100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Complete samenvatting Fundamenten van de psychologie, Minor inleiding in de toegepaste psychologie Utrecht $4.74
Add to cart

Summary

Complete samenvatting Fundamenten van de psychologie, Minor inleiding in de toegepaste psychologie Utrecht

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document staan alle begrippen (met uitleg en voorbeelden) die je moet kennen voor het tentamen van hoofdstuk 1, 3 t/m 7, 9 en 10. Voor het vak heb ik een 7,6 gehaald. Dit vak is onderdeel van de minor inleiding in de toegepaste psychologie aan de HU. Ik heb de minor in het tweede semester va...

[Show more]

Preview 3 out of 19  pages

  • No
  • 1, 3t/m7, 9&10
  • February 27, 2024
  • 19
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Begrippenlijst uitwerkingen

Hoofdstuk 1: Wat is psychologie?

Psychologie= Een wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij die
gedragsevidentie gebruikt wordt om de interne processen te begrijpen die aan dat gedrag
ten grondslag liggen.


Wetenschappelijke revolutie= In Europa in de 16e-17e eeuw groeide de overtuiging dat ware
kennis gebaseerd is op systematische observatie en actief ingrijpen in de wereld. Het was
een nieuwe manier van denken.

Copernicaanse revolutie= Het nieuwe inzicht dat de aarde niet het centrum vormde van het
heelal. Start van de eerste natuurwetenschap.

Evolutie theorie= Charles Darwin; levende wezens zijn het resultaat van een
aanpassingsproces aan veranderende omstandigheden. Binnen elke soort bestaan
aangeboren individuele verschillen, waardoor niet elke eigenschap bij elk lid van de soort in
even grote mate aanwezig is (genetische variatie).

Dualisme= René Descartes; De overtuiging dat mensen uit twee onafhankelijke elementen
bestaan: een lichaam en een geest. De geest heeft een vrije wil en vormt de kern van het
menselijk denken. Het lichaam is niets meer dan een omhulsel van de geest. Visie sluit aan
bij Plato en katholieke kerk.

Rationalisme= René Descartes; ware kennis is gebaseerd op de rede, die door het toepassen
van logica nieuwe informatie afleidt uit de bestaande.

Nativisme= René Descartes; de overtuiging dat de mens aangeboren kennis heeft, die het
uitgangspunt vormt van alle andere, afgeleide kennis. Invloed van Plato, Aristoteles en
katholieke kerk.

Empirisme= John Locke; tegenbeweging van nativisme en rationalisme. De inhoud van de
geest wordt niet gevormd door aangeboren ideeën en afgeleide inzichten, maar via
zintuiglijke ervaringen die met elkaar geassocieerd worden.

Introspectie= Wundt; Kijken naar het eigen bewustzijn van binnenuit.

Structuralisme= Een stroming in de psychologie die op basis van introspectie de structuur
van het bewustzijn probeerde te ontdekken.

Functionalisme= Eerste belangrijke stroming binnen Amerikaanse psychologie. Meer
interesse in toegepaste psychologie dan in fundamenteel onderzoek. Het nut van het
bewustzijn (voor bijvoorbeeld overleving).

,Behaviorisme= Pamflet Watson; stroming waarin men het standpunt huldigt dat enkel
observeerbaar, meetbaar gedrag het onderwerp kan vormen van psychologisch onderzoek
en theorievorming. De studie van de invloed van een stimulus op de reactie van een persoon
of dier. Verwierp het structuralisme. Introspectie levert alleen maar subjectieve resultaten
op, die niet door anderen geverifieerd konden worden. Bewustzijn viel erbuiten.

Positivisme= beweging die ervan uitging dat de natuurwetenschappen de meest succesvolle
manier gebleken waren om de wereld te begrijpen en kennis te genereren. Het was van
belang om duidelijk te maken wat de wetenschappelijke methode precies inhield, zodat de
methode beschikbaar kon worden gesteld voor nieuwe disciplines. Watson (behaviorisme)
werd hierdoor geïnspireerd.

Operationele definitie= Men moest concepten definiëren in termen van gebruikte
meetprocessen en zo concreet mogelijke begrippen. Manier waardoor elke wetenschapper
op exact dezelfde manier een proef kan herhalen, voorbeeld van ‘honger’.

