100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Grondslagen van het (straf)recht $11.35
Add to cart

Summary

Samenvatting - Grondslagen van het (straf)recht

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van het handboek. Mijn punten op het examen: 13/20 Historische grondslagen zitten niet mee in de samenvatting.

Preview 4 out of 98  pages

  • February 26, 2024
  • 98
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Thema 1
Recht en rechtswetenschap

Wat is recht?
Enge betekenis rechtsregels: afdwingbare normen via de overheid =>
geweldmonopolie
 onderscheiden van andere rechtsregels
MAAR in werkelijkheid: vrijwillig nageleefd, dwang is slechts marginaal
verschijnsel
Recht is ook een jargon, een methode, geheel van instellingen
 Veel te enge def
Recht lost geen problemen op, kan enkel op maatschappelijk
aanvaardbare manier het probleem beëindigen
 juridische oplossing, is vaak een financiële oplossing

Recht = een rationeel opgebouwd geheel van precies afgelijnde begrippen
en normen waaraan van overheidswege opgelegde, minstens van
onverheidswege erkende, sancties kleven, die langs instellingen kunnen
worden afgedwongen en waarvan de bedoeling is de orde in de
samenleving te organiseren, te handhaven of te herstellen.


Rationeel opgebouwd geheel
Massa van samengestelde deeltjes die op een logische manier verbonden
zijn
 zaak van rede
De voelende mens is in dit positieve recht aanwezig, maar het is
grotendeels een logische of rationele bezigheid


Begrippen, normen en instellingen
Elke term => specifieke betekenis (strikter dan gewoon taalgebruik)
 precieze omlijning is essentieel
Niet ongesanctioneerd het verkeerde woord gebruiken vb stilstaan met
auto
Recht = normenarsenaal EN begrippenarsenaal
Soms is een juridische term gelijk aan een de betekenis van die term in
het dagelijkse leven
MAAR niet altijd, soms heel specifieke betekenis
 afstand gecreërd
Noodzaak voor niewe terminologie om op wetenschappelijk niveau
toepassingsgebieden en definities te omschrijven en om menselijke
situaties te kunnen objectiveren
Jurist moet
 Technisch correcte terminologie gebruiken met vakgenoten
 Verstaanbare taal voor de gewone mens

1

,  Zowel vak- als volkstaal


Maatschappij ordenen met regels
Recht = middel door de overheid gebruikt om een beleid door te drukken
Zonder regels is er geen rechtssysteem en dus geen orde
Discussie regulering en deregulering


Van overheidswege sancties
Norm = rechtsnorm als er een sanctie aan verbonden is
Overheid zorgt zelf voor de vervolging dief (hedendaagse maatschappij)
Straf = een sanctie opgelegd en uitgevoerd door de overheid
 rechtstreekse interactie tussen overheid en individu
MAAR overheid doet dit niet vaak op eigen initiatief
Als iemand op sanctie beroept, dan zal deze via de overheid afgedwongen
kunnen worden
 Verbod eigenrichting, dus moet via de overheid
Overheid doet aan rechtshandhaving -> actief bijdragen tot het naleven
van de rechtsnormen


Recht en rechtsstelsels
Verschillen van land tot land
Westerse rechtsstelsels onderscheid
1. Civil law systemen
- Wetgeving prominente plaats
- Wetten zijn de basis, gedetailleerde wettelijke regels
2. Common law systemen
- Rechtspraak belangrijkst => uitspraak van de rechter
 rechtersrecht
- Wetten hebben vervolledigende en corrigerende rol


Recht-rechtvaardigheid-rechtswetenschap-
rechtspraktijk-rechtsbedeling
Recht ingezet voor verschillende doeleinden:
1. Meer rechtvaardigheid = verhouding middel en doel
Niet altijd:
In abstracto: bedoeld voor goed te doen in de meeste gevallen
In concreto: onrechtvaardige oplossing leiden
Rechtspositivistische benadering: recht = geheel van regels
vastgelegd door de overheid en van toepassing op alle burgers
 positief recht = recht in een bepaalde samenleving te vinden in
formele bronnen
(wetten en rechtspraak) => enige bindende
<-> natuurrecht = rechtregels afgeleid uit de natuur of wezen van
de mens, gebonden aan moraal

