100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoofdstuk 10 Voedsel en Vertering Nectar 5vwo $5.40   Add to cart

Summary

Samenvatting Hoofdstuk 10 Voedsel en Vertering Nectar 5vwo

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Samenvatting voor Hoofdstuk 10 Voedsel en Vertering uit de methode Nectar 5vwo. In deze samenvatting worden alle 5 de paragrafen uitgebreid uitgelegd in combinatie met handige afbeeldingen en BiNaS verwijzingen die je optimaal voorbereiden op je toets!

Preview 2 out of 5  pages

  • No
  • Hoofdstuk 10 voeding en vertering
  • February 29, 2024
  • 5
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Hoofdstuk 10: voeding en vertering
Paragraaf 1: je lichaam en je voedsel
Darmflora alle verschillende soorten bacteriën in darmen.
Probiotica  de bacteriën die je gezondheid bevorderen.
Prebiotica  onverteerbare plantendelen waar nuttige bacteriën van leven.

Voedingsmiddelen bestaan uit de volgende voedingsstoffen:
- Koolhydraten  dienen als brandstof. Ze leveren energie in de vorm van ATP. Je
cellen gebruiken het ook als bouwstoffen, bijvoorbeeld als onderdeel van
receptoreiwitten.
- Vetten  dienen als brandstof en als bouwstof voor membranen en hormonen en
dienen als warmte-isolatie.
- Eiwitten  dienen als bouwstoffen. Je gebruikt ze ook als brandstof maar je kan ze
niet opslaan.
- Water  is een bouwstof voor je cellen. Het is een transportmiddel (bloedplasma)
en warmte buffer.
- Mineralen  Hebben een functie als bouwstof en spelen een rol bij verschillende
processen in het lichaam. Van sommige mineralen heb je weinig nodig. Dit zijn
spoorelementen.
- Vitaminen  essentiële voedingsstoffen die je lichaam in kleine hoeveelheden
gebruikt. Bij een tekort ontstaan gebrekziekten.
Plantaardige koolhydraten die je niet kan verteren zijn voedingsvezels. Hun functie is het
stimuleren van de darmperistaltiek.
ADH  Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid is het advies voor de dagelijkse consumptie van
een voedingsstof.
Additieven  stoffen die zijn toegevoegd om het voedingsmiddel aantrekkelijk of langer
houdbaar te maken (kleur-, geur- en smaakstoffen). Ze hebben een E-nummer.
ADI  de aanvaardbare dagelijkse inname is de maximale hoeveelheid van additieven die je
per dag per kg lichaamsgewicht zonder problemen kunt eten.
Voedselallergie  een heftige reactie op een normale voedingsstof.

Paragraaf 2: verteringsstelsel
Vertering  de afbraak van moleculen uit het voedsel door enzymen

Vertering (samenstellingen van sappen staan in BiNas tabel 82F)
mond
- Begint in de mond doordat je kiezen door mechanische verkleiningen het voedsel
kleiner maken.
- Nu het oppervlak van de voedselbrokken groter is kunnen de enzymen uit het
speeksel de voedingsstoffen beter bereiken. Er zijn zes grote speekselklieren.
slokdarm
- De tong duwt door de slikreflex de voedselbrokken naar achteren in de slokdarm. De
spieren in de wand van de slokdarm duwen de voedselbrokken naar beneden door
middel van peristaltische bewegingen. Dit zijn de lengtespieren die samentrekken

, vóór de voedselbrok, waardoor er ruimte ontstaat. Daarna trekken de kringspieren
achter het voedsel samen.
maag
- Het komt daarna in de maag waar de sterke spieren van de maag de voedselbrokken
vermengt met het maagsap. Aan de bovenkant van de maag sluit een kringspier de
maag af. Aan de onderkant gebeurt dit door de kringspier van de maagportier. In de
maag stopt de vertering van koolhydraten door de zure omgeving.
Dunne darm
- Het voedsel komt later de twaalfvingerige darm in: het eerste gedeelte van de
dunne darm. Hierin mondt de gezamenlijke afvoerbuis van lever/galblaas en
alvleesklier uit. Door vetvertering is ook gal, vanuit de galblaas, nodig. Verder in de
dunne darm worden er veel enzymtypen afgegeven waardoor veel stoffen kunnen
worden verkleind. De moleculen kunnen dan door de celmembraan.
- De dunne darm neemt al voedingsstoffen op. Dit gaat goed door de grote
oppervlakte dat de dunne darm creëert. Dit komt namelijk door de darmplooien in
de wand van de dunne darm. De darmplooien bevatten uitstulpingen, de villi
(darmvlokken). De dekweefselcellen van de darmwand hebben aan de buitenkant
talrijke membraanuitstulpingen, de microvilli, deze vergroten het oppervlak nog
meer.
- De opgenomen stoffen gaan via de poortader naar de lever, waar ze worden
opgeslagen en bewerkt. De vetachtige stoffen gaan eerst via lymfevaten en komen
later pas bij de ondersleutelbeenaders in het bloed.
dikke darm
- Doordat de dunne darm en de dikke darm niet aansluiten is er een bindingsstuk: de
blindedarm. De wandcellen van de dikke darm nemen veel water op, zodat de
ontlasting indikt. In de endeldarm sla je ontlasting op.

Paragraaf 3: enzymen
Enzymen  eiwitten die een bepaalde reactie versnellen zonder zelf te veranderen. Bij
vrijwel elke reactie in het lichaam is een enzym betrokken (vaak eindigt op -ase).
Om macromoleculen te bouwen haal je grondstoffen uit voedingsstoffen (Macromoleculen
 eiwitten, koolhydraten, DNA en vetten).
Bij vertering verbreken atoombindingen in de macromoleculen, dit kost activeringsenergie.
Enzymen helpen of versnellen dit proces.
De reactie:
- Het substraatmolecuul (macromolecuul) bindt aan de actieve plaats van het
enzymmolecuul. Samen vormen ze in het darmkanaal een enzym-substraatcomplex.
- Op de actieve plaats vindt de reactie plaats door het verbreken van atoombindingen
in het substraat. Door deze splitsing ontstaat H+ en OH-. Deze binden zich aan het
gesplitste substraat, waardoor de beide delen als reactieproducten loskomen van
het enzym. (het lichaam gebruikt enzymen, ze verbruiken ze niet)
Enzymen werken substraat specifiek, ze kunnen de reactie van slechts een type substraat
katalyseren.
Een verbreking van een atoombinding met behulp van een watermolecuul heet hydrolyse.
Het opbouwen van een molecuul loop zo: twee moleculen koppelen aan een enzym. Na
afsplitsen van water ontstaat de gewilde stof. Dit type opbouwreactie, waarbij water afsplits
heet condensatie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosalieijmker20. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.40
  • (0)
  Add to cart