100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Materieel strafrecht $11.33   Add to cart

Summary

Samenvatting - Materieel strafrecht

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van het handboek. Mijn punten op het volledige examen: 13/20. Mijn punten op het schriftelijk deel: 7/10.

Preview 4 out of 113  pages

  • February 26, 2024
  • 113
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
ALGEMENE INLEIDING




1

,HOOFDSTUK 1: DE DEFINITIE
Strafrecht = materieel strafrecht + strafprocesrecht
- Materieel strafrecht = het geheel der rechtsregels waardoor bepaalde gedragingen strafbaar worden
gesteld en gesanctioneerd
Centrale begrippen:
1. Misdrijven (= de omschrijving van de strafbare gedraging)
2. Straffen (= de bepaling van de straf)
De regels van materieel strafrecht bepalen onder welke voorwaarden personen strafrechtelijk verantwoordelijk
kunnen worden gesteld en welke omstandigheden deze verantwoordelijkheid kunnen uitsluiten of beperken.
Het bepaalt de toepasselijke sancties en regelt hoe deze in concrete gevallen door een rechter moeten worden
toegepast (straftoemeting en strafmodaliteiten).

- Strafprocesrecht = het geheel van de procedurele spelregels volgens welke het materieel strafrecht
wordt toegepast
Bepaalt door wie en op welke wijze de strafvordering uitgeoefend wordt en op welke wijze het bewijs van een
misdrijf wordt geleverd.
 Bevoegde rechtscolleges, de mogelijke rechtsmiddelen tegen de beslissingen, …

Het strafrecht richt zich tot de burger => verbodsbepalingen
Het strafprocesrecht is gericht op overheid => belast met het toepassen van de regels uit strafprocesrecht
<-> gerechtelijk privaatrecht (gericht op particulieren)

Algemeen:
Strafrecht = sociaal controlemechanisme, als middel waarmee de maatschappij sociaal ongewenste
gedragingen controleert
 Materieel strafrecht = andere regels die ongewenst gedrag trachten onder controle te brengen
 Strafprocesrecht = controlemechanismen

Meer en meer regels uit nationale straf(proces)recht vinden hun oorsprong in het internationaal strafrecht. De
rechtstak wordt steeds belangrijker in de praktijk.




HOOFDSTUK 2: HISTORISCH OVERZICHT
1 ARCHAÏSCHE STELSELS
Strafrecht in huidige betekenis bestaat niet => strafrecht = godsdienstige en morele normen
Talio-recht is de voorloper (= oog om oog, tand om tand)
 Vergelding van aangerichte kwaad + verzoening tussen de (familie van de) dader en (de familie van)
het slachtoffer
KM: privékarakter -> de wraakneming wordt gedaan door (de familie van) het slachtoffer tegen (de familie van)
de dader, dit mondt vaak uit in oorlogen die gehele streken onveilig maken
(ACTUA: in Albanië is de “vendetta” nog steeds aanwezig)
Gebaseerd op het recht van de sterkste
Proportionaliteit is onbekend

2

,2 DE MIDDELEEUWEN


A HET OUDGERMAANSE STRAFPROCES
De overheid begint vanaf 13e eeuw bemiddelend op te treden, omwille van het escalerend geweld
 Verbod op privéwraakneming
 Enkel de dader mag aansprakelijk gesteld worden, niet zijn familie
Doel: vrede tussen slachtoffer en dader (en families) herstellen

De vorst bemiddeld bij het tot stand komen van een overeenkomst tussen dader en slachtoffer.
 Compositio of bloedgeld (privaatrechtelijk) -> de wraak kon afgekocht worden
 Fredus of vredegeld -> voorloper geldboete (publiekrechtelijk) -> vergoeding vorst om de schade die je
hebt aangebracht aan de vrede van het samenleven
Oudgermaans strafproces = ritueel tweegevecht => dader en slachtoffer stonden op zelfde voet

Systeem rondtrekkende rechters die in vorstendom navraag deden over misdrijven = enquête du pays
 In elk dorp werd een groep personen belast met het onder ede aanwijzen van eventuele verdachten
= voorloper van moderne jury
Rechter = passieve rol
Doel procedure  ontdekken van de waarheid, maar het nagaan van de reputatie van de beklaagde (de status
was doorslaggevend, een dokter zou meest waarschijnlijk slachtoffer zijn dan de persoon met lage status)
(-> geïnspireerd op infamia-procedure uit canoniek recht)
De bewijslast lag bij de beklaagde => moest zijn onschuld bewijzen
De procedure heeft een irrationeel karakter. De bewijzen steunden op:
1. Purgatio = reinigingseed
2. Compurgatio = eedhelpers
3. Godsoordelen

De straffen worden gekenmerkt door ongelijkheid + zeer wreed. Er waren verschillende straffen en
verschillende uitvoeringsmodaliteiten naargelang van rang en geslacht van de dader. De strafuitvoering
gebeurde openbaar.


