100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting deeltentamen A $7.50   Add to cart

Summary

Samenvatting deeltentamen A

 35 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een volledige samenvatting van het boek Grondslagen van het recht: hoofdlijnen Voor het vak grondslagen van het recht voor sociale wetenschappen. Hier staat alles in wat je nodig hebt voor deeltentamen A

Preview 4 out of 55  pages

  • October 8, 2018
  • 55
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Week 1
1. Recht
1. Rechtsregels
Zolang alles volgens verwachtingen loopt en er geen problemen opduiken, leidt het recht een
sluimerend bestaan. Wanneer er wel problemen opduiken is er een grote kans dat we ons op het recht
beroepen en onze ‘eigen rechten’ ter sprake brengen. We willen duidelijk maken dat wij bepaalde
claims hebben en dat de ander een bepaalde verantwoordelijkheid of verplichting heeft.
Rechtsregels in het dagelijks leven hebben een aantal functies:
1) Ze verschaffen informatie: we kunnen te weten komen welke rechten en plichten wij en
anderen hebben.
2) We weten op grond daarvan hoe we ons behoren te gedragen en wat we mogen verwachten
van anderen
3) Het is duidelijk hoe ons leven bepaald en bestuurd wordt door rechtsregels

2. Rechtsregels en andere sociale regels
Naast rechtsregels zijn en ook sociale regels die het gedrag van de mens bepalen:
1) Groepsregels -> hoe moeten leden van een groep zich gedragen, wat ze wel en wat ze niet
moeten doen om bij de groep te horen
2) Morele regels - >normen en waarden die betrekking hebben op de fundamentele levensvragen
3) Regels van beroepsethiek -> dit geeft aan hoe het beroep op een juiste en zorgvuldige wijze
uitgevoerd dient te worden.
Rechtsregels en andere sociale regels overlappen elkaar regelmatig. Een rechtsregel verbiedt wat ook
sociaal onaanvaardbaar wordt gevonden. Soms verwijst een rechtsregel zelfs naar sociale regels zoals
morele regels en verbindt aan die regel juridische gevolgen. Anderzijds zijn rechtsregels soms in strijd
met sociale regels (toegestane abortus en euthanasie -> strijd met sommige geloven).
Zowel rechtsregels als sociale regels pakken een ‘overtreder’ aan. Sociale sancties (e.g. uitgelachen
worden om je gekke kleren) worden vaak als erger ervaren dan een juridische sanctie (e.g.
parkeerbon).

3. Rechtssysteem
Juridische regels en juridische instituten fungeren als een systeem dat de samenleving en het sociale
leven ordent en stuurt.

3.1 Functies van het rechtssysteem
Er zijn verscheidene functies van het rechtssysteem:
1) Het scheppen van sociale orde: zo gedraagt iedereen zich op eenzelfde manier en kan men zijn
handelen op elkaar afstemmen.
2) Het bevorderen van niet-gewelddadige conflictbeslechting: door middel van een derde worden
rechtsbeslissingen genomen, dit voorkomt dat mensen het recht in eigen handen nemen.
3) Het garanderen van de individuele ontplooiing en autonomie van burgers: men kan, binnen
bepaalde grenzen, het leven inrichten op een manier die ze zelf kiezen.
4) Het bewerkstelligen van een zo rechtvaardig mogelijke verdeling van schaarse goederen in de
samenleving
5) Het kanaliseren van sociale verandering

3.2 Functies van staatsorganen
De overheid heeft een belangrijke taak bij de verwezenlijking van de doelstellingen van het
rechtssysteem. Daarvoor zijn verschillende organen in het leven geroepen:
o Wetgeving, het vast stellen van algemene regels.

, o Bestuur, het vaststellen alleen van algemene regels is niet genoeg. Ze moeten ook uitgevoerd
en toegepast worden. De overheid stelt overheidsorganen in die regels uitvoeren, toepassen of
op de naleving ervan toezien. Voorbeelden hiervan zijn politie en belastingdienst.
o Rechtspraak, de rechten is het orgaan dat oordeelt of de overtreding van rechtsregels
daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.

4. Soorten rechtsregels
Er kunnen verschillende soorten rechtsregels onderscheiden worden.

4.1 Gedragsnormen
Rechtsregels kunnen een gedraging gebieden, verbieden of toestaan, dit zijn gedragsnormen. In het
strafrecht wordt vaan verboden of geboden, hier zit dan dwang of straf aan gebonden.

4.2 Sanctienormen
Dit is een regel die aangeeft wat degene die zich niet aan een gedragsnorm houdt te wachten staat.
Gedragsnormen en sanctienormen zijn vaak aan elkaar gekoppeld. Bij sancties in het strafrecht gaat
het meestal om een straf. In andere rechtsgebieden komen andere sancties voor. E.g. bestuursdwang ->
foutgeparkeerde auto wegslepen.