S-R-psychologie= Manier van beschrijven behaviorisme. Een stimulus lokt een respons uit.

Psychoanalyse= Bewustzijn en gedrag zijn zeer oppervlakkige fenomenen. De ware
oorsprong van het ontstaan van persoonlijkheidsverschillen en mentale stoornissen ligt bij
onbewuste krachten. Sigmund Freud grondlegger.


Hermeneutiek= onderzoeksmethode die aansluit bij de traditionele, filosofische cultuur.
Begrijpen van het verleden i.p.v. onderzoek natuurwetenschappen. Freud.

Cognitieve psychologie= Informatie wordt verwerkt in de hersenen en men kan de
mechanismen van de informatieverwerking blootleggen door gebruik te maken van de
natuurwetenschappelijke methode. Moderne psychologie.

Biopsychosociaal model= Model dat zegt dat alle functioneren het gevolg is van 3 invloeden:
een biologische, psychologische en een sociale. Men kan alleen een goed beeld van een
fenomeen krijgen, als men aan alle drie de invloeden aandacht besteedt. Moderne
psychologie.

Repliceerbaarheid= Herhaalbaarheid van een onderzoek. Mogelijkheid om een onderzoek
op exact dezelfde manier te herhalen.

Psychologisering= Toegenomen belang van psychologische variabelen en verklaringen in
menselijke relaties.

Stereotype= Een verzameling van simplistische en sterk veralgemeniseerde opvattingen over
een groep van mensen, die niet op persoonlijke ervaringen gebaseerd zijn en meestal een
negatieve ondertoon hebben.

, Hoofdstuk 3: De waarneming

Gewaarwording= (sensatie) De opname van een stimulatie uit de omgeving en het vertalen
van deze stimulatie in elektrochemische neuronale signalen die naar de hersenen gestuurd
kunnen worden en daar omgezet in beelden, klanken, geuren, smaken, etc.

Waarneming= (perceptie) het organiseren, interpreteren en begrijpen van de
gewaarwordingen. Bijv het herkennen van een melodie bij het horen van een
muziekinstrument.

Visuele agnosie= Aandoening waarbij de gewaarwordingen niet meer geïnterpreteerd
kunnen worden tot een betekenisvol geheel.

Perceptuele constantie= Fenomeen van gelijkblijvende voorwerpen, ondanks voortdurende
veranderingen in het retinale beeld. Grootte, vorm, lichtheid en kleur. Belangrijk omdat ze
onze gewaarwordingen corrigeren en ons in staat stellen om de werkelijke vormen, groottes
en kleuren van de wereld te zien en niet altijd veranderende retinale beelden.

Proximale stimulus= Het geheel van fysische energie dat onze receptoren bereikt. Bijv;
lichtgolven, geluidsgolven, het beeld van het hoofd van je vriendin op jouw retina.

Distale stimulus= Het voorwerp in de buitenwereld dat de fysische energie produceert. Bijv;
Het hoofd van je vriendin behoudt dezelfde vorm en grootte ondanks veranderende
proximale stimulus.

Heuristisch interpretatieproces= Interpretatieproces waarbij het visuele systeem de meest
waarschijnlijke distale stimulus berekent op basis van de veronderstellingen en de proximale
stimulus. Het proces is gebaseerd op een aantal veronderstellingen die meestal, niet altijd,
tot een juiste oplossing leiden.

Visuele illusies= Verkeerde percepties. Wanneer de veronderstellingen waar op visueel
systeem zich baseert, niet kloppen.

Bottom-up processen= De informatiestroom van de receptoren aan de basis naar de hogere
hersencentra die verantwoordelijk zijn voor het herkennen en classificeren van voorwerpen.

Primaire schets= Vereenvoudigd signaal en analyse van een beeld.

Perceptuele organisatie= Het vaststellen welke randen bij elkaar horen als onderdeel van
eenzelfde voorwerp door het visuele systeem. Ook wel het proces waarbij de verschillende
randen uit het retinale beeld gestructureerd worden in grotere gehelen die in een bepaalde
relatie tot elkaar staan.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lynn-peters. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.74
  • (0)
Add to cart
Added