VAN BIOLOGISCH POSITIVISME
NAAR BIOSOCIALE CRIMINOLOGIE
HOOFDSTUK 1
1 INLEIDENDE BEDENKINGEN
Biologische positivisme = stroming waarin oorzaken en wetmatigheden van
daderschap gezocht worden in het individu en een link wordt gelegd tussen
biologische factoren en betrokkenheid bij delictgedrag
Griekse filosofen hadden reeds ook voor problemen inzake de menselijke natuur
en sociale orde
Plato: mens moet doelen nastreven op een manier die aan medemens
geen schade toebrengt
DUS op een sociaal geaccepteerde manier
Verlichtingsfilosofen waren van idee dat criminaliteitspreventie best gebeurde
door kosten-batenanalyse van mensen te beïnvloeden
Belang van verlichtingsfilosofen voor de criminologie is groot, ook hun invloed op
strafrechtelijk beleid was en is groot (vooral theoretisch)
Ook onderzoek is noodzakelijk => het idee van empirisch nagaan of theoretische
ideeën stroken met observeerbare realiteit was een centraal KM in 19 e eeuws
positivisme
In de criminologie nam het 19e eeuws positivisme verschillende
verschijningsvormen aan:
1. Biologisch positivisme
2. Psychologisch positivisme (oorzaken en wetmatigheden bestuderen vanuit
psychologische invalshoek)
3. Sociologisch of sociaal positivisme (focus: sociale leefomgeving)
Biologisch positivisme zorgde voor wetenschappelijke revolutie door diens
systematische empirische aanpak
Wortels: fysiognomie -> stichter: Jean Baptiste della Porte (1535-1615)
= van de lichaamsconstitutie van de mens iets afleiden omtrent de individuele
psychische eigenschappen, meer bepaald de criminele genegenheid
Ook John Kaspar Lavater (1741-1801)
Franz Joseph Gall Tiefenbronn (1758-1828) ontwikkelde de cranioscopie = meten
van schedels
Johan Spurzheim (1776-1832) is zijn opvolger en doopte de cranioscopie om tot
frenologie
Biologische criminologie heeft mislukte start gehad => foutieve interpretatie van
de evolutietheorie
‘the survival of the fittest’ heeft de biologische of antropologische scholen
sterk beïnvloed
1
,(theorie beschrijft proces waarbij erfelijke eigenschappen binnen populatie
veranderen in loop van generaties als gevolg van genetische variatie,
voortplanting en natuurlijke selectie)
Het concept van genen was bij het ontstaan van de biologische criminologie nog
onbekend
Biologische deterministen meenden dat de criminele mens niet was aangepast
aan de moderne omgeving en dat biologische afwijkingen (atavisme en
degeneratie) aan de basis lagen van recidicisme
Daders als aparte categorie bekijken en behandelen in plaats van
bestraffen
Lombroso, Garofalo en Ferri
Eugeneticabeweging begin 20ste eeuw => eugenetica = onderzoek naar
verbeteren van genetische KMn in een bevolkingsgroep (misbruikt door Nazi’s)
Het belang van de werken van Lombroso en co ligt in hun fundamenteel
instrument van empirisch onderzoek: de wetenschappelijke en deterministische
methode die de studie van daderschap toelaat door middel van de analyse van
iedere dader in het bijzonder
2 DE VROEGE CRIMINELE ANTROPOLOGIE VAN
LOMBROSO
‘L’Uomo Delinquente’ => neemt dader als uitgangspunt van zijn studie
Betrokkenheid bij delictgedrag was voor een belangrijk deel te verklaren vanuit
de afwijkende pathologische toestand van de dader
Grondige studie van achterliggende pathologie moest het mogelijk maken een
typologie van regelovertreders op te stellen
Vooral geïnteresseerd in uiterlijke fysiologische KMn
Criminele antropometrie = wetenschap die zich toelegde op de afmetingen en
verhoudingen van het menselijk lichaam die het mogelijk diende te maken
daders al vroeg te onderscheiden
L’uomo delinquente = atlas met criminele types
De geboren crimineel = hedendaagse herverschijning van primitieve mens, die
op deterministische wijze naar crimineel gedrag werd gedreven
Atavisme = terugkeer van bepaalde voorouderlijke primitieve KMn nadat
die enkele generaties verdwenen waren (fenomeen van Darwin)
DUS duidelijk geen geloof in de veranderlijke mens
Belang van Lombroso lag in zijn wetenschappelijke methode, niet langer in de
inhoud
Charles Goring (1870-1919) is een van de eersten die de hypothesen van
Lombroso ontkracht in ‘the english convict’ => komt op basis van data tot de
vaststelling dat veel van zijn ideeën totaal niet overeenstemmen
3 DE CRIMINOLOGIE VAN ENRICO FERRI
Enrico Ferri (1856-1929) => ‘the denial of free will’
Hij stond meer open voor onderlinge relatie tussen sociale, economische en
psychologische factoren
Hij meende dat deze factoren met elkaar in wisselwerking treden
2
, Voorloper van idee dat antisociaal gedrag = interactie tussen
fysiologische, biologische en sociale milieuKMn
In zijn handboek: ‘Sociologia criminale’ maakte hij onderscheid tussen 5 types
daders:
1. Geboren crimineel
2. Geesteszieke crimineel (totaal mentaal gestoord)
3. Gepassioneerde crimineel (delictgedrag door chronische mentale
problemen of gelijkaardige emotionele toestand)
4. Gelegenheidscrimineel
5. Gewoontedader (vanuit sociale omgeving de gewoonte)
5 DE CRIMINEEL-ANTROPOLOGISCHE SCHOLENSTRIJD EN
DIENS ONDERGANG
Franse milieuschool rond de arts Alexandre Lacassagne (1843-1924) zette zich af
tegen de Italiaanse school van Lombroso.
