100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Economics, Welfare and Distribution $6.46   Add to cart

Summary

Samenvatting - Economics, Welfare and Distribution

 36 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

deze samenvatting bevat alle benodigde informatie over de basiseconomie die je nodig hebt voor economie bij bestuurskunde! van elasticiteiten tot de isoquanten.. alles staat er in. ook wordt er duidelijk gebruik gemaakt van voorbeelden en afbeeldingen. alles wat ingewikkeld is, is zo makkelijk mog...

[Show more]

Preview 4 out of 33  pages

  • February 28, 2024
  • 33
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Marginaal denken
Term ‘marginaal’ wordt vaak gebruikt door economen.
Marginaal betekent ‘eentje meer’. Bij marginaal denken kijk je naar de voor- en nadelen van
je besluit of je nog ‘eentje meer’ neemt. Hoe meer je neemt/maakt hoe lager de voordelen
worden en hoe hoger de kosten worden.

Voorbeeld:
Je gaat naar een feestje bij iemand thuis. Aan het begin van de avond ben je niet van plan om
zoveel bier te gaan drinken. In de loop van de avond ga je marginale beslissingen maken.
De marginale opbrengst van bier zijn dat je de smaak lekker vindt, het is een dorstlesser en
door het drinken van een biertje word je wat losser bij je vrienden. De marginale kosten zijn
dat er veel calorieën in bier zitten, je wordt aangeschoten wat weer voor vervoersproblemen
zorgt en je krijgt een kater.
Bij de eerste biertjes ervaar je meer voordelen, maar hoe
vaker je toch nog een extra biertje neemt, hoe minder
voordelen je eruit kunt halen. Bij de kosten werkt het juist
andersom. In het begin merk je nog geen ‘kosten’, terwijl
hoe vaker je toch een extra biertje neemt hoe meer kosten
je ervaart.

In de afbeelding valt te zien dat je t/m het vierde biertje
meer opbrengsten dan kosten hebt. Wanneer je voor het
vijfde biertje gaat zie je dat er meer kosten dan
opbrengsten zijn. Hierdoor zou je dus moeten besluiten
om te stoppen na het vierde biertje.

Vaak ga je toch verder door wanneer je marginale opbrengst gelijk is aan je marginale kosten
(MO=MK) → maximale totale winst

,Efficiëntie en effectiviteit
Efficiëntie betekent dingen goed doen of de meeste output krijgen met een minimale
hoeveelheid van inputs
Effectiviteit betekent de juiste dingen doen. Bijvoorbeeld werkactiviteiten die de organisatie
moet helpen om haar doelen te behalen
Efficiency en effectiviteit staan in verhouding met elkaar.

Voorbeeld
Wanneer Toyota 100 auto’s kan maken met een hoeveelheid van X aan werknemers, tijd en
geld dan is Toyota efficiënter dan Nissan die met dezelfde hoeveelheden maar 80 auto’s kan
maken.
Efficiëntie is gerelateerd aan de term productiviteit. Organisatie effectiviteit is gerelateerd
aan het bereiken van doelstellingen.
Als Toyota 100 auto’s kan maken en Nissan 80 auto’s met dezelfde hoeveelheden aan
resource, maar de kwaliteit van Toyota is 9/10, terwijl die van Nissan 10/10 is. Dan is Nissan
effectiever.
Een individuele groep of organisatie die zijn doelen kan halen zijn effectief en hebben hun
middelen zo gebruikt dat zij een effectieve uitkomst hebben.
Wanneer Toyota 100 auto’s kan maken met een kwaliteit van 10/10, dan is Toyota efficiënt
en effectief tegelijkertijd.
Elk bedrijf moet een sterke nadruk hebben op het bereiken van zowel efficiëntie als
effectiviteit

,Wet van de vraag en verandering (law of demand)
Vraag: vraag is de hoeveelheid van een goed of dienst die consumenten bereid en in staat
zijn te kopen tegen verschillende prijzen gedurende een bepaalde periode, ceteris paribus →
de rest blijft constant

De wet van de vraag: er bestaat een omgekeerde relatie tussen de prijs van een goed en de
gevraagde hoeveelheid → bij een hogere prijs is de vraag kleiner/ bij een lagere prijs is de
vraag groot.

Het maakt niet uit of de vraaglijn voor een individu, groep op de samenleving geldt; de wet
van de vraag geldt altijd en de vraaglijn is altijd schuin omlaag.
Een verandering in prijs zorgt ervoor dat er een verandering over de vraaglijn plaatsvindt.
Wanneer iets anders dan de prijs verandert, dan verschuift de vraaglijn zelf. Die kan naar
links of naar rechts verschuiven.
Deze verschuiving kan worden veroorzaakt door:
1. Verandering van inkomen van de consumenten
2. Verandering in smaak en voorkeuren van de consumenten
3. Verandering in prijs en beschikbaarheid van gerelateerde goederen
4. Verandering in het aantal consumenten
5. Verandering in verwachtingen

Een verschuiving over de vraaglijn is een verandering in ‘quantity demanded’. Wanneer de
prijs niet verandert, maar de hoeveelheid wel dan is er een verschil in vraag.

Wet van de vraag:
• Wanneer de prijs omhooggaat, gaat de quantity demanded omlaag
• Wanneer de prijs omlaaggaat, gaat de quantity demanded omhoog




Wet van het aanbod + aanbod lijn
Aanbodlijn laat zien hoeveel van een goed een leverancier wil en kan leveren bij
verschillende prijzen.
Bij de aanbodlijn zien we dat wanneer de prijs voor een goed omhooggaat, de leverancier
meer producten wil leveren.

, Evenwicht en veranderingen
De evenwichtsprijs en -hoeveelheid is wanneer de vraag-
en aanbodlijn elkaar raken (=gelijk zijn aan elkaar). Het
wordt het evenwicht genoemd, omdat niks dwingt tot
verandering.
De afbeelding laat zien dat wanneer de lijnen boven of
onder het evenwichtspunt zitten, dat er dan krachten zijn
die ervoor zorgen dat het evenwicht toch weer het
uitgangspunt wordt. Deze krachten zijn de interacties
tussen consument en leveranciers.
Consumenten zijn niet aan het concurreren met de
leveranciers, maar met andere consumenten. Hetzelfde
geldt voor de leveranciers; ze zijn niet met de consument
in strijd, maar onderling met elkaar.

In het groene vlak is er sprake van een surplus. De consument koopt namelijk minder dan dat
de leveranciers hebben om te leveren. Er blijven dus producten over. Door dit overschot
willen leveranciers hun prijzen verlagen, zodat hun overschot minder wordt. Door het
verlagen van de prijs worden jouw goederen sneller verkocht dan den goederen van jouw
concurrent (een andere leverancier). Helaas wil elke leverancier dit doen zodat iedereen blijft
concurreren. De prijs blijft dalen totdat het evenwicht is bereikt.
In het rode vlak is er sprake van een shortage (tekort). De vraag is groter dan het aanbod, dus
zijn er te weinig producten om iedereen te voorzien. De consumenten gaan onderling
concurreren door meer te betalen voor het product dan de ander.
Alleen de evenwichtsprijs is stabiel.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nlerasmus. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.46. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73918 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.46  4x  sold
  • (0)
  Add to cart