§1 Stoffen verhitten
Gloeien, smelten en verdampen
Als je verschillende stoffen verbrand, zul je verschillende dingen waarnemen. Bijvoorbeeld; als je
platinadraad verhit gaat het gloeien, en als je water verhit zal je zien dat er een fase-gang optreed. Wat er
gebeurt bij een verwarming ligt dus aan de stof.
Chemische reacties
Sommige stoffen kunnen tijdens het verhitten ook verdwijnen. Tegelijkertijd ontstaan nieuwe stoffen. Je
neemt dan een chemische reactie waar. De stoffen die ontstaan noem je reactieproducten. Dit zijn
nieuwe stoffen met totaal andere stofeigenschappen dan de stoffen waarmee je begon, de beginstoffen.
Een chemische reactie kun je weergeven met een reactieschema:
beginstoffen → reactieproducten
Verbranden
Verbranden is een chemische reactie. Bij een verbranding spreek je van iets aansteken, en niet iets
verhitten. Voor een verbranding heb je een brandbare stof en ook zuurstof nodig. Zuurstof is een
bestanddeel van lucht. (hierom hebben kachels enz. een goede luchttoevoer) Zonder zuurstof kan een
brandstof niet branden.
Het reactieschema voor verbranden is:
Ontleden
Als je een propje papier verhit in een reageerbuis zonder lucht ziet het reactieschema er zo uit:
papier → koolstof + water + brandbaar gas
Bij deze reactie zijn uit één stof meerdere nieuwe stoffen ontstaan. Z’n reactie noem je een
ontledingsreactie of kortweg een ontleding. Het reactieschema voor een ontleding is:
beginstof → ontledingsproducten
Scheiden
Ook als je een mengsel scheidt, houd je 2 of meer stoffen over. Maar die stoffen waren vooraf al aanwezig.
Bij een mengsel is er geen sprake van een chemische reactie en dus ook niet van een ontleding.
, §2 Ontleden
Thermolyse
Als een stof ontleedt door verhitten, noem je dat thermolyse. Thermolyse = ontleding door warmte. Na de
verbranding van een stof houd je een zwarte stof over: koolstof. Stoffen die bij verhitting zonder zuurstof
verkolen, heten organische stoffen. Bij thermolyse van organische stoffen ontstaan meestal ook gassen
(schroeilucht) en rook (walm):
organische stoffen → koolstof + water + rook + (brandbaar) gas
Elektrolyse
Water gaat bij het verhitten over in waterdamp, dan als dat afkoelt wordt het weer condens. Toch kun je water
ontleden. Het lukt met behulp van gelijkstroom. Dit proces heet elektrolyse. Elektrolyse = ontleding door
elektriciteit. Het reactieschema voor de ontleding van water is:
water → waterstof + zuurstof
Waterstof heeft een kleinere dichtheid dan lucht, het is dan ook het allerlichtste gas dat bestaat.
Zuurstofgas heeft ong. een even grote dichtheid als lucht. Zuurstof is nodig om dingen te laten branden, in
zuivere zuurstof gaan verbrandingen nog veel feller dan in lucht. Zo kun je zuurstofgas aantonen.
Als je waterstof aansteekt, reageert het waterstof met zuurstof uit de lucht. Daarbij onstaat weer water.
waterstof + zuurstof → water
Fotolyse
Zilverbromide ontleedt als er licht opvalt. Bij deze ontledingsreactie blijven heel kleine korreltjes zilver achter,
ook ontstaat er broom:
zilverbromide → zilver + broom
Wanneer een stof ontleedt als er licht opvalt, noem je dat fotolyse. Ook waterstofperoxide ontleedt in licht.
Bij fotolyse van waterstofperoxide ontstaan zuurstof en water.
waterstofperoxide → water + zuurstof
Niet-ontleedbare stoffen
De ontledingsproducten van water, waterstof en zuurstof kun je op geen enkele manier verder ontleden.
Koolstof kun je ook niet verder ontleden. Door stoffen steeds zo ver mogelijk te ontleden, krijg je uiteindelijk
stoffen die niet meer ontleedbaar zijn. Dit zijn maar ong. 100 niet-ontleedbare stoffen → elementen. De
meeste stoffen zijn dus wel ontleedbaar. Ontleedbare stoffen worden ook vaak verbindingen genoemd.
Metalen
De meeste niet-ontleedbare stoffen zijn metalen. Alle metalen hebben bepaalde kenmerken
gemeenschappelijk. Ze geleiden warmte en stroom en hebben een glanzend opp als ze gepolijst zijn. Maar
ze hebben ook verschillen: dichtheid, smeltpunt, hardheid, sterkte.
Overige niet-ontleedbare stoffen
De niet-metalen vertonen weinig of geen gemeenschappelijke eigenschappen. Sommige zijn gasvormig
(waterstof, zuurstof, stikstof, chloor, helium) sommige zijn vloeistof (broom) en andere stoffen zoals koolstof
en jood zijn vaste stoffen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kceane. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.