Samenvatting webcolleges
Webcollege onderzoeksstrategieën
College 1
Strategie, methoden, ontwerp, techniek?
Sommige termen worden vaak door elkaar gebruikt, terwijl ze wel een andere definitie hebben:
Onderzoeksstrategie: overkoepelende logica van het onderzoek
Methode: binnen strategie zijn meerdere methoden mogelijk. Manieren om gegevens te
verzamelen en te analyseren
Techniek: sommige methoden kennen een aantal varianten, zoals gestructureerd/
semigestructureerd/open interview
Mogelijke strategieën
1. Experiment:
Geschikt om het effect van een interventie te testen. Gebaseerd op theorie!
De enige manier om causale effecten te testen
Vertrouwt op randomisatie en controle om externe invloeden uit te sluiten
Hoe:
- 2 (of meer) groepen. Geen contact tussen de groepen. Willekeurige toewijzing van
'behandelingen'
- Meting
- Deelnemers zijn naïef, onderzoekers zijn (soms) verblind
Typen:
- Lab-experiment
- Survey-experiment/vignet experiment
- Veldexperiment
- Let op ethiek
- Sterke punten: interne validiteit en replicaties
- Zwakke punten: externe validiteit
2. Interview
Goed voor het meten van perceptie, meningen en gang van zaken
Meestal semigestructureerd
Inhoudsanalyse (kwalitatieve codering)
Maar: tijdrovend (transcriptie en analyse); vertrouwt op belangrijke actoren die met u willen
spreken
Sterk: interne validiteit
Zwakker: replicatie, betrouwbaarheid, externe validiteit, sociaal aanvaardbare antwoorden
3. Observaties/etnografie
Focus op interactie tussen mensen
Je bent dicht bij de actie
Maar: tijdrovend; objectiviteit is een punt van zorg; impact van onderzoeker (vlieg op de
muur)
Sterke punten: focus op gedrag, diepgaande informatie
Zwakke punten: externe validiteit, betrouwbaarheid
4. Vragenlijst (enquête)
Grote n: veel mensen kunnen deelnemen
Pre-set procedure: je denkt vooraf na over hoe mensen je enquête moeten/zullen doorlopen
Kwantitatieve analyses
Brede patronen
Voortesten
Maar: je moet al veel weten over de variabelen (gevalideerd). Vragen zijn een manier om
meningen te construeren
, Sterke punten: interne validiteit, externe validiteit, replicaties
Zwakker: construct validiteit; meningen en gedrag; geen diepte; sociaal aanvaardbare
antwoorden
5. Deskresearch:
Bestaande kwalitatieve gegevens of bestaande kwantitatieve gegevens (of een combi)
Bestaande/secundaire gegevens gebruiken
Gebruik data die met een ander doel zijn verzameld -> past het bij jouw onderzoeksdoel?
6. Casestudie
Weinig onderzoekseenheden (mensen, organisaties, plaatsen, evenementen) -> kleine n
Diepgaand
Triangulatie: verschillende aanpakken gebruiken om hetzelfde onderwerp te onderzoeken
Ter plekke
Er zijn verschillende vormen van dataverzameling mogelijk -> bijv. interviews, maar ook
observaties of surveys
Typen: enkele case, meervoudige case, vergelijkende case
Maar: zeer gecontextualiseerd; focussen is moeilijk; kwaliteit is moeilijk te controleren
(vergelijkbaarheid)
Sterke punten: interne validiteit (als het juist geoperationaliseerd is)
Zwakker: externe validiteit, replicaties
Slotopmerkingen
Kies een ontwerp op basis van je onderzoeksvraag
Reflecteer uw keuze op basis van: interne validiteit, externe validiteit, betrouwbaarheid -> manier
om de strategieën te vergelijken
Webcollege: Wat zijn filosofische wereldbeelden?
Filosofische wereldbeelden
Positivisme
Augustus Comte
- Vader van het positivisme en de socioloigie
- Sociale verschijnselen zijn hetzelfde als natuurlijke verschijnselen
- De technieken van de natuurwetenschappen zijn toepasbaar op sociologisch onderzoek
- Doel: zoeken naar causale wetten in de sociale wereld door middel van empirische
observatie
Emile Durkheim
- De eerste en meest fundamentele regel is: beschouw sociale feiten als dingen
- De beslissende oorzaak van een sociaal feit moet worden gezocht in de sociale feiten die
eraan voorafgaan, en niet in de toestanden van het individuele bewustzijn
Idealisme
Max weber
- Sociologie is een wetenschap die probeert het interpretatieve begrip van sociale actie te
begrijpen om zo tot een causale verklaring van het verloop en de effecten ervan te
komen
- Interpretatieve sociologie beschouwt het individu en zijn handelen als de basiseenheden
als zijn atoom
Filosofische wereldbeelden in Creswell & Creswell:
Post-positivisme: 19e -eeuwse stroming met schrijvers als Comte, Mill, Durkheim, Newton, Locke
- Typisch kwantitatief
- Ook wel de wetenschappelijke methode genoemd
- Oorzaak en gevolg -> drang om de oorzaken te beoordelen die de uitkomsten beïnvloeden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lieskezijlstra2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.