100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
MPF Samenvatting H18 Afweer $3.21   Add to cart

Summary

MPF Samenvatting H18 Afweer

 70 views  5 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting voor het vak "Medische Pathofysiologie II" in de bachelor "Medische Natuurwetenschappen" aan de VU; een gedetailleerde samenvatting van H18 Afweer van het boek Vander's Human Physiology.

Preview 3 out of 20  pages

  • No
  • H18
  • October 5, 2018
  • 20
  • 2016/2017
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 18 Afweer

18.1 Cellen en secreties die afweer mediëren

Immuuncellen
De cellen van het immuunsysteem zijn verschillende typen witte bloedcellen, collectief
bekend als leukocyten. Anders dan erythrocyten, kunnen leukocyten het circulatiesysteem
verlaten en de weefsels binnenkomen waar ze functioneren. Leukocyten kunnen worden
geclassificeerd in twee groepen: myeloïde cellen en lymfoïde cellen. De myeloïde cellen
bestaan uit neutrofielen, basofielen, eusinofielen en monocyten. De neutrofielen, eusinofielen
en basofielen worden samen polymorfonucleaire granulocyten genoemd. Lymfoïde cellen
bestaan uit verschillende typen lymfocyten inclusief B lymfocyten/cellen, T cellen, natuurlijke
killercellen (NK) en plasmacellen. Plasmacellen zijn eigenlijk geen aparte cellen, maar
worden gedifferentieerd van B lymfocyten tijdens immuunresponsen. Hun belangrijkste
functie is om antilichamen te synthetiseren en afscheiden.

Cellen die immuunresponsen mediëren – leukocyten
Naam Productieplek Functies
Neutrofielen Beenmerg 1. Fagocytose
2. Het afscheiden van chemicaliën die betrokken zijn bij
ontsteking
Basofielen Beenmerg Zie mastcellen
Eusinofielen Beenmerg 1. Multicellulaire parasieten vernietigen
2. Deelnemen aan onmiddellijke
hypergevoeligheidsreacties
Monocyten Beenmerg 1. Zie macrofagen
2. Weefsels binnenkomen en transformeren in
macrofagen

Cellen die immuunresponsen mediëren – lymfocyten
Lymfocyten rijpen in het beenmerg (B en NK cellen) en in de thymus (T cellen). Ze worden
geactiveerd in perifere lymfoïde organen. Ze dienen als herkenningscellen in specifieke
immuunresponsen en zijn essentieel voor alle aspecten van deze responsen.
Naam Functies
B-cellen 1. Initiëren antilichaam-gemedieerde immuunresponsen door specifieke
antigenen te binden aan plasmamembraanreceptoren
(immunoglobulines).
2. Na activatie transformeren in plasmacellen die antilichamen
afscheiden.
3. Antigenen presenteren aan T cellen
Cytotoxische T Binden aan antigenen op plasmembraan van targetcellen en vernietigen
cellen de cellen direct.
Helper T cellen Uitscheiden cytokines die helpen B cellen, cytotoxische T cellen, NK
cellen en macrofagen te activeren.
NK cellen 1. Direct en niet-specifiek binden aan virus-geïnfecteerde cellen en
kankercellen en hun vernietigen.
2. Functioneren als killer cellen in antilichaam-afhankelijke cellulaire
cytotoxiciteit (ADCC).

,Cellen die immuunresponsen mediëren – overig
Naam Productie plek Functies
Plasmacellen Perifere lymfoïde organen; Antilichamen afscheiden
gedifferentieerd van B cellen
tijdens immuunresponsen
Macrofagen Beenmerg; aanwezig in bijna alle 1. Fagocytose
weefsels en organen; 2. Extracellulair doden via secretie
gedifferentieerd van monocyten toxische chemicaliën
3. Antigenen verwerken en
presenteren aan helper T cellen
4. Afgeven cytokines betrokken in
ontsteking, activatie en differentiatie
van helper T cellen en geven van
systemische responses bij infectie of
verwonding.
Dendritische Bijna in alle weefsels en organen; Fagocytose, antigen presentatie
cellen microglia in centrale zenuwstelsel
Mastcellen Beenmerg; aanwezig in bijna alle Het afgeven van histamine en
weefsels en organen; andere chemicaliën betrokken bij
gedifferentieerd van ontsteking
beenmergcellen

Cytokines
Cellen in het immuunsysteem scheiden verschillende eiwitmessengers af die mitose
reguleren en functioneren in specifieke en niet-specifieke afweer. Deze messengers worden
cytokines genoemd. Ze worden niet geproduceerd door verschillende gespecialiseerde
klieren, maar door een aantal individuele cellen. Het grotendeel van hun acties gebeurt op de
plek waar ze worden afgescheiden. Daar dienen ze als autocriene of paracriene substantie,
maar in sommige gevallen kunnen ze ook hormonale effecten uitoefenen.

