100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
DEELTENTAMEN 1 - Hoorcollege aantekeningen (HC1-HC5) van Psychopathologie (Universiteit Utrecht 2024) $5.92
Add to cart

Class notes

DEELTENTAMEN 1 - Hoorcollege aantekeningen (HC1-HC5) van Psychopathologie (Universiteit Utrecht 2024)

 0 purchase
  • Course
  • Institution

Hierbij mijn overzichtelijke samenvatting van de eerste vijf hoorcolleges van de cursus Psychopathologie aan de Universiteit Utrecht. Dit zijn de colleges waar deeltentamen 1 over gaat. Ikzelf ben een derdejaars Psychologie studente die een affiniteit heeft voor Klinische Psychologie. In deze samen...

[Show more]
Last document update: 11 months ago

Preview 3 out of 23  pages

  • February 27, 2024
  • February 27, 2024
  • 23
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Lotte gerritsen
  • All classes
avatar-seller
PSYCHOPATHOLOGIE
 Deeltentamen 1: alle stof tot en met HC5 (Boek H7 t/m 12+14, Roefs (2022) & Stein (2022)).
 Deeltentamen 2: alle stof tot en met HC15, inclusief stof DT1.

Hoorcollege 1: Introductie college.
Behandelingen blijken maar voor 60% effectief. Aangezien er ook een grote toename is in psychische
klachten, is het van belang om psychopathologie beter te begrijpen. Oorzaken:
o Wachtlijsten GGZ
o Behandelingen werken maar beperkt
o Maatschappij wordt complexer
o Sociale media

Waarom scoren mensen hoog op depressie?
Omdat iemand een eenzame oudere, een chronisch zieke patiënt, iemand met geldproblemen of
jongeren tijdens covid is, kunnen ze hoog scoren op de zelfrapportage vragenlijsten. Maar vaak wordt
dit niet verklaart door depressie. Dat betekent natuurlijk niet dat zij geen problemen ervaren, of geen
lijdensdruk, want dat doen ze wel.
 Daarom is een zelfrapportage vragenlijst niet hetzelfde als een klinisch interview. Je kan de
vragenlijst als professional gebruiken om de lijdensdruk te meten, maar NOOIT om te
diagnosticeren.

The Happiness Trap: inzien dat je niet elke dag gelukkig kunt of zult zijn, leidt tot acceptatie en
uiteindelijk ook echt meer geluk.

Psychologie is geen exacte wetenschap.

We moeten proberen te classificeren om te kunnen bepalen of iemand een echte stoornis heeft en
behandelt kan worden, dat doen we op basis van symptomen die ze vertonen.

De omgeving waarin een individu zich bevindt, speelt een grote rol in of die persoon tot bloei komt of
juist niet. Iedereen gedijt in een andere omgeving.
 Er is meer risico op stemmingsproblematiek in grote steden, blijkt uit onderzoek.

Psychopathologie is ingewikkeld.
o Er is veel individuele variatie die interacterend is met de omgeving waar zij zich in bevinden.
o Mensen zijn MEER dan hun symptomen, want WAAROM hebben ze die symptomen?

Symptomen zijn een uitingsvorm. Bijvoorbeeld: controle drang (zie hieronder de uitwerking).

,Meestal zit er een positieve kant aan het onderliggende probleem, wat leidt tot instandhouding.
Controle drang kan ook leiden tot positieve dingen, omdat iemand bijvoorbeeld:
- Een gestructureerd persoon kan zijn;
- Mogelijk beter zijn best doet op school;
- Harder zal werken om fouten te voorkomen.

Professionals moeten orde scheppen in de chaos van symptomen. We hebben een betrouwbare manier
nodig om mensen te diagnosticeren zodat we ze op een valide manier kunnen helpen.
 Hiervoor hebben we de DSM-5 TR (de herziene versie).
 Met de tijd mee zijn er eigenlijk steeds meer labels bij gekomen, met hieraan zowel positieve als
negatieve kanten.

Er zijn nog altijd mensen die volgens onderstaande stromingen werken:
o Psychodynamische stroming
o Behaviorisme
o Humanistische stroming
o Cognitieve stroming
o Biologische stroming
 Bestaan allemaal naast elkaar. Eigenlijk zijn ze allemaal nodig voor de sociale context: om de
mens écht te kunnen begrijpen.