2

, Natuurlijke, onvervreemdbare rechten of universele rechten =>
constitutionele rechten => fundamentele rechten = basis van ons
recht
2. Rechtwetenschap => iedereen wordt geacht de wet te kennen =
nemo censetur ignorare legem (in praktijk onmogelijk)
 Rechtdwaling is geen aanvaardbaar verweermiddel
Juristen moeten diploma (professionalisering) => kloof jurist en
gewone burger
Discrepantie want recht wordt niet altijd als rechtvaardig ervaren
 recht wordt in de praktijk toegepast door de burger => moeten
het recht kennen
3. Rechtspraktijk: werkelijke wereld is niet gelijk aan wettelijke wereld
- Geen enkele wetgever kan alle problemen voorzien
- Interpretatienood voor de rechter -> subjectief
- Ook juristen kunnen fouten maken
Sommige misdrijven ook niet gestraft => te weinig aan personeel
Sommige handelingen zijn fout doordat de wet fout wordt toegepast
in de praktijk
4. Rechtsbedeling: problematiek recht hebben en recht krijgen
 verbod eigenrichting -> via gerechtelijke procedure straffen

=> beslissingen rechter = rechtspraak
 rechter geeft oordeel over probleem en geeft gelijk aan een partij, ze
doen aan rechtbedeling of rechtspraktijk in de enge zin
Rechtbank bepaalt in concrete de sanctie, maar zoveel mogelijk vrijwillige
naleving zonder de overheid
Gerechtelijke dwaling: rechters kunnen fout zijn of verschillen van mening
 uitspraak door ene rechter kan verschillen bij een andere over hetzelfde
probleem
 Recht geen exacte wetenschap


Publiekrecht en privaatrecht
2 soorten verhoudingen
Privaatrecht: relatie tussen particulieren -> horizontale verhouding
Publiekrecht: verhouding tussen overheid en particulier of tussen overheid
en overheidstinstellingen en -organen onderling -> verticale verhouding
De lijn tussen de 2 is niet altijd duidelijk
 vaker beroep op publiek-private samenwerking (PPS)
 Sommige eisen voor jurisdictioneel monisme -> afschaffing van
aparte rechtbanken want veel problemen moeten door beide
rechten beheerst worden


Belang onderscheid
1. Bevoegdheid rechtbanken -> kijken bij welke rechtbank gelijk kan
halen
Administratieve rechtbank => verticale relaties

3

, Burgerlijke rechtbank => horizontale relaties
2. Juridische terminologie: afhankelijk context kan een term andere
betekenis hebben
3. Denkcategorieën en concepten: volgens goede trouw interpreteren
-> kijken wat de ene partij van de andere mag verwachten
Verticale relatie in publiekrecht is geen relatie tussen gelijken =>
zwakke partij tegen de sterke overheid
4. Heuristiek -> arbitraire keuzes over afgrenzing tussen beide


Criteria voor onderscheid
Sluitend criterium is er niet
1. Organiek criterium: spreken over 2 overheden -> niet kijken naar de
aard van diegene met wie je in aanraking komt, maar naar de
hoedanigheid waarin je deze ontmoet
Geweldsmonopolie -> kijken of handeling vanuit geweldmonopolie
wordt gesteld
Overheid kan zowel publiekrechtelijke als privaatrechtelijke
technieken hanteren
2. Functioneel criterium:
Derdenbindende beslissingen -> instanties die zonder de overheid
ook beslissingen kunnen nemen die erkend moeten worden door
iedereen => publiekelijk karkater van rechtspersoon vast stellen

3. Nutcriterium:
Van algemeen belang -> publiekrechtelijk terrein
Maatschappij geen belang, enkel particulieren => privaatrechtelijk
terrein



Recht en metajuridica
Metajuridica = andere wetenschappelijke benaderingen van het recht
- Rechtsfilosofie: meest radicale vragen -> natuurrecht
- Rechtsethiek: waarden vertaald worden in het recht, hoe juristen
zich laten leiden door normen
- Rechtseconomie: economische wetenschappen toegepast op
rechtsnormen en rechtstoepassingen
- Rechtssociologie: recht werkzaam in concrete maatschappij en
beïnvloeding menselijk gedrag
- Rechtsgeschiedenis: evolutie van het recht
o Interne rechtsgeschiedenis: concreet juridisch probleem ->
hoe in het verleden juridisch aangepakt
o Externe rechtsgeschiedenis: bronnen van het recht
- Rechtsvergelijking: ruimtelijke vergelijkingen in plaats van
vergelijkingen in de tijd
- Criminologie: delinquentie en de aanpak



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lisa112. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.35
  • (0)
Add to cart
Added