Een samenvatting over hoofdstuk 9 Bloedsomloop van de methode Nectar. Dit hoofdstuk wordt behandeld in 5VWO. Alle 4 de paragrafen worden uitgebreid behandeld in combinatie met bij behorende afbeelding en BiNas verwijzingen.
Perfect om je voor te bereiden op je komende toets!
Paragraaf 1: hart en bloedsomloop
Open bloedsomloop een bloedsomloop met een groot bloedvat aan de rugzijde. Dit
bloedvat (de hartbuis) heeft hartkamers. Deze pompen het bloed zonder bloedcellen naar
de kop door naar de lichaamsholte. Het omspoelt de organen en weefsels. Het O2 wordt
opgenomen via de tracheeën.
Gesloten bloedsomloop (enkelvoudig) een bloedsomloop waarbij het bloed niet buiten
de bloedvaten komt maar vervoerd wordt via bloedcellen. Het bloed neemt O2 op bij de
kieuwen en vervoert dit naar de organen waar het O2 arme bloed weer wordt meegenomen
naar de kieuwen voor nieuwe opname van O2. Hierbij passeert het bloed het hart maar één
keer.
Gesloten bloedsomloop (dubbel) Het bloed wordt door de rechterkamer door de
longslagader naar de longen gepompt waar het bloed O2 opneemt en CO2 afgeeft door de
longhaarvaten. Daarna stroomt het terug door de longader naar de linkerboezem. Dit is de
kleine bloedsomloop. De linkerkamer pompt het O2 rijke bloed via de aorta en slagader
naar de organen, waar een deel van de O2 naar cellen diffundeert. Het O2 arme bloed komt
via de aders door een van de holle aders in de rechterboezem. Dit is de grote
bloedsomloop.
De aorta vertakt zich in slagaders. De slagader is vernoemd naar het orgaan waar het naar
toe stroomt (-nierslagader, -leverslagader). De eerste vertakking is de kransslagader (van
het hart zelf). Via aders stroomt het O2 arme bloed terug van de organen naar het hart.
Hoofd en arm gebruikt bovenste holle ader in de rechterboezem
Borst en de lagergelegen delen gebruikt onderste holle ader.
Aders zijn vernoemd naar waar ze vandaan komen. Uitzonderingen zijn: holle aders,
kransaders, die het bloed afvoeren uit het hartspierweefsel naar de rechterboezem en de
ader waardoor het bloed van de darmen naar de lever stroomt: poortader. De haarvaten
zitten in de weefsels. Hier vindt stofwisseling plaats tussen bloed en weefselcellen.
Harthelften
Elke helft bestaat uit een kamer en boezem.
Boezem de boezem ontvangt bloed uit de aders
Kamers persen het bloed naar boven vanuit het hart naar de slagaders.
Een hartslag bestaat uit drie fases:
1. het vullen van de kamers: hier zijn de kamers en boezems beide ontspannen (diastole).
Het bloed stroomt vanuit de aders via de boezems de kamers in. De boezems trekken
samen: de boezemsystole. Hierdoor perst het bloed de kamers in.
2. het leegpersen van de kamers: Daarna trekken de kamers samen: kamersystole. De druk
van het bloed tijdens de kamersystole sluiten de hartkleppen tussen de kamers en
boezems. Tegelijkertijd gaan de slagaderkleppen (longslagaderklep en aortaklep) open en
stroomt het bloed de longslagader en aorta in.
3. korte pauze: zodra de kamers weer ontspannen, daalt de kamerdruk tot onder de druk in
de slagaders en sluiten de slagaderkleppen. Je hartslag bestaat uit twee tonen: het sluiten
van de hartkleppen en het sluiten van de slagaderkleppen.
, Embryonale bloedsomloop
Voor de geboorte heeft een embryo een enkele bloedsomloop, deze is speciaal. In de
embryonale bloedsomloop zijn de longen niet van belang. De baby krijgt O2 en
voedingsstoffen vanuit de placenta via de navelstreng. Het O2 rijke bloed uit de
navelstrengader mengt zich in de lever en in de onderste holle ader met het O2 arme bloed.
Hierdoor komt er in de rechterharthelft gemengd bloed met O2 binnen.
Het bloed stroomt via een verbinding tussen de rechter- en linkerboezem, het ovale venster
(van de linker naar de rechterharthelft). Ook stroomt er bloed via de
Ductus Botalli: een verbinding tussen de longslagader en de aorta, van de kleine naar grote
bloedsomloop. Na het afbinden van de navelstreng scheiden de grote en kleine
bloedsomlopen:
- De bloedvaten tussen de navelstrengader,
de holle ader en de lever sluiten na het
afbinden van de navelstreng.
- Door het huilen van de baby vullen de
longen zich met lucht en ontvouwen.
- Druk in linkerharthelft stijgt boven die van
de rechter. Het ovale venster sluit en
vergroeid met tussenschot van de
boezems en zo scheiden de rechter- en
linkerharthelft.
- De ductus botalli (verbinding aorta en
longslagader) sluit paar dagen na de
geboorte. Alleen streng bindweefsel blijft
over.
Paragraaf 2: bloeddruk
Bloeddruk ontstaat door samentrekken van de hartkamers. Tijdens de kamersystole persen
de kamers per halve seconde 80 ml bloed in de slagaders. Door de pompdruk gaat de
bloeddruk in de slagaders omhoog (systolische druk of bovendruk). Na het sluiten van de
slagaderkleppen leidt het terugveren van de slagaderwand tot een korte drukverhoging.
Tijdens de diastole neemt de bloeddruk weer af tot de basiswaarde (diastolische druk of
onderdruk).
In de loop van de jaren ontstaan in de gladde bloedvatwanden kleine littekens waardoor de
wand verdikt. Dit kan leiden tot atherosclerose (vernauwing en verstijving van bloedvaten).
Bloeddruk wordt gemeten in pascal (Pa). Artsen meten het in mm kwikdruk (1 mm Hg =
0,1333 kPa). De hoogte van de systolische druk (bovendruk) en diastolische druk
(onderdruk) meet je met een bloeddrukmeter.
- De dokter pompt 26.0 kPa licht in de manchet.
- De armslagader is dan dichtgedrukt en er pompt geen bloed meer doorheen. (Je
hoort niks)
- De dokter laat de druk afnemen tot dat deze lager is dan de druk tijdens de systole
van de linkerkamer (hij hoort bij elke hartslag een golfje bloed). Dit is de bovendruk.
- De dokter laat opnieuw de druk afnemen tot het bloed ongehinderd stroomt. Er is
geen persgeluid meer te horen. Het afleesbare getal is de onderdruk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosalieijmker20. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.