100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Alles wat je moet weten om met een 9,5 te slagen voor Arbeidsrecht $6.54
Add to cart

Class notes

Alles wat je moet weten om met een 9,5 te slagen voor Arbeidsrecht

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alles wat je moet weten om met een 9,5 te slagen voor Arbeidsrecht. Bevat college martiaal en noties van de werkgroepen er bij geschreven.

Preview 4 out of 38  pages

  • February 28, 2024
  • 38
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Bas rombouts
  • All classes
avatar-seller
Blok I: Inleiding Recht 2

Blok II: Arbeidsrecht algemeen 8

Blok III: Einde van de arbeidsovereenkomst: “Ontslagrecht” 16

Blok IV: Collectief arbeidsrecht 24

Blok V: Socialezekerheidsrecht 28




1

,Blok I: Inleiding Recht
Notatie van wetten
Zo noteer je een wet. Art. 3.2 arbeidstijdenwet
Art 3.2 lid 2 sub b arbeidstijdenwet
Als het in twee artikelen staat zet je er jo. (junkto) tussen
Als iets komt uit het burgerlijk wetboek komt dan: Art. 7:629 BW

1. Het recht: (objectief) het geheel van geldende rechtsregels “the law”
2. Een recht: (subjectief) een aanspraak of bepaalde bevoegdheid “a right”

Functies van het recht
● Codificeren (opschrijven) van omgangsnormen
● Ordenen van de maatschappij
● Regelen van het verkeer (bv. Belasting, straf, )
● Beslechten van geschillen → vrouwe justitia
● Handhaving van orde
● Afwegen van belangen
● Regels over deze regels (formeel recht)

Trias politica (iedereen kan elkaar controleren zo is er geen dictatuur)
1. Wetgevende macht → Staten generaal (1e+2e kamer en regering)
a. Rechtstreekse verkiezing leden 2e Kamer
b. Indirecte verkiezing leden 1e Kamer
c. Hoofdtaak 2e/1e is controle van de regering
i. Op provinciaal niveau: Provinciale Staten
ii. Op gemeentelijk niveau: Gemeenteraad
2. Rechtsprekende → Rechters
a. 1 Hoge Raad: Cassatie
b. 4 Gerechtshoven: Beroep
c. 11 Rechtbanken: Eerste aanleg (sectoren: straf, civiel, bestuurs, kanton)
i. Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State (hoogste bestuursrechter)
ii. Centrale Raad van Beroep (hoogste bestuursrechter voor sociale
zekerheid en ambtenaren)
iii. College van Beroep voor het bedrijfsleven (hoogste bestuursrechter voor
sociaal-economische zaken)
d. Internationaal
i. Internationaal Gerechtshof (IGH) → klachten tussen landen
ii. Internationaal Strafhof (ISH) → geschillen tegen mensen die verdacht
worden van internationale misdrijven
e. Europees
i. Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) (hoogste rechter)
ii. Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) (alleen over
schending van mensenrechten)



2

, 3. Uitvoerende → Kabinet (koning, onschendbaar en zijn ministers)
a. Provinciaal niveau = Commissaris van de Koning en gedeputeerde Staten
b. Gemeentelijk niveau = College van B&W

Stappen wetgevingsproces (leer dit globaal)
1. Minister maakt wetsvoorstel (of initiatief Tweede Kamer)
2. Bespreking in ministerraad (kabinet)
3. Voor advies naar Raad van State
4. Indiening bij Tweede Kamer
5. Plenaire behandeling en eventuele amendementen
6. Behandeling in de Eerste Kamer
7. Bekrachtiging, publicatie in Staatsblad, inwerkingtreding

Uitzonderingsregelingen van wetten
● Bijzonder gaat voor algemeen
● Hoog gaat voor laag
● nieuw gaat voor oud

Bronnen van sociaal recht
1. Internationale verdragen
2. De grondwet
3. Overige wetten in formele zin (procedure hoe de wet is opgesteld)
4. Wetten in materiele zin (inhoud van de wet)
5. Rechtspraak → bindende uitspraken van rechters (jurisprudentie)
6. CAO’s en individuele arbeidsovereenkomst
7. Gebruik en gewoonte
—----------------------------
8. Rechtsbeginselen

Materieel recht en formeel recht (dit is iets anders dan de bronnen)
Formeel: procedure van de wetten, hoe voer je een wet uit. Door formele wetgever gemaakt:
Regering en Staten-Generaal samen (totstandkoming)
Materieel: Algemeen verbindende voorschriften voor burgers, overheidsorganen en bedrijven
(inhoud)

Grondrechten (MINIMUM VAN RECHTEN OMDAT JE MENS BENT)
● Klassiek
Vrijheidsrechten: Negatieve verplichtingen voor overheid (Vb. godsdienst, vergadering,
meningsuiting)
● Sociaal: Positieve inspanningsverplichting overheid (Vb. onderwijs, gezondheidszorg,
werkgelegenheid)

Representatieve democratie
Gekozen volksvertegenwoordiging


3

, ● Vrije, eerlijke en anonieme verkiezingen
● Actief en passief kiesrecht
● Politieke gelijkheid onder burgers
● Maatschappelijk middenveld (Civil Society)
● Vrije media
● Machtenscheiding* (zie trias politica)

Rechtsbeginselen, kenmerken:
● Algemeen gedeelde abstracte normen en waarden
● Liggen ten grondslag aan wet- en regelgeving
● Vage of open normen: aanvullende functie
● Inspelen op onvoorziene omstandigheden
● Ongeschreven of geschreven
Krijgen door interpretatie in concreet geval betekenis

Voorbeelden van rechtsbeginselen
● Gelijkheidsbeginsel
● Rechtszekerheid
● Redelijkheid en Billijkheid
● Goed werkgever- en werknemerschap
● Deugdelijke motivering besluiten
● Hoor- en wederhoor (luister naar beide kanten van een verhaal)
● Legaliteitsbeginselen = “Elk overheidsoptreden waarbij vrijheden of eigendommen van
burgers worden ingeperkt, moet een wettelijke grondslag hebben” (legitiem).
● Ne bis in idem (je kan niet twee keer voor hetzelfde misdrijf veroordeeld worden)
● Eerlijk proces
● Zorgvuldigheidsbeginsel
Rechtsbeginselen spelen een belangrijke rol bij afweging juridische vraagstukken en niet alleen
de wetten. De ene kan zwaarder wegen dan de ander.

Wanneer bepaalde wettelijke regelingen onduidelijkheden geven of in een bepaalde zaak niet
passen, zal de rechter deze rechtsregels moeten uitleggen → Rechtsvinding
Interpretatiemethoden
● Grammaticale / Taalkundige (wat zegt de wet precies?)
● Wetshistorische (wat werd er mee bedoeld toen de wet werd aangenomen)
● Systematische (binnen het brede verband van wetgeving)
● Teleologische / Doelgerichte (wat probeert de wet te bewerkstelligen)
● Rechtshistorische (maatschappelijke context van het tot stand komen in historisch
verband)
● Anticiperende (vooruitkijkende, er komt een nieuwe wet aan hoe moeten we deze oude
dan interpreteren)

Recht
1. Publiek recht (burger tegen overheid)


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mettekroos. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.54. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.54
  • (0)
Add to cart
Added