4.3 Bevoegdheid verlenende normen
Bevoegdheid verlenende normen geven staatsorganen een bepaalde macht. Dit kan inhouden dat een
staatsorgaan rechten en plichten vaststelt of bepaalde handelingen verricht. E.g. bestuursorgaan/rechter
-> bevoegdheden moeten zo helder mogelijk worden vastgesteld.

5. Positiviteit, gelding en effectiviteit van recht
Rechtsregels zijn regels die op een bepaalde tijd in een bepaalde rechtsgemeenschap voorkomen. Om
het begrip voorkomen te begrijpen, wordt er onderscheid gemaakt tussen positiviteit, gelding en
effectiviteit.

5.1 Positiviteit
Positief recht houdt in dat het recht in een bepaalde gemeenschap door mensen vastgesteld of erkend
is. Dit onderscheidt zich van ideaal recht -> het recht dat men wenst en nastrevenswaardig vindt (dit
verschilt per gemeenschap). Het positieve recht kan voor iemand geheel of gedeeltelijk met het ideale
recht samenvallen.

5.2 Gelding
Positieve rechtsregels hebben doorgaans gelding, ze zijn verbindend. Dit houdt in dat een rechtsregel
op een bepaalde plaats en tijd voor een bepaalde groep personen aanspraak op gehoorzaamheid heeft.
De rechtsregel legt rechten, plichten of bevoegdheden vast die in het algemeen juridisch afdwingbaar
zijn.

5.3 Effectiviteit
Hiermee wordt het recht bedoeld dat in het algemeen daadwerkelijk gehoorzaamd wordt dan wel
daadwerkelijk toegepast of gehandhaafd wordt. Niet alle positieve rechtsregels in ons rechtssysteem
zijn effectief, sommige worden niet meer toegepast of gehandhaafd. Soms staan de opvattingen in de
samenleving haaks op de rechtsregel en is het recht nog iet aan die nieuwe opvattingen aangepast ->
achter lopen op sociale werkelijkheid. Soms kan aan het licht gekomen gebrekkige effectiviteit van
regelgeving reden zijn voor actie van de overheid. Dit kan zowel zorgen voor afschaffing als voor
striktere controle en handhaving.

6 Twee betekenissen van recht
In het juridische spraakgebruik wordt recht in ten minste twee betekenissen gebruikt: objectief recht en
subjectief recht.

,6.1 Objectief recht
Als er gesproken wordt van het ‘sociaal recht’ of van ‘het staatsrecht’ gaat het hier over het geheel van
rechtsregels. Objectief recht bestaat uit de verzameling van alle Nederlandse rechtsregels.

6.2 Subjectief recht
Bij subjectief recht heeft het woord recht de betekenis van bevoegdheid of aanspraak. Burgers kunnen
aan een breed scala van wetten (e.g. eigendomsrecht, recht op schadevergoeding, etc.) subjectieve
rechten ontlenen.
Grondrechten
Grondrechten hebben in ons rechtssysteem een prominente plaats. Ze zijn opgenomen in hoofdstuk 1
van de Grondwet. Het begint met de formulering van het recht op gelijke behandeling. En nog een tal
van andere zogenoemde klassieke vrijheidsrechten. Daarnaast kent de Nederlandse Grondwet de
zogenoemde sociale grondrechten. Deze kunnen worden gezien als een opdracht aan de overheid om
essentieel geachte doeleinden na te streven (e.g. Artikel 19, lid 1: bevordering van voldoende
werkgelegenheid is voorwerp van zorg der overheid).
Twee kanten van het subjectieve recht
Het ‘mogen’ of een ‘aanspraak’ hebben is de positieve kant van het subjectieve recht. Er is ook nog
een andere kant: het subjectieve recht respecteren. (E.g. van een auto afblijven die niet van jou is).
Subjectief recht en plicht
Soms correspondeert met het subjectieve recht van de één een specifieke rechtsplicht van een ander. In
plaats van niet te doen (het subjectieve recht accepteren) bestaat er de plicht om iets te doen.
E.g.: tegenover het recht van de werknemer op loon staat de plicht van de werkgever om het loon te
betalen.
Het is echter niet zo dat er tegenover de plicht van de een altijd een subjectief recht van een ander
staat.

6.3 Subjectief recht en objectief recht
Subjectieve rechten berusten op het objectieve recht, ze staan dus niet los van elkaar. Iemand heeft
bevoegdheden, rechten en plichten, wanneer deze gebaseerd kunnen worden op rechtsregels die
behoren tot het objectieve recht.



