100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Vermogensrecht deel 1, HF 1, 5, 6.1, 9, 8, 7, 10, 11 $4.76
Add to cart

Summary

Samenvatting Vermogensrecht deel 1, HF 1, 5, 6.1, 9, 8, 7, 10, 11

2 reviews
 67 views  6 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Vermogensrecht deel 1, HF 1, 5, 6.1, 9, 8, 7, 10, 11(Privaatrecht)

Preview 4 out of 33  pages

  • No
  • Hf 1,5,6,9,8,7,10 en 11
  • October 4, 2018
  • 33
  • 2018/2019
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: jorn-slaats • 5 year ago

review-writer-avatar

By: kevinheijmans • 5 year ago

avatar-seller
H1- m.u.v. 1.3.2 en 1.3.3.

Regels
Rechtsregels 
o Juridisch relevant/erkent.
o Ze zijn rechtens afdwingbaar
Normale regels 
o Moraal en fatsoen
o Maken het leven met veel mensen op een klein gebied leefaar
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Publieksrecht (overheid tot mens)
 Staatrechts
 Bestuursrecht
 Belastngsrecht
 Strafrecht
Privaatrecht (mensen)
 Personen en familierecht
 Vermogensrecht (geld en goederen)
 Ondernemingsrecht
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Dwingend recht 
o Je mag niet afwijken van deze rechtsregels
o Sancte: nietgheid. (Bv. Proefijd van drie maanden terwijl twee maanden maximaal
zijn). Handeling is niet geldig.
Aanvullend recht of regelend recht
o Als je zelf niks hebt geregeld kan je hierop terugvallen, bijvoorbeeld bij een
testament.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Materieelrecht  (inhoud)
o Het is de inhoud van rechtsregels, bijvoorbeeld verboden toegang 461.
Formeelrecht 
o Handhavingsregels (Stel iemand gaat toch een terrein op wat gebeurt er dan). Hoe
moet een polite of rechter mensen berechten.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Objectrecht 
o Alle recht die recht afdwingbaar zijn in Nederland. Dit geldt voor iedereen.
o De bevoegdheden die iemand kan hebben.
o Het recht op betaling
Subjectief recht 
o Een persoonlijk recht, dat voortvloeit uit een object recht. Dit geldt voor een persoon
of groep.
o Het is “het” ding waar hij of zij recht op heef, dus bijvoorbeeld loon of een
schadevergoeding.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

,Voorbeeld: Kim  baan  werkgever
Kim is het subjectef en werkgever is het objectef
Uit rechtsregels ontstaan uit rechtsbronnen. Deze bronnen zijn te vinden in:
 De wet
Je kunt weten onderscheiden op basis van inhoud en op basis van totstandkoming, De
totstandkoming van een wet kan op twee manieren.

Wet in formele zin 
o Door de statengeneraal (1ste en 2de kamer)
Wet in materiële zin 
o Door de gemeente, minister, staten generaal of provincie.

Enigste wet wat wel formeel is maar niet materieel is de naturalisate wet
(iemand Nederlandse natonaliteit verlenen).

Rangorder:
o Hogere regelingen gaan voor lagere regelingen (formeel staat voor materiële)
o Jongere regelingen gaan altjd voor oude regelingen
o Regelingen voor een bijzonder geval gaan altjd voor de algemene bepalingen.

 Internationale regelingen
VN, NAVO en de Eu regels en uitleveringsverdragen. Het bevat regels voor het
oplossen van conficten tussen verschillende landen
 Jurisprudentie
Alle rechtelijke uitspraken in Nederland, ook weer rangen denk aan het hof. Ze
kunnen kijken wat andere rechters in soort gelijken gevallen hebben uitgesproken.
Als er geen wet of regel is dan kan dit als rechtsregel worden gezien. Vaak door de
hogeraad.
 Gewoonterecht
Door de mens zelf gemaakt
1. Het wordt lange tjd gebruikt
2. Daardoor denken mensen dat het zo is.
 Ongeschreven recht
Redelijk en billijkheid, derogerend (afwijkend van het recht) en aanvullen (in dit
geval). (namen in Spanje).

Burgerlijk wetboek:

Boek 1: Personen- en familierecht
Boek 2: Rechtspersonen
Boek 3: Vermogensrecht in het algemeen
Boek 4: Erfrecht
Boek 5: Zakelijke rechten
Boek 6: Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Boek 7: Bijzondere overeenkomsten (inclusief Boek 7A)
Boek 8: Verkeersmiddelen en vervoer
Boek 10: Internatonaal Privaatrecht

,Casus 1 antwoorden:


H5

Een rechtshandeling is een handeling van een rechtssubject welke het rechtsgevolg heef dat
beoogd is door het handelende rechtssubject en welke ook erkend is door het recht.

