100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting M. van Riessen; F. Rover & A. Wilschut: Oriëntatie op geschiedenis (H8 t/m 10) $4.81
Add to cart

Summary

Samenvatting M. van Riessen; F. Rover & A. Wilschut: Oriëntatie op geschiedenis (H8 t/m 10)

1 review
 120 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek 'Oriëntatie op Geschiedenis' van Riessen, Rover en Wilschut. Deze samenvatting behandeld enkel H8 t/m 10 van het boek en is daarom bedoeld voor het vak Oriëntatie op de Geschiedenis C van de Hogeschool Utrecht.

Preview 4 out of 54  pages

  • No
  • H8 t/m 10
  • October 6, 2018
  • 54
  • 2017/2018
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: benmiert • 4 year ago

avatar-seller
Samenvatting
oriëntatie op de geschiedenis
Hoofdstuk: Blz.
8: De tijd van burgers en stoommachines 2-
Inleiding 2
8.1: Ideologieën en politieke stromingen
8.2: Industriële revolutie
8.3: Democratisering
8.4: De ‘Sociale Kwestie’
8.5: Emancipatiebewegingen
8.6: Modern Imperialisme

9: De tijd van wereldoorlogen
Inleiding
9.1: De wereldoorlogen
9.2: Totale oorlog
9.3: Totalitaire systemen
9.4: De economische wereldcrisis
9.5: Massaorganisatie en massapropaganda
9.6: De volkenmoord
9.7: De Duitse bezetting van Nederland
9.8: Opkomst van nationalisme in de koloniën

10: De tijd van televisie en computer
Inleiding
10.1: De dekolonisatie
10.2: De Koude Oorlog
10.3: De jaren zestig
10.4: Europese eenwording
10.5: Globalisering en migratie




1

, Samenvatting Oriëntatie op de geschiedenis
--- H 8.1 Ideologieën en politieke stromingen ---
Het Britse parlementslid Edmund Burk publiceerde in 1790 “Reflections on the Revolution
in France”. Hiermee opende hij een scherpe aanval op de revolutie, want het zou een
‘wereld van monsters’ creëren. Hierbij hamerde hij op de betekenis van traditie,
evenwicht en geleidelijkheid. Het was absurd dat mensen op grond van vrijheid en
gelijkheid nieuwe wetten zouden kunnen maken en zo een nieuwe samenleving zouden
kunnen ontwerpen.
De traditie is redelijk en de samenleving is een historisch organisme, een levend wezen
dat groeit en zich geleidelijk ontwikkelt. Veranderingen waren volgens Burke soms ook
noodzakelijk. Hij onderbouwde zijn visie met historische argumenten en niet, zoals de
Philosophes, met onbewijsbare, filosofische waarheden.

Ideologieën
Na Burke’s aanval ontstonden er twee kampen:
- Zij die pleitten voor bescheiden, geleidelijke hervormingen (Burke);
- Zij die op grond van natuurrechten pleitten voor verregaande democratisering,
gelijkheid en individuele vrijheid.
Het begrip ideologie was nieuw en betekende ‘de wetenschap der ideeën’. Napoleon
noemde de aanhangers hiervan fanatici ‘die de werkelijkheid wilden veranderen’.
Sindsdien wwordt ideologie uitgelegd als een samenhangend ideeëngoed waarmee de
bestaande werkelijkheid dient te worden veranderd.

Romantiek en Conservatisme
De Romantiek:
- Voelen boven denken / Subjectief boven objectief / Eigen boven het
gemeenschappelijke;
- Geloven niet in vooruitgang;
- Verlangden terug naar verleden, vooral de onvolmaakte en raadselachtige
middeleeuwen
Een goed voorbeeld: Na de Franse Revolutie werd de standenstaat afgebroken voor een
rationeel nieuw bestuur. Wie om wat voor reden ook aan het oude bestel was geworteld,
vond dit een ernstige inbreuk op de natuurlijke ordening. Zij plaatsten dan ook een
geïdealiseerd verleden waarin orde en veiligheid hadden geheerst en mensen hun (vaste)
plaats in de samenleving kenden.
Na de val van Napoleon werden degenen die zich tegen het revolutionaire gedachtegoed
afzetten conservatieven genoemd. De ‘herstelbeweging’ onder leiding van Joseph de
Maistre, streefde naar herstel van absolute monarchie en de Droit divin-gedachte. Zij
worden ook wel reactionairen genoemd.
Conservatisme:
- Hekelden het vooruitgangsgeloof, abstracte gelijkheidsdenken en het eigen
ontwerpen van de samenleving;
- Waren voor de traditionele positie van Kerk en adel, waarbij ook voldoende oog
voor de massa was.