2. Indelingen in het recht
1. inleiding
Een groot deel van het Nederlandse positieve recht is te vinden in systematisch opgezette wetboeken
en wetten. Deze worden opgedeeld in verschillende rechtsgebieden. De regels van een rechtsgebied
vertonen en onderlinge samenhang

2. Codificatie, wetboeken en wetten
Codificatie -> poging alle rechtsregels op een rechtsgebied op systematische wijze in een wetboek
(codex) op te nemen. Hieraan zitten verschillende voordelen: het zorgt voor inzichtelijkheid en de
onderlinge samenhang komt naar voren. De leidende gedachten achter codificatie was dat op deze
wijze het recht zo volledig en duidelijk mogelijk vastgelegd werd, zodat de burgers wisten waarop zijn
konden rekenen en hun gedrag op de rechtsregels konden afstemmen. Tussen wetboeken en wetten is
juridisch geen verschil. Een wetboek is eigenlijk een uitgebreide wet.
Niet alle regels die tot een rechtsgebied behoren, staan in het betreffende wetboek.

, 3. Rechtsgebieden
De klassieke indeling van het nationaal recht bestaat uit drie rechtsgebieden: het privaatrecht, het
staats-en bestuursrecht en het strafrecht. Deze rechtsgebieden kunnen weer in kleinere gebieden
worden ingedeeld. Staats- en bestuursrecht en het strafrecht worden tot het publiekrecht gerekend.
E.g. strafrecht -> economisch strafrecht, verkeersstrafrecht, etc.
Staatsrecht -> constitutionele recht, provincierecht, gemeenterecht, etc.
Ook worden functionele rechtsgebieden onderscheden. Dit heeft betrekking op een bepaald thema en
regelt relaties tussen betrokkenen. Sociaal recht, milieurecht en het gezondheidsrecht zijn hier
voorbeelden van.

4. Publiekrecht en privaatrecht
Privaatrecht -> juridische relatie tussen burgers
Publiekrecht -> de verhoudingen tussen overheidsorganen onderling en tussen overheidsorganen en
burgers.
Rechtsverhoudingen
Privaatrecht -> de betrokkenen gebruiken het recht om hun eigen belang te behartigen. Ook is het zo
dat de betrokkenen nevengeschikt zijn; ze zijn gelijk aan elkaar.
Publiekrecht -> de overheid treedt op ter behartiging van het algemeen belang. De overheid stelt de
rechtsgevolgen vast. Er is dan sprake van een gezag relatie: de burger is ondergeschikt aan de
overheid. Wanneer het gaat tussen twee overheidsorganen is de rechtsverhouding weer anders. Er is
sprake van een hiërarchie, maar tegelijk zijn aan provincies en gemeenten bevoegdheden toegekend
om hun eigen huishouding zelf te besturen. Overheden werken vaak nauw samen zonder dat er sprake
is van ondergeschiktheid.
Let op: niet altijd is de relatie tussen overheid en burger van publiekrechtelijke aard. E.g. wanneer de
gemeente een gebouw huurt om er asielzoekers in onder te brengen, is er sprake van een
overeenkomst, waarop het privaatrecht van toepassing is.
Rol van de rechter
Privaatrecht -> bij een conflict waar de burger partijen zelf niet uitkomen kan een van de partijen een
burgerlijkrechter inschakelen. Het inschakelen ligt bij de partijen zelf. Burgers kunnen zelf een eind
maken aan de procedure.
Publiekrecht -> Wanneer er sprake is van, volgens burgers/organisatie, onjuist overheidsbesluit
kunnen zij een beroep doen op de bestuursrechter.
Bij het strafrecht is het overheidsorgaan Openbaar Ministerie belast met het inschakelen van de
rechter. Alleen het OM kan een strafvervolging instellen, vervolgingsmonopolie. Burgers kunnen niet
zelf een eind maken aan de procedure

4.1 publiekrecht
Algemeen
Het staats- en bestuursrecht en het strafrecht worden gerekend tot het publiekrecht.
Staatsrecht
In het staatsrecht zijn de regels te vinden over de wijze waarop onze staat is opgebouwd. In de
Grondwet staat vast welke staatsorganen er zijn en wat deze mogen of moeten doen. Er zijn
wetgevende en bestuurlijke organen voor het hele land, op provinciaal niveau en op gemeentelijk
niveau.
Belangrijkste staatrechtelijke regelingen -> Statuut (regeling van de staatsrechtelijke inrichting van het
Koninkrijk der Nederlanden) en de Grondwet (staatsinrichting van Nederland).
Er zijn twee vormen van grondrechten te onderscheiden:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iris98. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.50  1x  sold
  • (0)
  Add to cart