Vroeger was de rol van de fnanciële professional voornamelijk op operatoneel niveau, zoals het
bijhouden van de boekhouding. Tegenwoordig ligt de nadruk steeds meer op het leveren van
betrouwbare informate omdat te opkomst van de IT de boekhouding nagenoeg over kan en zal
nemen. Daarom zal de nadruk in de toekomst vooral liggen op meten, analyseren en beheersen van
risico’s (tactsch niveau) en business partnering (strategisch niveau)
Financieel controller: houdt zich vooral bezig met processen rondom de primaire vastlegging van
fnanciële feiten en rapporteert daarover naar het management of de managerial controller
Managerial controller: ontwerpt kritsche prestateeindicatoren en maakt overzichten die kunnen
dienen als input bij de beoordeling van bedrijven of beslissingen.
Businesscontroller: kent de organisate en is de rechterhand van de directe of maakt zelfs deel uit
van de directee de controller is betrokken bij het vastleggen van fnanciële gegevens maar hij houdt
ook bezig met het zodanig bewerken van gegevens, dat fnanciële analyses gemaakt kunnen worden.
De controller wordt medeverantwoordelijk voor het ontwerpen en inrichten van werkprocessen en
informatesystemen. De controller heef in deze processen oog voor risico’s en ook daarvoor
maatregelen te bedenken en in te voeren (dit is vooral op operatonal en tactsch niveau, op
strategisch niveau houdt de controller zich bezig met businesscases)
Op tactsch en strategisch niveau is het aan de controller de taak om waarde te creëren. Op
operatoneel niveau is hij vooral bezig met het verhogen vn de efecitviteit en efciency, door
bijvoorbeeld automatsering van vastlegging van feiten.
,De meest belangrijke fnanciële overzichten:
Balans: overzicht van bezitngen, schulden en eigen vermogen. Het eigen vermogen is een restpost
en dat wil dus zeggen dat deze gelijk is aan de bezitngen aan de linkerkant – de schulden aan de
rechterkant. Waardevermeerderingen en waardeverminderingen worden toegevoegd/afgetrokken
van het eigen vermogen. Een balans is een momentopnamen en bestaat uit voorraadgrootheden
Actva:
- Vaste actva: langer dan een jaar
Materieel: bezitngen die langer dan nnn producteproces meegaan en zijn
tastbaar/fysiek. Economisch eigendom geef doorslag of iets op de balans
komt. Voorbeelden van materiele vaste actva zijn gebouwen en machines
Immaterieel: traceerbare, niet fysieken zaken die voor de organisate of
derden waarde hebben en van belang zijn voor de kernactviteiten (producte
of de handel in goederen of diensten). Denk hierbij aan licentes,
auteursrechten en goodwill
Financieel: Geld dat belegd is voor langer dan nnn jaar omdat het nu niet
nodig is maar op termijn misschien wel voor vervangingse of
uitbreidingsinvesteringen
- Vlottende actva: korter dan een jaar of binnen nnn producteproces verbruikt zijn. Denk
hierbij aan voorraden, debiteuren, beleggingen van korter dan een jaar en natuurlijk de
liquide middelen.
Passiva:
- Eigenvermogen:
o Eenmanszaak of VOF: bezitngen minus de schulden
o Nv of BV: aandelenkapitaal en reserves
- Vreemd vermogen:
o Lang vreemd vermogen: betaling vereist na langer dan een jaar
o Kort vreemd vermogen: betaling vereist binnen een jaar, crediteuren, te betalen
belastng, te betalen dividend of rekening courant.
o Voorzieningen: Kosten die geboekt zijn ten laste van de resultatenrekening vormt
een post op de balans. Een voorziening is geen potje geld dat aanwezig is, maar
kosten geboekt voor in de toekomst komende kosten. Voorziening dubieuze
debiteuren of voorziening incourante voorraad
- Andere indeling vreemd vermogen:
o Geïnduceerd vermogen: dit is het vermogen dat door het uitoefenen van normale
bedrijfsactviteiten aan een organisate door derden (VV) of door eigenaars zelf (in de
vorm van ingehouden winsten) ter beschikking wordt gesteld. Denk hierbij aan het
later mogen betalen van rekeningen of juist vooruit moeten betalen. ?
o Autonoom vermogen: Het vermogen dat op basis van lening of andere
overeenkomsten aan de onderneming ter beschikking is gesteld. Alles wat niet
behoort tot het geïnduceerd vermogen is autonoom vermogen. Bekende vormen:
eigen vermogen (dit is toch geen vv?) en bankleningen
, Resultatenrekening: een overzicht van alle kosten en opbrengsten, het saldo dat hieruit komt is
positef dan wel negatef en dit zorgt voor de mutate in het eigen vermogen. Op een resultaten
rekening worden kosten en opbrengsten geboekt gedurende een periode, en noem je
stroomgrootheden. Dit heef vaak geen credit en debet zijde maar een tabelvorm.
Kasstroomoverzicht: een overzicht waarin ontvangsten en uitgave centraal staan. Om vanuit een
resultatenrekening aan een kasstroomoverzicht te komen moeten er een aantal posten gecorrigeerd
worden. Dit zijn posten die wel kosten vormen, maar geen uitgave, zoals bijvoorbeeld afschrijving. Of
opbrengsten die nog geen ontvangsten zijn zoals verkoop op rekening. Verkoop op rekening noem je
debiteuren en bedragen die jij nog moet betalen (maar het product al in bezit hebt) noem je
crediteuren.
Daarnaast zijn er ook waardeverminderingen van balansposten die het eigen vermogen beïnvloeden
(RR) maar niet het banksaldo (kasstroom). Een voorbeeld hiervan is herwaardering van actva. Denk
hierbij aan een stuk grond dat een bedrijf in bezit heef en dat door omstandigheden minder waard is
geworden. Hiervoor wordt dan geen geld uitgegeven, maar de waarde van het eigendom daalt
evenals het eigen vermogen. Dit is dus eigenlijk afschrijving (?).
De uitkomst van een kasstroomoverzicht is ook de verandering van de post liquide middelen op de
balans. Kasstromen worden ook opgesteld om te voorspellen of er in de toekomst genoeg liquide
middelen zijn om aan de betalingen te kunnen voldoen. Toekomstge te verwachten kasstromen zijn
uitgangspunt voor de investeringsanalyse. Uitgangspunt voor deze investeringsanalyse is de
zogenaamde vrije kasstroom. Deze kasstroom geef aan hoeveel geld er in een bepaalde periode
beschikbaar is voor de vermogensverschafers.
Het opstellen van een kasstroomoverzicht kan op twee verschillende manieren
- Directe methode: alle bankafschrifen en kastransactes worden er bij gepakt en vervolgens
worden de uitgaven en ontvangsten gecategoriseerd
- Indirecte methode: hierbij wordt het kasstroomoverzicht opgesteld op basis van de begine en
eindbalans n de resultatenrekening vanuit het principe dat in het kasstroomoverzicht alle
posten uit de RR die geen ontvangsten en uitgave zijn, moeten worden weggelaten. Het
kasstroomoverzicht begin met het bedrijfsresultaat. Hiermee wordt begonnen omdat het
bedrijfsresultaat eigenlijk weergeef wat er overblijf nadat alle operatonele kosten in
mindering zijn gebracht op de omzet. En daarnaast staat dit los van de manier waarop het
bedrijf gefnancierd is
Deze methode bestaat uit 3 blokken:
- Kasstromen uit hoofde van operatonele actviteiten (kasstroom op operatebasis)
A. Kasstromen op winstbasis
B. Mutate geïnduceerd kapitaal
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pimmeesters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.