Een burn-out is geen DSM-5 classificatie, terwijl de combinatie van angst en depressie symptomen
vaak wijzen naar een burn-out. Als we dus alleen volgens de DSM-5 zouden werken, zouden we de
burn-out niet kunnen vaststellen. Doordat het geen officiële DSM-5 classificatie is, weten we nog niet
welke behandeling passend is, want er is simpelweg niet genoeg onderzoek naar gedaan.

Het is belangrijk om tijdens het gebruik van de DSM-5 de hoofd- en bijzaken van elkaar te scheiden.
o Criterium A = belangrijkste kenmerken;
o Criterium B + C = belangrijke aanvullende kenmerken;
o Daarna meer exclusie criteria.

Belangrijk: LEER DE PREVALENTIE VAN STOORNISSEN! Want iets wat 0.001% voorkomt, zal
niet per se meteen nu in dit geval wel meteen bij iemand vastgesteld worden.

Limitaties van de DSM-5:
o Comorbiditeit is de regel;
o Afbakening onduidelijk want veel overlap;
o Versnippering (veel diagnose mogelijkheden);
o Puur gericht op symptomen (uitingsvormen) en niet onderliggende etiologie (oorzaak).

 Oppassen voor diagnoses op basis van tijdelijke uitingsvormen/symptomen zonder naar
achterliggende oorzaak te kijken!

DSM classificaties werken het best als:
o iedere classificatie uniek is;
o iedere classificatie stabiel is;
o ze alles wat er is verklaren.

 Helaas zijn bovenstaande dingen niet mogelijk, want er is veel overlap tussen diagnoses (niet
uniek), mensen uiten zich dagelijks verschillend (instabiel) en sommige dingen staan er simpelweg
niet in.
 Kortom: DSM classificaties zijn handig, maar ze vertellen niet het hele verhaal!

, Wellicht 3 alternatieven voor de DSM?
1. Research Domain (RDOC) criteria: symptoomclusters linken aan neurobiologie.
 Dus gebaseerd op het idee dat alle stoornissen een biologische verklaring hebben, en dus proberen
het op te lossen met psychofarmaca. Helaas is dit (nu nog) niet altijd mogelijk en moet er nog
altijd veel onderzoek naar gedaan worden bij verschillende psychopathologie.

2. Hierarchical Taxonomy of psychopathology (HITOP): psychopathologie spectra.
 Geeft vaak de samenhang van stoornissen mooi weer.
 Eigenlijk een soort DSM op een spectrum, dus kan niet per se altijd beter zijn.

3. Netwerk Model theorie: samenhang van symptomen onderling.
 Er is geen achterliggend construct,
 Zoals een diagnose/ziekte/latente factor
 Focus op symptomen en de onderlinge samenhang/relatie
 Zo kan je psychotherapie eigenlijk personaliseren!

RDOC limitaties:
o Neurobiologische constructen zijn weinig specifiek;
o Neurobiologische constructen verklaren maar klein deel;
o Zelfs als het zou werken: meeste klinische praktijken hebben niet de juiste apparatuur;
o Wel goede bouwblokken voor onderzoek naar onderliggende neurobiologie.

HITOP limitaties:
o Combinaties van uitersten op een spectrum niet mogelijk;
o General factor -> onbekend wat dat inhoudt;
o Wel goed overzicht van samenhang tussen stoornissen.

NETWERK MODEL limitaties:
o Het gaat puur om correlaties tussen symptomen die gecorrigeerd zijn voor andere onderlinge
correlaties;
o Correlatie staat niet gelijk aan causaliteit.
o Wel inzicht gevend: samenhang, overlap en individuele aangrijpingspunten.

In de beschrijvende diagnose staat zowel de classificatie/diagnose als de symptomen. Hierin wil je de
hoofd- en bijzaken van elkaar scheiden en noteren wat relevant is om effectief te kunnen behandelen.

Hierin benoem je de:
o Kwetsbaarheden (predisponerende factoren);
o Oorzaken (luxerende factoren);
o Instandhoudende/versterkende factoren;
o Gevolgen.

Samenvattend:
o Mensen zijn divers en ingewikkeld;
o Symptomen zijn uitingsvormen;
o DSM classificaties zijn labels om te ordenen;
o Subjectief lijden + disfunctie zijn belangrijkste criteria.

Aan therapeuten de taak om…
1) orde te scheppen in symptomen;
2) te begrijpen waarom (predisponerend, luxerende en instandhoudende factoren);
3) te bepalen waar de nood zit en wat beste aangrijpingspunt is.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller psychologiestvdent. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

69052 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.92
  • (0)
Add to cart
Added