Liberalisme
De meest invloedrijke reactie op Burke’s aanval kwam van Thomas Paine. In zijn Rights

2

,of man vroeg hij zich af waarom Burke niet inzag dat Frankrijk met zijn gelijkheidsdenken,
grondwet, mensenrechten en godsdienstige verdraagzaamheid juist een voorbeeld was,
in tegenstelling tot Engeland.
Liberalisme:
- Eigendom voor iedereen;
- Grondwet;
- Politieke vrijheden;
- Scheiding der machten
Het is onmiskenbaar verbonden met de Franse Revolutie. Verlichte denkers deelden de
overtuiging dat de vrijheid en het welzijn van individuen, en de rechtvaardigheid en
veiligheid van de samenleving, gebaat waren bij duidelijk omschreven, algemeen
geldende wetten.
Alleen economisch zelfstandige burgers waren werkelijk vrij vanwege hun eigendom.
Eigendom is een universeel mensenrecht. De combinatie vrijheid en eigendom verklaart
waarom het liberalisme als politieke stroming in de 19 e eeuw vooral aanhang won onder
de zelfstandige burgerij.
In de eerste helft van de 19e eeuw streefden liberale politici drie doelen na:
- Grondwettelijk bestuur;
- Parlementaire vertegenwoordiging;
- Vrije handel.

Nationalisme
Naties, afgeleid van het Latijnse Nascor, wat ‘geboren worden’ of ‘afstammen’
betekent, zijn een product van Verlichting en Franse Revolutie →
volkssoevereiniteit is hier een belangrijk principe van.
Tussen 1796 en 1813 werd volkssoevereiniteit omgezet in het zelfbeschikkingsrecht van
volken: volken zouden zelf moeten beslissen hoe en door wie zij geregeerd wensten te
worden. Hierbij hoorde een afgebakend gebied.
Nationalisme = het samenvallen van de politieke en nationale territoriale eenheden:
één volk, één staat.
De belangrijkste nationale beweging was de Deutsche Bewegung en diende als voorbeeld
voor nationale bewegingen in vooral Midden- en Oost-Europa.
Duitsland was rond 1800 een complete versnippering aan staatjes. Aan het hoofd van
deze ‘natie’ stond wel een keizer, maar desalniettemin was er geen sprake van echte
staatsmacht.
Één van de ‘leiders’ van de Deutsche Bewegung, Johann Gottfried Herder zag de wereld
verdeeld in ‘cultuurkringen’, levende organismen die van elkaar gescheiden waren door
taal, folklore en geschiedenis. Mensen verzamelen zich in groepen, omdat zij zich bewust
zijn van wat hen verenigt: Cultuur.
Johann Gottlieb Ficte geloofde ook in ‘cultuurnaties’. Door het bestaan van een Volksgeist
hadden de leden van een natie in Fichtes ogen gemeenschappelijke trekken die hen van
andere naties onderscheidden. Het hoogst bereikbare doel van een natie was de
vestiging van een eigen staat.
Fichte was ervan overtuigd dat de nederlaag tegen Napoleon het gevolg was van een
gebrek aan een gemeenschappelijke Duits nationale identiteit.
Het nationalisme kon zich in de 19e eeuw ontwikkelen tot een staatsvormende ideologie
van grote betekenis omdat nationalisten de geschiedenis bestudeerden en zo ordenden
dat de moderne natie er een vanzelfsprekende uitkomst van was.

