Samenvatting Internationaal Recht
Wat is internationaal recht?
Het recht tussen staten onderling: vreedzame co-existentie
Het recht tussen burgers, staten en internationale organisaties
Mare liberum: Rechtsbeginselen worden ontleend aan universele waarden.
Verdagen: Overeenkomsten gesloten onder internationaal publiekrecht die tussen partijen
verbindend zijn.
Internationale gewoonte:
Als recht aanvaarde: Opinio Iuris: Het moet een rechtsregel zijn.
Algemene praktijk: USUS. Moet regelmatig gebruikt worden door meerdere staten.
Art. 38 lid 1 Statuut IGH
Internationaal publiekrecht:
Regelgeving die staten waardevol vinden om na te komen.
Het publiek of openbaar gezag bedenkt regelgeving om internationale problemen zoals
milieuvervuiling of terrorisme te bestrijden.
Internationaal privaatrecht:
Richt zich op geschillen tussen natuurlijke en rechtspersonen onderling.
Bv: Huwelijk tussen Fransman en Duitse en loopt uit tot een scheiding.
Afwezigheid van een internationaal systeem van handhaven:
In de internationale rechtsorde is er geen centrale wetgevende, uitvoerende en
rechterlijke macht.
Handhaving ligt bij de staten zelf om verdragen na te komen.
Internationale organisaties kunnen via organen sancties opleggen.
Kenmerken van de internationale rechtsorde:
Soevereiniteit: Hoogste gezag. Staten zijn het hoogste gezag in hun eigen territorium en
mogen alles zelf bepalen.
Basisregel: Ieder land respecteert de soevereiniteit van andere landen. Als iemand niet
mee wilt doen mag dat.
Afhankelijkheid: Staten zijn afhankelijk van elkaar.
Uitgangspunt: vreedzame co-existentie. Staten willen vreedzaam leven naast elkaar
bestaan.
Horizontale rechtsgemeenschap: staat - staat
Geen centrale wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht
Geen verplichte onderwerping aan internationale rechtspraak (je hoeft niet mee te doen
als je niet wilt)
Geen feitelijke afdwingbaarheid rechterlijke beslissingen (je kan iemand niet dwingen om
mee te doen)
Doorwerking:
Monisme: Internationaal recht is een automatisch deel van nationaal recht. Geen
omzetting nodig.
, Dualisme: Internationaal recht en nationaal recht zijn strikt gescheiden. Int. recht moet
omgezet worden naar nationaal recht via aparte wet.
Nederland: Gematigd monistisch stelsel.
Drie vragen over doorwerking:
Hebben internationale regels werking in nationale rechtsorde?
Kan een burger zich voor de nationale rechter op internationaal recht beroepen?
Heeft internationaal recht voorrang op nationaal recht?
Rechtstreekse werking:
In geval van strijd tussen internationaal en nationaal recht, wordt nationaal recht alleen in
geval van eenieder verbindende bepalingen opzijgezet.
Een bepaling is rechtstreeks werkend als de bedoeling van de partijen duidelijk is om
objectief recht zonder dat daarbij een uitvoerende maatregel noodzakelijk is.
Toetsing verdragen en onze wetten:
De rechter mag verdragen niet aan de grondwet toetsen (art. 120 Gw.)
Eenieder verbindende bepalingen van besluiten van internationale organisaties voor op
Nederlandse wetten incl. wetten in formele zin. (art. 93 en 94 Gw.)
Waarom: Voorkomen dat de rechter op de stoel van het parlement gaat zitten.
Binnen de Nederlandse rechtsorde is het internationaal recht van invloed op de
besluitvorming van de rechter, want hij kan toetsen of nationaal recht strijdig is met
internationaal recht.
Een individu kan zich beroepen op verdragsbepalingen.
Internationaal en nationaal recht in Nederland:
- Art 91 Grondwet: behoud soevereiniteit
- Art 92 Grondwet: opgeven soevereiniteit
- Art 93 Grondwet: gematigd monistisch stelsel
- Art 94 Grondwet: Voorrang internationaal recht
Verdagen: Overeenkomsten gesloten onder internationaal publiekrecht die tussen partijen
verbindend zijn.
Bilateraal verdrag: Een verdrag gesloten tussen twee staten.
Multilateraal verdrag: Een verdrag gesloten tussen meer dan twee staten.
Gemengd verdrag: Een verdrag gesloten tussen staten en een internationale organisatie.
Synoniemen verdrag: statuut, protocol, conventie, convenant of akkoord.
Voorbehoud: Partijen blijven bij hun standpunt en men wil geen concessies doen over de
tekst. Staten maken voorbehoud en zijn dan niet gebonden aan het artikel in het verdrag
waar een voorbehoud is gemaakt.
Ondertekening: Een bevoegd vertegenwoordiger van de staat ondertekent het verdrag (nog
NIET gebonden aan de regels).
Depositaris: Voeren van een administratie van alle ratificaties.
General comment:
Ratificatie: Nationale procedure waar verdragen worden goedgekeurd.
, Internationaal Gerechtshof (IGH):
Voornaamste rechterlijke orgaan VN
Taken: - Geschillen beslechten tussen staten en adviseren andere organen die advies
vragen aan IGH (niet juridisch bindend) (art. 92 en 96 VN-Handvest)
Rechterlijke beslissingen hebben gezaghebbende werking (art. 94 VN-Handvest)
Naast IGH heb je ook Internationaal Strafhof, Joegoslavië-Tribunaal, Rwanda Tribunaal
voor het Recht van de Zee en het Europees Hof voor de Rechten van de mens (EHRM)
Doctrine: Opvattingen van de meest bevoegde schrijvers als hulpmiddel gebruiken voor
bepalen van een rechtsregel.
Internationale organisaties:
Opgericht door staten
Nemen via organen besluiten die van invloed kunnen zijn op de nationale rechtsorde.
Besluiten van int. org. Is een rechtsbron.
Gewoonterecht:
Materiële element: Internationale gebruik
Opinio iuris: Als recht aanvaarde algemene gewoonte
Algemene rechtsbeginselen:
Toepassen van redelijkheid en billijkheid
Goede trouw / Pacta sunt servanda: art. 26 WVV
Ius Cogens:
Dwingend recht waarvan niet afgeweken mag worden
Bv: verbod op genocide, verbod op slavernij en piraterij.
Art. 53 en 63 WVV
Erga omnes: Vloeien voort uit hedendaagse beginselen van internationaal recht zoals het
verbod op discriminatie, genocide en slavernij. Ieder verbindend.
Eenzijdige handelingen:
Feitelijke (rechts)handelingen die gericht zijn op een bepaald rechtsgevolg
Staat aanvaardt een situatie waaruit rechten en plichten kunnen voortvloeien
Kunnen in (on)geschreven vorm voorkomen
Bv: Erkenning, protest, zwijgen van de staat
Samenloop: Gewoonterecht wordt opgeschreven als geschreven recht
Rechtsbronnen:
Art. 38 lid 1 Statuur IGH
Besluiten van Internationale organisaties
Eenzijdige Handelingen
Ius Cogens
Rechtssubjecten: Zelfstandige dragers van rechten en plichten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nh28. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.