De Franse milieuschool wees op determinerende rol van ongunstige sociale
omstandigheden die zich vooral onder de arbeidersklasse voordeden
Schadelijke rol van ‘immoraliteit’ van deze klasse
De school stond een sociologisch deterministische benadering voor, die stelde
dat betrokkenheid bij delictgedrag voornamelijk voortkwam uit een ontaard
sociaal milieu
Franse school wees op het overerven van verworven eigenschappen (=
Lamarckisme)
6 DE AMERIKAANSE NAVOLGERS VAN HET BIOLOGISCH
DETERMINISME
Earnest Albert Hooton (1887-1954) => classificatie van rassen op basis van
uitwendige zichtbare KMn
Hij verzette zich tegen atavismehypothese van Lombroso
Hij gebruikte methode van correlatie -> uiterlijk KM wed gecorreleerd met aantal
veroordelingen
Hij probeerde verbindingen te leggen tussen raciale KMn en betrokkenheid bij
delictgedrag en bestudeerde rassen die het meest bij delictgedrag betrokken
waren
Boek: ‘The American criminal. An anthropological Study’ => 14 000
gedetineerden warden bestudeerd en 3000 niet veroordeelde mannen als
controlegroep
Vooral kritiek op zijn werk door zijn steun van de eugenetica beweging
Bio-somatische benadering wordt vertegenwoordigd door Ernst Kretchmer (1888-
1964) en William Scheldon (1898-1977)
Beide ontwikkelen een gelijkaardige typologie die op biologische constitutie was
gebaseerd
Constitutie = lichaamsbouw en persoonlijkheid in combinatie met temperament
- Kretschmer:
3
, Duits psychiater die verband wilde aantonen tussen lichamelijke constitutie en
criminaliteit
Lichaamsbouw (constitutie) verklaart criminaliteit: ‘Leptosoom’ (‘tenger en
zwak’); ‘Atleet’ (‘gespierd’ -> ‘agressief’); ‘Pycnische’ mens (‘dik’ en ‘lomp’)
Aan bepaalde constitutie hangt een bepaalde persoonlijkheid aan vast
- Sheldon
Boek: 'The varieties of human physique: An introduction to constitutional
psychology’
Verband tussen lichaamsbouw en levensstijl
Hij maakt onderscheid tussen mensen:
- Endomorfe mens => ontspanning, luxe, reageert traag, kleiner en dikker,
zachte huid, …
- Mesomorfe mens => gespierd, brede borstkas, sterk, dynamisch,
avontuurlijk, dominant, bepaald temperament, assertief, weinig ‘inhibitie
respons’, geen onderwerping aan gezag , makkelijk gedijen in criminele
milieus
- Ectomorfe mens => smal, scherpe neus, introvert, sociaal geremd,
overprikkeld, …
De samenhang tussen lichaamstype en betrokkenheid delictgedrag zou er in
bestaan dat de meeste delinquenten van mesomorfe type zijn
( 200 jonge mannen (15-21 jaar))
7 DE BELGISCHE ECLETISCHE CRIMINELE ANTROPOLOGIE
VAN LOUIS VERVAECK
Oorsprong van Belgische criminologie als wetenschap ligt in de criminele
biologische antropologie
Lombroso’s wetenschappelijke methode wordt overgenomen
Een grote groep Brusselse wetenschappers zouden zich met vergelijkend
antropometrisch onderzoek bezighouden (Société d’antropologie de Bruxelles)
Degeneratieconcept kreeg voorkeur op atavismetheorieën
Atavisme = opnieuw optreden van primitieve KMn
Degeneratie = achteruitgang waarbij bepaalde eigenschappen verloren
gaan <-> progressie
Louis Vervaeck (1872-1943) vertegenwoordigde in Brussel de criminele
antropologie in België
= Belgische Lombroso
Hij wordt de oprichter van de Belgische antropologische dienst in de gevangenis
=> op experimentele basis crimineel-antropologisch onderzoek doen
Eerst invloedrijke studies waren gewijd aan tatoeages en landloperij ->
landlopers werden door verschillende artsen omwille van hun vermeende
gedegenereerde toestand als een acuut gevaar voor de SML beschouwd
Vervaeck stelde zich de vraag of er een antropologisch te definiëren
landlopertype bestond
Resultaat onderzoek:
Nefast sociaal milieu => merendeel van landlopers, bij dergelijke stelde hij
geen degeneratieve KMn vast
Er bestond volgens hem een ‘eeuwige landloper’ = onverbeterbare
nomade die primitieve instincten van rondtrekkende primitieve volkeren
zou bezitten
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lisa112. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.99. You're not tied to anything after your purchase.