Alle HC van het vak belastingrecht in economisch perspectief I week 1 tot en met 6, woord voor woord meegetypt. Er kunnen eventuele taal- en spellingfouten in zitten ik typ letterlijk mee wat de docent zegt en pas de bestanden niet aan om verwarring te voorkomen. In het document zitten schema's en ...
Belangrijk is de balans. Die wordt heel vaak verkeerd gelezen. Linker en rechterkant, debet
en creditkant. Aan de ene kant, links, staat wat hebben we. Aan de andere kant staat: hoe
zijn we eraan gekomen, hoe gefnancierd? Je kan kijken hoe fnanciert je iets? Door eigen
geld of dat je het fnanciert, dus het leent. De eerste vraag die hij stelt is: aan welke kant van
de balans staat geld? Links. Het allerbelangrijkste wat je bij dit vak moet leren is dat geld
links staat. Het gaat soms meerdere keren fout. In het taalgebruik zijn het termen die niet
overeenkomen met het jaarrekeningrecht.
Als je kijkt naar splitsing van de balans: vaste actva zijn actva die voor de lange tjd in de
onderneming ziten en vlote actva zijn actva die voor de kortere tjd in de onderneming
ziten. Dan heb je grond, gebouw en machines en dan staat er liquide middelen dat zijn kas
en bank. Aan de andere kant zie je kapitaal, reserves en voorzieningen staat. Je denkt dat
voorzieningen geld zijn, dat maakt het zo lastg. Aan de andere kant van de balans staan
posten op die in het gevoel geld zijn. Maar dat is het niet. Wat is het dan wel? Wat zijn
voorzieningen? Leningen. Als je een lening afsluit, gaat de lening omhoog en bank omhoog.
Je hebt geld, hoe is dat geld gefnancierd? Met een lening. Hoe ben je eraan gekomen?
Doordat je een lening hebt afgesloten. Links staat wat heb ik en rechts hoe heb ik het
gefnancierd. Maar voorziening, hoe krijg je die op de balans? Het is een soort schuld. Art.
, 3:74, wat zijn voorzieningen? Verplichtngen, maar je weet niet wanneer je moet betalen of
je weet nog niet hoeveel je moet betalen.
Voorbeeld: een pensioenvoorziening. Er is een pensioen toegezegd. De BV heef een
verplichtng aan iemand, wat is het verschil? Bij een schuld weet je precies wanneer en
hoeveel je moet betalen. Bij zo’n voorziening is er iets onzekers. Je weet niet wanneer je
moet betalen (bijv. bij de garantevvvrriening= je hebt garante gegeven aan een klant, er
gaat vvit een keer wat stuk en dan mvet je het repareren maar je weet niet wanneer het
stuk gaat). Bij een pensioen weet je wanneer het ingaat maar je weet niet hoe oud iemand
wordt of je weet niet hoeveel jaar je moet betalen. Er is iets onzekers. Het is dus een
verplichtng. Heef het iets te maken met een potje met geld? Helemaal niet. Potjes met geld
staan links. Rechts staat gewoon een verplichtng, je moet iets aan iemand geven. Het begrip
voorziening is heel anders dan waar je het in de huis-tuin en keukentaal aan denkt. Zelfde
voor reserves. Hoe die erop komt vertelt hij straks. Een aantal posten staan aan de andere
kant van de balans, je denkt aan geld maar het is niet zo.
Advocaten zeggen soms het volgende: een bezit (gebouwen, machines en voorraden) die is
€200, EV (die bestaat uit kapitaal en reserves) van €100, €30 en een vreemd vermogen van
€70. Dus rechts ook €200. Links en rechts zijn nu in evenwicht. De onderneming moet
verdeeld worden. Ze gaan de bezitngen verdelen dan zeggen ze: 200:2=100 en recht op de
helf van de reserves dus €115. Dat wordt opgeschreven in procedures. Wat is de
onderneming waard? Als je alles verkoop en je lost je schulden af wat heb je dan? €130 en
de helf is €65 terwijl €115 geclaimd wordt. De strijd is vaak ongelijk. Hoe moet je daarmee
omgaan? Je mag niet helpen als rechter.
Die balans lijkt heel simpel maar er ziten lastge dingen in.
Balans
Elk bezit moet gefnancierd zijn. EV=wat is onderneming waard? Bezitngen verkopen –
schulden afossen en dat is het dan waard.
Balans is altjd een momentopname en kan op elk moment gemaakt worden. En het EV is de
sluitpost. Toe- en afname is het gevolg van: waardoor kan eigen vermogen stjgen of dalen?
Of je zet er meer in of je kan het er zelf uithalen. Vermogensvergelijking.
Mutaties eigen vermogen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ovxst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.
