Inleiding tot de vertaalkunde
hoorcollege 7
Hoofdstuk 5: vertaaluniversalia
Descriptieve vertaalwetenschappen
Descriptive translation studies
- Gideon Toury wilde vertaalwetten formuleren
o Methode: kwalitatieve studies waarbij bronteksten vergeleek met hun
vertalingen op basis van intuïtie en (subjectieve) analyse
- Focus op vertaalproduct:
o Formuleerde 2 wetten
Law of growing standardization = vertalingen hebben neigingen om
meer standaardtaal te hanteren dan niet-vertaalde teksten
Law of interference (positief of negatief) = vertalingen hebben
neigingen om talige elementen van brontekst over te nemen
Corpus-based descrpitive translation studies (CBDTS)
Mona Baker
Grondlegger CBDTS
- Vertalingen en vertaalpraktijk bestudeerd worden a.d.h.v. representatieve
verzameling van vertalingen in bepaalde taal of cultuur (m.a.w. a.d.h.v. corpora
(vergelijkbare eentalige corpora + tweetalige parallelle corpora))
- Wetten? → universal features of translation = features that typically occur in
translated texts rather than original utterances and which are not the result of
interference from specific linguistic systems
o M.a.w.: vertaaluniversalia zijn kenmerken die vaker voorkomen in vertaalde
teksten dan in originele uitingen en zijn NIET het gevolg van de invloed (en
dus interferentie) van een bepaalde brontaal op de doeltaal
Vertaaluniversalia volgens Baker
- Explicitering: vertalingen zijn explicieter dan bronteksten en niet-vertaalde teksten
- Simplificatie: vertalingen hebben neiging om te vereenvoudigen en ambivalentie op
te lossen
o Bv. Patty who was walking quickly fell over and hit her head on the kerb.
o --> patty die snel aan het wandelen was, struikelde en stootte haar hoofd
tegen de stoeprand; 2 Tijdens het wandelen struikelde Patty meteen en
stootte…
- Normalisatie: vertalingen hebben sterke neiging om conventionele grammatica te
hanteren
o Bv. “zijt ge zot of wa?” (gesproken NL) → “ben je gek geworden?”
(ondertitteling)
- Interferentie: vertalingen hebben neiging om kenmerken van de brontaal overdreven
te gebruiken
o Bv. Lange, complexe zinnen in NL teksten omdat ze vertaald zijn uit het Engels
, - Vertalingen hebben neiging om herhalingen in de BT te vermijden, ofwel door ze weg
te laten of te herformuleren
Kritiek op idee van vertaaluniversalia
- Worden ze in elke studie, elk corpus en bij elk vertaalpaar gevonden?
- Ze zijn niet precies genoeg omschreven of gedefinieerd
- Houden ze stand in het tijdperk van machine-vertaling, of worden ze juist
bestendigd?
- Heeft het wel zin om naar vertaaluniversalia/ vertaalwetten te zoeken?
o Zoeken naar tendenzen, trends, regelmatigheden interessanter
o En naar vertaalnormen
o Maar: helpt om eigen vertalingen kritisch te bekijken
Hoofdstuk 6: functies in vertaling
Ter herhaling…
- Vertaer moet complex onderhandelingssysteem in 2 richtingen beheersen (met
zowel de brontekst als met het doelpubliek)
- “double linkage” (= tweevoudige verbintenis) van het vertaalproces: de vertaler wil
o 1: de betekenis van de brontekst getrouw weergeven en
o 2: een vertaling produceren die aan de verwachtingen beantwoordt van het
doelpubliek
- Of vertaler brontekstgericht of doeltaalgericht moest werken is in geschiedenis van
vertaaldiscours altijd controversieel geweest
→ bepaalt vorm (en mate) van equivalentie waar je voor opteert
- Invloedrijke namen in vroege vertaalwetenschappen propageerden al een
doeltaalgerichte aanpak in veel gevallen:
o Nida, Nida en Taber:
Concept van “dynamische equivalentie” (→ later: functionele
equivalentie
= als je zelfde effect wil creëren bij doeltaallezer als effect dat
door bronuiting wordt teweeggebracht
o Catford
Concept van ‘situationele equivalentie’
= betekenis bevindt zich in wisselwerking tsn. Tekst en context;
het is deze wisselwerking die moet worden gerepliceerd in de
doeltekst
stelden context en doelpubliek al centraal: voorlopers van “functionalistische” theorieën
in de vertaalkunde
Nieuwe ‘functionalistische’ theorieën
Duitsland in jaren 70 & 80
Wat deze theorieën in gemeen hebben:
- Functie van tekst = prioritair
- Vertalen wordt doelgerichte activiteit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TaalkundeVUBSTUDENT. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.57. You're not tied to anything after your purchase.