee ook de persoonlijkheid aangepast werd: Phineas werd agressiever. (gaat meer
over stress, neuronen, synapsen). Voorbeeld van biologische en neuropsychologie: door
(te) veel stress vanwege mentale processen met betrekking tot school kan je heel ziek
worden. Of hoe verklaar je deja vu?

9. Organisatiepsychologie: Bestuurt hoe de efciëntie, productiviteit en tevredenheid
van werknemers en werkgevers vergroot kan worden. (werving en selectieprocedures
bijv.)

- Maatschappelijke psychologie: willen hulp service bieden aan mensen die hulp
nodig hebben en om mentale ziektes te voorkomen. Denk aan daklozen: vaak
mensen die wel hulp nodig hebben, maar het niet zoeken. De mentale
ziektes/psychologische stoornissen willen ze voorkomen door met organisaties
samen te werken zoals de gemeente in een buurt/plaats.
- Kwantivatieve psychologie: Ontwikkelen en gebruiken statistische tools voor
het analyseren van onderzoeksdata.
- Sport psychologie: verband tussen atletische prestatie en psychologische
variabelen worden gemeten (zoals emotie en motivatie)
- Forensische psychologie: meer de rechten kant. Helpen bij de selectie van een
jury en dealen met psychologische problemen met betrekking tot het recht.
- Environmental (omgevings) psychologie: bestuderen de efecten van de
fysieke omgeving op het gedrag en mentale processen van mensen.



- Neurowetenschap: de wetenschap die gaat over alle niveaus van het
zenuwsysteem. (hersenen)

, Geschiedenis van de psychologie:

- Psychologie kan gevonden worden in de oorsprong van de flosofe. Denk aan de
oude Griekse flosofen (Socrates, Plato etc.) die al nadachten over vragen als: hoe
staan het lichaam en geest in verhouding tot elkaar? De flosofsche kijk staat
bekend als ‘empirisch’ (John Locke) wat heel belangrijk is binnen de ontwikkeling
naar de wetenschappelijke psychologie. Empirisch onderzoek heeft ertoe geleid
dat psychologen kennis vergaren over gedrag en mentale processen door middel
van observaties, eigen waarnemingen (gebaseerd op de regels van de
wetenschap).

 Consciousness (bewustzijn): bewust zijn van externe stimuli en onze eigen
mentale activiteiten.

- Wilhelm Wundt (1879) eerste psychologische onderzoekslaboratorium bij
Universiteit Leipzig. De focus van het werk van Wundt was het bewustzijn en de
mentale processen die bij dit systeem werden gecreëerd. Hij wilde de basis
elementen van het bewustzijn identifceren en beschrijven hoe deze
georganiseerd waren en hoe ze relateren aan elkaar. Hierbij gebruikte hij
‘introspectie’ wat betekend: ‘naar binnen kijken’. Hij stelde deelnemers aan zijn
onderzoek de vraag wat voor sensatie en/of gevoelens ze kregen door de
volgende stimuli: een aantal keer een licht laten zien of een bepaald geluid.

- Bestonden al wel theorieën en flosofeën maar nog geen onderzoek
- Eerste onderzoek vooral cognitief: hoe nemen wij de buitenwereld waar?

 Bv: hoeveel sterker moet licht zijn voordat wij het als twee keer zo fel zien?
(onderzoek door Fechner) Fechners werk was heel waardevol omdat hij zich
realiseerde dat men deze mentale processen kon bestuderen bij het observeren
van de reactie van mensen met betrekking tot veranderingen van een sensorische
stimuli. Dit onderzoek van Fechner heeft erg bijgedragen bij het onderzoek naar
perceptie en sensatie.

 Tegenwoordig bv gebruikt bij smaakpanels Danone.

- Gestaltpsychologie: Een in Duitsland ontwikkelde visie op perceptie. Gestalt betekent
geheel. deze psychologie gaat ervan uit dat je hersenen sensorische informatie
organiseren aan de hand van betekenisvolle patronen.(girafe). Khler en andere
wetenschappers werden gestaltpsychologen genoemd omdat het ze opviel dat de hele
vorm (gestalt) van de bewuste beleving niet hetzelfde is als de som van de delen.

-Freud en de Psychoanalyse: Sigmeud Freud deed ook onderzoek naar het onbewuste.
Freud ging ervan uit dat al het gedrag en mentale processen fysieke oorzaken hebben
ergens in het zenuwstelsel. Freud onderzocht een aantal patienten die mentale
problemen hadden en kwam tot de conclusie dat het geen fysieke oorzaken had, maar
dat de echte oorzaak van de mentale problemen kwam door diepe problemen die de
mensen hun bewustzijn hadden uitgeduwd. = Sigmeud Freud grondlegger klinische
psychologie: alles komt voort vanuit onbewuste processen. Zijn theorieën zijn niet
gebaseerd op wetenschappelijke feiten, maar op een aantal patiënten die hij onderzocht
 daarom zijn zijn ideeën niet overal geaccepteerd.

- Charles Darwin legde een functionele analyse van emoties en emotionele
uitingen voor. Zijn analyses focussen zich op het ‘waarom’ van emoties en
gedragsuitingen, specifeker: of ze wel of niet de geschiktheid van individuelen
verbeteren.
- William James: net als de Gestaltpsychologen weigerde James Wundt’s
benadering. Hij zag niet het punt in het opbreken van het bewustzijn in

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mjflipsen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.56. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.56  42x  sold
  • (24)
Add to cart
Added