§1 Ontstaan van de mens
Schepping en evolutietheorieën
Het creationisme gaat uit van een schepper van al het leven. Bij evolutie gaat het over de
ontwikkeling van het leven door veranderingen en het ontstaan van nieuwe soorten. Cuvier is de
grondlegger van de paleontologie, de wetenschap die fossielen bestudeert. Hij kwam met de
catastrofetheorie: een grote natuurramp was de oorzaak dat alle levende organismen in het
getroffen gebied stierven. De evolutietheorie van De Lamarck stelt dat organismen zich tijdens hun
leven aanpassen en deze aanpassingen doorgeven aan hun nakomelingen. Darwin gaat uit van
variatie tussen individuen in een populatie en dat de leefomgeving een selectiedruk uitoefent op hun
overlevingskansen. De selectiedruk selecteert de best aangepast organismen, die overleven het
langst en krijgen daardoor het grootste aantal nakomelingen, dat is natuurlijke selectie. De
ontdekking van het DNA en mutaties hebben de evolutietheorie een moleculaire onderbouwing
gegeven. Die aanvullingen op de evolutietheorie van Darwin vormen de basis voor de
neodarwinistische theorie.
Theorieën over de evolutie van de mens
Veel fossielen van mensachtigen zijn afkomstig uit de Grote Riftvallei in Ethiopië. Die is ontstaan door
het scheuren van de Afrikaanse continentale plaat. Dat veranderde het vochtige en bosrijke gebied in
een savanne. Door de selectiedruk paste de organismen zich aan in de omgeving. Fossielen geven
veel informatie over de leefwijze en het voedsel van de eerste mensen: vorm van de handen, de
hersens en tanden.
Het begon in Afrika
De moderne mens (Homo sapiens) is volgens wetenschappers in Afrika ontstaan: de out-of-Africa-
hypothese. Het DNA van de mensen is onderzocht en op grond van hun haplotype ingedeeld bij een
bepaalde haplogroep. Via het DNA op het Y-chromosoom is zo de herkomst afgeleid van de
recentste gemeenschappelijke mannelijke voorouder. De herkomst van de recentste
gemeenschappelijke vrouwelijke voorouder, is bepaald via onderzoek van het mitochondriaal DNA
(mtDNA). De mitochondriën in een organisme zijn altijd afkomstig van de eicel, dus ook het mtDNA.
Door het aantal mutaties in het mtDNA in de bevolkingsgroepen te bepalen, is het migratiepatroon
van de vrouw herleid naar Afrika.
, §2 Ontstaan van nieuwe soorten
Selectiedruk en natuurlijke selectie
Door natuurlijke selectie planten individuen met een gunstig genotype zich vaker voort. Dit heeft
invloed op de procentuele verdeling van de genotypen.
Co-evolutie
Bij twee soorten die een voedselbetrekking hebben, kan er een voortdurende ontwikkeling zijn van
mogelijkheden om de ander te overwinnen of eraan te ontkomen, waarbij het succes van de ene
soort een selectiedruk oplevert voor de andere, wat weer leidt tot een selectiedruk voor de eerste
soort: co-evolutie.
Verschillende typen soortvorming
Scheiding door een barrière, zoals een zee of een berg, verhindert vermenging van erfelijk materiaal.
Is de selectiedruk in beide gebieden verschillend, dan kan dit leiden tot een andere mix aan
eigenschappen bij beide populaties. Volgens de Duitse bioloog Mayr kan langdurige scheiding leiden
tot aparte soorten: allopatrische soortvorming, evolutie van soorten doordat een barrière een
populatie splitst. Mutaties en een andere selectiedruk kunnen leiden tot dermate grote verschillen
dat de dieren uit beide groepen geen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. Hoewel ze
afstammen van dezelfde soort, zijn ze tot twee aparte soorten geëvolueerd. Ook via sympatrische
soortvorming kunnen nieuwe soorten ontstaan uit eenzelfde populatie. Hierbij gaat het om evolutie
van organismen die zich in het hetzelfde gebied uitsluitend voortplanten in een kleine deelgroep.
Bijvoorbeeld als gevolg van seksuele selectie.
Kunstmatige en natuurlijke selectie
Bij kunstmatige selectie kiest de mens welke individuen zich voortplanten; bij natuurlijke selectie is
dat een selectiedruk. Het kweken of fokken van rassen heet klassieke veredeling.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dagmarvtk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.46. You're not tied to anything after your purchase.