Socialisme
Het socialisme is ontstaan tussen 1750 en 1825. Een belangrijk punt voor het ontstaan is
de breuk tussen Rousseau en de Philosophes. Rousseau predikte meer gelijkheid dan
vrijheid. Hij was nog niet direct zo’n ‘socialist’ dat hij vond dat eigendom moest worden
3

, afgeschaft e.d.
De denkbeelden van Rousseau vormden een belangrijke inspiratiebron voor politieke
denkers die meensen dat het liberalisme de belofte van gelijkheid niet kon inlossen, want
zij zou zich teveel op de gegoede burgerij richten.
De graaf Claude Henri de Saint-Simon kwam uit een van de belangrijkste Franse adellijke
families en was een ‘vroege’ socialist. Hij stelde dat een rationele en verlichte opvoeding
niet genoeg was en dat ook de Revolutie er niet in slaagde om sociale gelijkheid en
welvaart voor iedereen te bewerkstelligen. Maar in plaats daarvan kwam er irrationeel
egoïsme en economische uitbuiting. Saint-Simon pleitte voor gemeenschappelijk
eigendom van alle kapitaal en industrieën. ‘sociale ingenieurs’ zouden dan de leiding
krijgen over enorme, rationeel opgezette economische projecten waar de gehele
bevolking bij moest worden ingeschakeld. Uiteindelijk zou dit vanzelf een gemeenschap
van vrije en gelijke burgers vormen.
De Britse Fabrikant is te rekenen tot de oorsprongen van het Socialisme. Zijn
denkbeelden waren praktisch en stimuleerde zijn arbeiders om coöperatieve verenigingen
op te richten en probeerde een soort utopische New Lanark (de plaats van zijn fabriek) te
maken. De morele dimensie die het socialisme altijd heeft behouden komt van Owen: ‘De
ene mens met de andere verzoenen, de ene natie met de andere, en allen in staat stellen
te begrijpen dat zij slechts één belang hebben: het verzekeren van het permanente geluk
van allen.
Vrijwel alle vroege socialistische denkers lieten zich leiden door een verlangen naar een
Utopia. Een plaats die niet bestond, maar volgens socialisten gemáákt kon worden. In de
praktijk viel dit tegen, in de 19e eeuw kwam dit niet van de grond en in de 20 e eeuw
zouden socialistische experimenten stuklopen op de realiteit van alledag of ten onder
gaan aan geweld en onderdrukking.
Karl Marx dacht er anders over: na de bestudering van de geschiedenis kwam hij tot het
punt dat de menselijke geschiedenis een aaneenschakeling is van botsingen tussen
bezitters en bezitlozen / Heersers en onderdrukten. Dit noemde hij de klassenstrijd. Deze
kende 6 opeenvolgende fases waarin de onderdrukte klasse de heersende klasse
overwon. De 5e fase, welke binnenkort zou komen, beschreef een opstand van de
uitgebuite arbeidersklasse die het kapitalisme en de kapitalisten zou vernietigen. De 6e
fase beschreef dat er nog volop strijd zou zijn tegen binnenlandse en buitenlandse
vijanden, maar uiteindelijk zou de mens zich bevrijden van het kapitalisme (de uitbuiting,
vervreemding en hebzucht). Ook wel de communistische klassenloze heilstaat genoemd.
Het socialisme van Marx, het Marxisme, wat hij heeft uitgewerkt in Das Kapital uit 1867,
heeft een wereldwijde ongekende invloed gehad. Minstens zo belangrijk was zijn invloed
op de arbeidersmassa’s van de 19e eeuw. Het Marxisme hield hun een mooie toekomst
en ‘garandeerde’ hen de overwinning. Het is er echter nooit van gekomen, waarschijnlijk
door het Marxisme zelf: hierdoor hebben arbeiders zich georganiseerd en verenigt
waardoor zij betere omstandigheden konden afdwingen. Hierdoor was het vernietigen van
het kapitalisme eigenlijk niet meer nodig.
Na de dood van Marx splitste het in twee partijen: Het Communisme (wilden de revolutie)
en de sociaal-democratie (wilden via democratie en algemeen kiesrecht).




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Markiew. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.81  3x  sold
  • (1)
Add to cart
Added