Staatsrecht samenvatting
Kenmerken van de staat:
Soevereiniteit
Grondgebied
Gemeenschap van mensen
Verdrag: Schriftelijke overeenkomst tussen staten.
Soevereiniteit:
Het hoogste gezag van de staat is gericht op het scheppen en handhaven van orde en
recht.
Geweldsmonopolie: exclusieve bevoegdheid van de staat om geweld te gebruiken.
Staat: Het land met grondgebied en inwoners of de overheid.
Rechtspersoon: Zelfstandige drager van rechten en plichten en als staatsmacht kan
optreden.
Grondgebied:
Staat heeft exclusieve zeggenschap over zijn gehele territorium
Land, binnenwateren, zee en luchtruim.
Gemeenschap van mensen:
Gemeenschap wordt gevormd door afstamming of nationaliteit.
Taken overheid:
Zorgt voor bescherming van de burgers door landgrenzen te verdedigen en de orde te
handhaven.
Zorgt ervoor dat het algemeen belang wordt gediend.
Publiek recht: Regelt de verhouding tussen de staat en de burger.
Burgerlijk recht: Regelt de juridische verhoudingen tussen (rechts)personen.
Staatsrecht: Betreft de manier waarop de staat is ingericht en het optreden van de overheid
is georganiseerd.
Hoofdlijnen Staatsrecht:
Inrichting van de staat en verdeling van bevoegdheden.
Handhaving van de individuele vrijheden van de burger.
Rechtspraak en rechtsbescherming tegen de overheid.
Totstandkoming, gelding en handhaving van het recht.
Het Nederlands Koninkrijk:
Vanaf 10-10-’10: Nederland: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (BES-eilanden) zijn openbare lichamen.
Statuut: Staatsregeling waarin afspraken zijn vastgesteld over onderlinge verhoudingen
in het Koninkrijk en de samenwerking.
Eigen afzonderlijke staten mogen eigen aangelegenheden zelf behartigen.
,Rechtsgevolgen Nederlanderschap:
Vrije toegang en verblijf.
Exterritoriale werking: Wetboek van Strafrecht heeft werking buiten Nederland.
Diplomatieke bescherming: Vertegenwoordigers van Nederland zetten zich in voor
Nederlanders die in het buitenland gevangen zijn genomen goed worden behandeld door
de buitenlandse staat.
Nederlanders worden niet aan andere staten uitgeleverd als niet zeker is dat ze hun straf
in Nederland mogen uitzetten.
Wet AB
Art, 4 Gw: Actief en passief kiesrecht
Sommige openbare functies zoals burgemeester (art. 63 Gemw.) en rechter.
Voorzieningen en uitkeringen.
Vreemdeling: Hij die de Nederlandse nationaliteit niet bezit.
Rijkswet Nederlanderschap regelt nationaliteit zaken.
Redenen Nederlanderschap ontnemen:
Misdrijven tegen de mensheid plegen
Zonder toestemming van de regering mensen werven voor vreemde krijgsdienst of
gewapende strijd.
Koppelingsbeginsel: Uitgangspunt dat het recht op een verstrekking of voorziening van de
overheid is gekoppeld aan het rechtmatig verblijf.
Grondrechten: Mensenrechten van burgers waar de overheid alleen inbreuk op mag maken
als dit wettelijke bepaald is.
Bronnen van het staatsrecht:
Verdragen
Statuut
Grondwet
Jurisprudentie
Gewoonterecht
Grondwet 1815:
Regelt de inrichting en het functioneren van de Nederlandse staat en de staatsorganen
en de verdeling van de staatsmacht.
Regering: Koning en de ministers (art. 42 lid 1 Gw.)
Formele wetgever: Regering en Staten-Generaal stellen gezamenlijk wetten (in formele
zin) vast.
Statuut 1954:
Regelt de organisatie van het Koninkrijk en de onderlinge verhoudingen en
samenwerking tussen Nederland en de overzeese delen van het Koninkrijk.
Organieke wetten:
Wet in formele zin die in opdracht van de Grondwet tot stand is gekomen.
Bv: provinciewet en gemeentewet, wet op de Raad van State, wet RO, RWN en Vw.
, Raad van State: orgaan dat o.a. juridische adviezen geeft aan de Nederlandse overheid.
Koninklijk Besluit:
Een dergelijk besluit afkomstig van de Nederlandse regering.
Bv: Benoeming van burgemeester.
Jurisprudentie:
Uitspraken van rechters.
Vorming van nieuwe staatsrecht.
Gewoonterecht:
Ongeschreven regels.
Voorwaarden: Bepaald gebruik waarvan men vindt dat het juridisch gezien zo hoort en
een zekere tijd voortduurt.
Vertrouwensregel.
Verdragen:
Rechtstreekse verdragen die werking hebben in NL: EU-Verdrag, Verdrag van
Schengen, Vluchtelingenverdrag, EVRM en BUPO.
Nachtwakerstaat: Terughoudende houding van de overheid. Alleen ingrijpen wanneer het
moet. Zorgen voor veiligheid, rust en orde.
Sociale verzorgingsstaat: Actieve houding van de staat. Een menswaardig bestaan
garanderen en in te grijpen in het sociaaleconomische leven.
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1579: Statenbond.
1789: Franse Revolutie
1795: Fransen veroveren Verenigde Nederlanden.
Statenbond: Samenwerkingsverband tussen zelfstandige staten gebaseerd op een verdrag.
Confederatie
Bondsstaat: Staat bestaande uit grotendeels onzelfstandige federale staten met een
centraal federaal gezag. Federatie. Constitutie. VS en Duitsland.
Eenheidsstaat: Staat bestaande uit onzelfstandige delen onder een centraal gezag.
Het grootste verschil tussen een statenbond en een bondsstaat is dat de deelstaten in een
bondsstaat hun zelfstandigheid en daarmee ook hun staatsmacht grotendeels afstaan aan
een centraal gezag, de federale regering.
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat: De centrale overheid heeft een deel
van haar regelgevende en bestuurlijke taken en bevoegdheden overgedragen aan lagere
overheden, zodat het staatsgezag deels op centraal en deels op decentraal niveau ligt.
Openbaar bestuur decentraal niveau: Provincies, gemeenten en waterschappen (art. 123
en 133 Gw.)
Kenmerken democratische rechtstaat:
Eerbiediging van grondrechten
Legaliteitsbeginsel: Elk optreden van de overheid moet grondslag hebben op de wet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nh28. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.44. You're not tied to anything after your purchase.