Cytokines verbinden de componenten van het immuunsysteem. Ze zijn een chemisch
communicatienetwerk die ervoor zorgen dat verschillende immuunsysteemcellen met elkaar
kunnen communiceren. Dit heet ook wel “cross talk” en is essentieel voor precieze timing
van functies van het immuunsysteem. De meeste cytokines worden afgescheiden door meer
dan één type immuunsysteemcel en niet-immune cellen. Dit leidt vaak tot cascades van
cytokine afscheiding, waarin het ene de afgifte van de andere stimuleert. Een cytokine kan
acties uitvoeren op een extreem breed gebied van target cellen.

Verschillende cytokines kunnen soortgelijke acties uitvoeren. Cytokines zijn betrokken bij
immunologische en niet-immunologische processen.

18.2 Niet-specifieke afweer
Niet-specifieke immuunresponsen verdedigen tegen vreemde cellen of materie zonder
specifieke identiteiten te hoeven herkennen. Deze verdediging herkent sommige algemene
moleculaire eigenschappen die als vreemd worden beschouwd. Het gebruik van een
systeem gebaseerd op koolhydraten en lipiden om de aanwezigheid van vreemde cellen te
herkennen is een eigenschap die niet-specifieke afweer onderscheidt van specifieke afweer,
die vreemde cellen herkennen door specifieke eiwitten die de vreemde cel produceert.

, Niet-specifieke immuunresponsen zorgen voor verdediging bij lichaamsoppervlakten, reactie
op verwonding of infectie genaamd ontsteking en een familie van antivirale eiwitten genaamd
interferonen.

Verdediging bij lichaamsoppervlakken
Ook al zijn dit geen immuunresponsen, de eerste stap van verdediging tegen pathogenen
zijn de barrières verkregen door oppervlaktes die blootgesteld worden aan de externe
omgeving. Dit komt doordat weinig pathogenen door de huid kunnen penetreren. Andere
gespecialiseerde verdediging bij het oppervlak zijn haren bij de ingang van de neus en de
hoest- en niesreflexen.

De huidklieren, speekselklieren en traanklieren spelen een actievere rol in immuniteit door
antimicrobiële chemicaliën af te scheiden. Het slijm afgescheiden door de
epitheelomlijningen van het respiratoire en de bovenste maagdarmkanaal bevatten ook
antimicrobiële chemicaliën; en nog belangrijker, slijm is plakkerig. Doordat deeltjes aan het
slijm blijven kleven, kan voorkomen worden dat ze het bloed binnenkomen.

De zuursecretie van de maag kan ook pathogenen vernietigen, hoewel sommige bacteriën
kunnen overleven en de grote darmen kunnen koloniseren, waar ze gunstige
maagdarmfuncties uitvoeren.

Ontsteking
Ontsteking is een lokale reactie op een infectie of verwonding. De functies van ontsteking
zijn om vreemde stoffen te vernietigen of inactiveren en als voorbereiding op weefselherstel.
De symptomen bij ontsteking zijn lokale roodheid, zwelling, warmte en pijn. De
sleutelmediatoren zijn de cellen die functioneren als fagocyten (neutrofielen, macrofagen en
dendritische cellen).

Lokale gebeurtenissen bij een niet-specifieke ontsteking als reactie op bacteriële infectie:
1. Bacteriën komen in een wond.
2. Chemische mediatoren zorgen voor vasodilatie en toegenomen capillaire
permeabiliteit.
3. Diapedese leidt ertoe dat neutrofielen in het weefsel komen en de bacteriën opeten.
4. Capillairen worden weer normaal terwijl neutrofielen doorgaan met de infectie te
herstellen.

De chemische mediatoren kunnen verdeeld worden in twee categorieën:
1. Peptiden die gegenereerd worden in het ontstoken gebied door enzymatische reacties op
eiwitten die circuleren in het plasma.
2. Substanties afgescheiden in de extracellulaire vloeistof van cellen die al bestaan in het
geïnfecteerde gebied of tijdens ontsteking hier komen.

Vasodilatie en verhoogde permeabiliteit aan eiwit:
Verschillende chemische mediatoren verwijden de meeste vaten in de microcirculatie bij een
infectie of verwonding. De verhoogde bloedstroom naar het ontstoken gebied (wat leidt tot
roodheid en warmte) zorgt ervoor dat meer eiwitten en leukocyten hier kunnen komen.

De mediatoren zorgen er ook voor dat lokale capillairen en venulen permeabel worden voor
eiwitten door hun endotheelcellen te contraheren, waardoor er openingen tussen de

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sle8. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  5x  sold
  • (0)
  Add to cart