Recht heeft te maken met:
- Regels
- Rechtvaardigheid
- Normen en waarden
De inhoud van het recht is afhankelijk van de normen en waarden in een samenleving.
Doel van het recht:
1. Ordenen van de samenleving
2. Zorgen voor een rechtvaardige oplossing bij conflicten
Recht is een geheel van overheidsregels dat in de samenleving geldt. Het doel van het recht
is het ordenen van de samenleving en het zorgen voor rechtvaardige oplossing bij conflicten.
Kernmerkend voor rechtsregels id:
1. Ze worden gemaakt door de overheid
2. Ze zijn algemeen geldend
3. De rechter beslist wat er gebeurt als iemand zich niet aan de rechtsregels houdt
Rechtsgebieden:
- Staatsrecht: beschrijft de organisatie van de overheid. De basisregels staan in de
Grondwet. Hier staan bevoegdheden van de overheidsorganen en positie van de
burger in de staat. Het organisatie plaatje.
- Bestuursrecht: ordenen van de samenleving. De regels waaraan de overheid zich
moet houden als zij het land bestuurt. Beschrijft de manier van besturen.
- Strafrecht: bevat de regels die de overheid voor de veiligheid van de hele
samenleving van belang vindt. Speelt af tussen overheid en dader.
- Burgerlijk recht: werken, wonen, trouwen, goederen kopen, etc. Tussen burgers
onderling.
- Internationaal recht: regelt de verhouding met andere landen en de positie van ons
land in allerlei internationale organisaties, zoals EU.
Recht kan worden verdeeld in:
- Privaatrecht: regelt de juridische relaties tussen burgers en bedrijven. (koop- of
huurovereenkomst)
o Burgerlijk recht
- Publiekrecht: regels voor de juridische verhouding tussen burgers en bedrijven
enerzijds en de overheid anderzijds.
o Staatsrecht
o Bestuursrecht
o Strafrecht
Recht kan ook worden verdeeld in:
- Materieel recht: beschrijft de rechten en plichten van mensen
- Formeel recht (proces recht): beschrijft hoe je materieel recht kan halen (handhaven)
,H2
Bronnen van recht:
- Wetboeken:
o Burgerlijk wetboek
o Wetboek van Burgerlijke Rechtsvorderingen
o Wetboek van Strafrecht
o Wetboek van Strafvordering
o Wettenbundel
- Jurisprudentie: de gezamenlijk van alle rechterlijke uitspraken. Tweede bron van
recht. Door jurisprudentie ontwikkelt het recht voortdurend.
- Internationale verdragen: vormen een steeds belangrijker rechtsbron vanwege de
invloed van deze verdragen op ons recht.
- Gewoonte: is pas een rechtsbron als het gaat om een langdurig gebruik in een
bepaalde kring die door de betrokkenen als rechtsregel wordt ervaren. Niet bij
strafrecht.
H3
Rechtszaak in het strafrecht: staat de OM tegen de verdachte. De rechter beslist of de
verdachte schuldig is. De rechter bedenkt de straf
Rechtszaak in het bestuursrecht: de overheid en de burger/bedrijf staan tegen over elkaar.
Rechtszaak in het burgerlijk recht: twee burgers of bedrijf staan tegen over elkaar.
De grondwet garandeert de onafhankelijkheid van de rechters.
Drie rechterlijke instanties:
- Rechtbank: het werkgebied van een rechtbank wordt het arrondissement genoemd
- Gerechtshof: wie het niet eens is met de kantonrechter kan hoge beroep gaan bij het
gerechtshof. Het heeft de taak van hoge beroeprechter
- Hoge Raad: na het hoge beroep kan je nog cassatie stellen bij de hoogste rechter
Kantonrechter behandelt in het burgerlijk recht:
- Zaken tot €25.000
- Alle zaken – om welk bedrag het ook gaat- uit huur, huurkoop, consumentenverkoop,
pacht en arbeid
- Consumentenkrediet tot €40.00
Een eenvoudige rechtszaak in het burgerlijk recht bestaat uit:
- Dagvaarding
- Conclusie van antwoord
- Comparitie
- Vonnis
Wie juridisch advies of rechtsbijstand nodig heeft, kan onder andere terecht bij:
- Een juridisch loket: voor advies en informatie.
- Een advocaat: voor juridisch advies en voor het voeren van een rechtszaak
- Een deurwaarder: openbare ambtenaar met een aantal wettelijke taken. Ten uitvoer
leggen van burgerrechtelijke vonnissen
, - Een notaris: een notaris is een openbare ambtenaar. Hij wordt door de regering
benoemd en in de wet genoemde taken heeft. Heeft de taak om een aantal
gebeurtenissen die juridisch van belang zijn officieel vast te leggen in notariële akten
Deel 3: Strafrecht
H10
Het strafrecht beschrijft strafbare feiten. Een feit is alleen strafbaar als dat in de wet is
vastgelegd. Gedrag achteraf strafbaar stellen is niet toegestaan.
Veel strafbepalingen staan in het Wetboek van strafrecht. Dit wetboek bestaat uit drie
boeken
1. Algemene bepalingen
2. Misdrijven
3. Overtredingen
Het wetboek voor strafvordering geeft regels voor het strafproces
H11
Strafbepaling bestaat uit drie onderdelen:
- Delictomschrijving: de beschrijving van het verboden gedrag
- Juridische naam: de naam van de strafbepaling, bv diefstal. (kwalificatie)
- Maximumstraf
Alleen als het gedrag van de dader voldoet aan alle bestanddelen van een delictomschrijving
kan hij worden gestraft.
H12
Een poging tot misdrijf is strafbaar als de dader:
- De opzet heeft om een misdrijf te plegen
- Al begonnen is met zijn misdrijf
- Met zijn daad ophoudt door omstandigheden van buitenaf
Deelneming beschrijft de verschillende manieren waarop daders samenwerken bij het plegen
van een misdrijf. De deelnemingsvormen zijn:
- Medeplegen: medeplegers voeren samen het misdrijf uit, ze worden als daders
gestraft
- Uitlokken: een uitlokker brengt een ander op het idee een strafbaar feit te plegen
met behulp van een in de wet genoemd uitlokkingmiddel. De dader en de uitlokker
kunnen beiden als dader van het misdrijf worden gestraft.
- Doen plegen: een doen pleger laat een ander, die zelf niet strafbaar is, een strafbaar
feit plegen. De doen pleger wordt als dader gestraft
- Medeplichtig zijn: een medeplichtige verleend voor of tijdens het misdrijf hand- en
spandiensten. Hij speelt een ondergeschikte rol
H13
Het strafproces:
- Proces-verbaal: aan de hand van een proces-verbaal beslist de OvJ of hij wordt
opgeroepen voor een rechtszaak
- Dagvaarding: brief waarin de informatie staat over de rechtszaak die komt
- Rechtszaak
Drie fasen van het strafproces:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iriskuiper09. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.71. You're not tied to anything after your purchase.