B HET INQUISITOIRE STRAFPROCES
Vanaf 13e eeuw werd godsbewijzen verboden op vele plaatsen en zag men vervanging van de infamia-
procedure door de inquisitoire procedure.
(Oudgermaans strafproces = accusatoir)

Inquisitoir strafproces:
Rechter = actief -> functies van openbare aanklager en rechter
Doel: vinden van de waarheid ipv onderzoeken van de reputatie.
De beklaagde is geen procespartij meer, maar het object van het onderzoek. De beklaagde moet niet langer zijn
onschuld bewijzen, maar er moeten bewijzen geleverd worden door de vervolgende partij.
Het proces verloopt grotendeels in geheim, enkel de strafuitvoering is openbaar.
De irrationale bewijsvoering wordt vervangen door strikte bewijsreglementering. Aan elk bewijsmiddel werd
een bepaalde bewijswaarde verbonden (unus testis nullus testis) en er werden alleen bepaalde bewijzen
toegelaten => hoofdbewijsmiddel = de bekentenis (confessoi est regina probationis)



3

, Dit proces bleef echter voorbehouden voor ernstige misdrijven, minder ernstige misdrijven werden ‘civilijck’
afgehandeld (accusatoir). In het civiel proces bestreden de beklaagde en de gerechtsofficier elkaar als
gelijkwaardige partijen.

De procedure liep uit de hand => de beklaagde werd tot een bekentenis ‘gedwongen’
Foltering werd bijna overal aanvaard. De straffen bleven wreed en ongelijk en ze waren willekeurig, de rechter
kon zelf kiezen want ze waren niet in de wet vastgelegd.
In de praktijk schijnt het niet steeds een dergelijke vaart te lopen.


3 DE VERLICHTING


A DE VERLICHTING
Reactie op willekeur van rechters, wrede onderzoeksmethoden en de wrede en ongelijke straffen.
Belangrijke auteurs: Montesquieu, Locke en Rousseau
 “Contrat social” = het misdrijg is de schending van het sociaal contract, alleen daaruit put de overheid
haar recht om misdrijven te vervolgen en te bestraffen
o De burger geeft deel van zijn vrijheid op voor veiligheid en de overheid mengt zich niet als het
niet nodig is (overheid heeft positieve beschermingsverplichting en negatieve
onthoudingsverplichting).
 Scheiding der machten door Montesquieu

Het recht op bestraffing is gebonden aan 3 belangrijke principes = ‘magna charta’ van het strafrecht:
1. Legaliteitsbeginsel
a. Misdrijven en straffen worden op voorhand in de wet vastgelegd. Rol van de rechters is
beperkt tot het toepassen van de wet.
2. Subsidiariteitsbeginsel
a. De staat mag slechts daar optreden waar het werkelijk nodig is. Enkel die gedragingen
worden strafbaar gesteld waarvan de bestraffing noodzakelijk is. (straf = uiterste
rechtsmiddel)
3. Proportionaliteitsbeginsel
a. Straffen moeten in verhouding staan met de ernst van het misdrijf.
 Bescherming tegen willekeur, fundamentele bescherming voor de burger
Cesare Beccaria vertaalt deze gedachten naar het strafrecht toe in zijn boek.


B HET REVOLUTIONAIR STRAFRECHT
Déclaration des droits de l’homme et du citoyen (1789) = de ideeën van de verlichting
 Persoonlijke vrijheid
 Geen dwangmaatregelen
 De beginselen
 …

De codificatie van het strafrecht:
1. De Code Lepeletier 1791: strafrecht en strafprocesrecht in 1 boek; afschaffing inquisitoir systeem,
invoering jury (engels)
2. De Code Merlin 1795: milde straffen, geen keuze tussen min- en maxstraffen
 Beide hebben geen lang leven, ze werden snel vervangen




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lisa112. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73918 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.33
  • (0)
  Add to cart