Klinische neuropsychologie bestudeert de relatie tussen hersenen en gedrag, bij gezonde mensen en
bij patiënten. De klinisch neuropsycholoog is een science-practitioner (klinische praktijk en
wetenschappelijk onderzoek).
• Relatie tussen hersenen en gedrag
• Toepassing in de klinische praktijk
• Zowel gericht op diagnostiek als behandeling
Geschiedenis:
• Jong vakgebied, sinds jaren ‘70 vorige eeuw
• Echter nadenken over hersenen en mentale functies is stamt al uit klassieke oudheid
• Hippocrates: hersenen spelen belangrijkste rol
• Artisoteles: hart is zetel van de ziel
• Celtheorie
• Decartes (1596-1650): ziel in pijnappelklier/epifyse
Het is een experimentele psychologie. Opzet eerste experimenten waren vooral gericht op
waarneming. Nadruk op objectieve, gestandaardiseerde methoden. Er worden kwantitatieve
metingen van cognitieve functies gedaan. Het meten van individuele verschillen en vergelijken met
normgroepen.
De eerste testen waren vooral gericht op het voorspellen van schoolsucces of geschiktheid voor een
militaire dienst. Binet ontwikkelde een intelligentietest. Dit werd een uitgangspunt voor de
ontwikkeling van diverse neuropsychologische tests.
Plaats binnen gezondheidszorg
Patiënten met hersenbeschadiging behoren voorheen tot het vakgebied neurologen en psychiaters .
Sinds WOII is er in toenemende mate een vakgebied van psychologen. Luria: integratie van zowel
holistische als lokalisatietherorieen om te kijken naar het brein. Hersenen zijn als geheel
verantwoordelijk voor gedrag, maar er zijn wel gelokaliseerde deelfuncties te onderscheiden.
Dissociatie: een patient A met een lesie op plaats X heeft een stoornis op taak A maar niet op taak B.
Dubbele dissociatie: een patient B met een lesie op plaats Y heeft stoornis op taak B maar niet op A
(tegenovergestelde).
De eerste neuropsychologische tests werden ontwikkelt door Benton en Warrington.
1967: oprichting International Neuropsychological Society → onder leiding van Benton
1976: eerste editie Neuropsychological Assessment → onder leiding van Lezak
1
,Beeldvorming
Vanaf 1980; locatie van hersenbeschadiging kan worden vastgesteld. Neuropsychologisch
onderzoek is belangrijk om de gevolgen van de hersenbeschadiging in kaart te brengen. Er is geen 1
op 1 relatie. Netwerkmodellen werden ontworpen door computers om het functioneren in de
hersenen na te bootsen.
Huidige neuropsychologie
1970 ontstond de Nederlandse Vereniging voor Neuropsychologie. Centraal staat de individuele
patiënt is een n=1 studie of single-case study. Het is een breed werkveld die ook betrokken is bij zorg
(diagnostiek, indicatiestelling, behandeling) en wetenschappelijk onderzoek.
Single-case study N=1
Het is een wetenschappelijke methode toepassen op het individu.
Test hertestbetrouwbaarheid, Meet de test wat je beoogt te meten? Validiteit en COTAN zijn van
belang bij onderzoek.
Stoorfactoren beïnvloeden de testprestatie en vallen niet binnen meetpretentie van de test. Het kan
uiten in visusproblemen, gehoor problemen, pijnklachten, vermoeidheid en spanning.
Onderpresteren of overrapporatage komt voor bewust en onbewust. Anosognosie kan ten
grondslag liggen, dit is een gebrek aan inzicht, bewustzijn of herkenning van een patiënt voor zijn
ziekte en de gevolgen daarvan. Het externe belang speelt een rol en kan zorgen voor een afname van
prestatievalidatietaken (balans tussen sensitiviteit en specificiteit, onder kansniveau).
2
,Single cases worden afgezet tegen normgegevens om klachten of bepaald gedrag te vergelijken met
de norm.
Behandeling:
- Altijd rekening houdend met kenmerken van de specifieke patiënt (hersenletsel, cognitief
profiel)
o Psycho-educatie
o Cognitieve gedragstherapie
o Relatie en systeemtherapie
o Acceptance and committment therapie (ACT)
3
, Hoorcollege 2: Wetenschappelijke methoden, beeldvorming en
plasticiteit
Empirische cyclus
Inductief redeneren:
Observatie → data verzamelen → patroon ontdekken → hypothese of theorie formuleren om te
generaliseren
Deductief redeneren:
Theorie (generalisering) → hypothese formuleren → observeren of analyseren → hypothese
bevestigen of verwerpen
Type 1 fout is een false discovery. De nulhypothese is verworpen terwijl deze in werkelijkheid klopt.
Type 2 fout is dat de nulhypothese niet is verworpen terwijl deze in werkelijkheid fout is.
Ethiek waarborgen door:
- Informed Consent
- METC
- AVG
- WMO
- GCP
PICO-methoden:
P = patient (wie is de patientengroep)
I = intervention (diagnostische test, CGT)
C = comparison (waar vergelijk je mee? Placebo?)
O = outcome (uitkomst maat, effectgrootte, specificiteit)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floortjestrijbis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.56. You're not tied to anything after your purchase.