Elk schuingedrukt woord moet er instaan anders is het geen rechtssubject. Onrechtmatg
daad is aks de ander het niet wilt, dus niet beoogd.

Het verschil tussen een rechtshandeling en een handeling is dat een rechtshandel beoogd is.

Rechtshandeling
 Eenzijdig (slechts een partj moet een prestate leveren)
Wil van een rechtssubject kan het rechtsgevolg in het leven roepen
o Gericht
Volmacht
Ontslag
Huur opzeggen
o Ongericht
Testament
 Meerzijdig (meerdere moeten een prestate leveren)
Wil van twee of meer rechtssubject nodig om rechtsgevolg in het leven te roepen.
Wordt vaak in het familierecht en verbintenisrecht gebruikt.
o Wederkerig (ze worden steeds opnieuw elkaar zijn of haar schuldenaar en
schuldeiser)
o Huurovereenkomst
o Eenzijdig (eenmalig)
• Schenking
Rechtshandeling kan tot stand komen door:
1. Handelingsbekwaam rechtssubject (3:32 lid 1 BW)
o Het kunnen verrichten van ontastbare rechthandelingen
2. Een op een rechtgevolg gericht wil (3:33 BW)
o Iemand wil het echt
3. Een verklaring waarin de op een rechtsgevolg gerichte wil is geopenbaard (3:33 BW)

Ontvangsttheorie: Moment van tot stand komst van een rechtshandeling. “De
rechtshandeling komt tot stand als de verklaring de persoon tot wie zij gericht is,
heef bereikt”
Vertrouwensbeginsel: hij mag ervan uitgaan dat datgene wat de ander verklaarde
overeenkomstg de zin die daaraan in de gegeven omstandigheden mocht worden
toegekend in overeenstemming was met datgene wat jij wilde.
Onderzoek plicht: Je bent verplicht om te onderzoeken of hij daadwerkelijk wilde
wat hij verklaarde.

, Een rechtshandeling kan komen te vervallen, het kan nietg zijn of vernietgbaar.
 Nietig
Een rechter kan zeggen dit is nietg, je hoef hier zelf niks aan te geven (rechtswege).
o In strijd met de wet
o Handelingsonbevoegd (ambtshalve)
o Eenzijdige ongericht rechtshandeling van een handelingsonbekwamen en
iemand met een geestelijke stoornis
 Vernietigbaar
Bij een vernietgbare overtreden moet iemand hier zelf beroep op doen. Dit moet
schrifelijk of via rechtelijke uitspraak (buitenrechtelijke verklaring). Dit kan tot drie
jaar na het moment van de overeenkomst.
o Als het is verricht door een handelingsonbekwame behalve als het een
eenzijdige ongericht rechtshandeling is dan is het nietg.
• Minderjarig
• Ondercuratelestelling (Iemand die onder curate staat is
iemand die een geestelijke stoornis heef, gewoonte
van drankmisbruik of verkwistng)
o Op dat moment een geestelijke stoornis
o Willsgebrek
 Bedreiging (3:44 lid 1 BW)
 Bedrog (3:44 lid 1 BW)
 Misbruik van omstandigheden (3:44 lid 1 BW)
 Dwaling (6:228 BW)
Een verkeerde voorstelling van zaken (beide). Bij dwaling heef
iemand bij het bepalen van zijn wil een verkeerde voorstelling van
zaken gehad. Er is wel spraken van een wilsovereenkomst. Men kan
geen beroep doen op zaken als men de zaken verkeerd inschat
(teleurgestelde toekomstverwachtng).

Gevolgen van nietgheid
o Als een rechtshandeling nietg is, heef dit tot gevolg dat datgene wat de handelende
rechtssubjecten wilden, niet doorgaat.
o Achteraf blijken de beoogde rechtsgevolgen er niet te zijn geweest.
o Nietgheid heef een terugwerkende kracht, terugwerkt tot het moment van het tot
stand komen van de bewuste rechtshandeling.

Gevolgen van vernietgbaarheid
o Een vernietgbare rechtshandeling is geldig totdat zij wordt vernietgd, dus er beroep
op wordt gedaan.
o Zij is aantastbaar, daarna wordt er geacht er nooit te zijn geweest, want vernietging
heef een terugwerkende kracht.

Revindiceren  eigendommen terughalen bij een ander
Voorbeelden staan op bladzijde 115 en 116.
Helen  gestolen goederen doorverkopen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimadams. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.76  6x  sold
  • (2)
Add to cart
Added