Een uitgebreide samenvatting over Hoofdstuk 19 Sport uit de methode Nectar 6vwo. Een samenvatting waarin alle 5 paragrafen uitgebreid worden uitgelegd in combinatie met handige afbeeldingen. Super handig voor je komende toets!
Bindweefsel: een weefsel dat andere weefsels aan elkaar koppelt en organen op hun plaats
houdt. Dit is dankzij tussencelstof (gelachtig materiaal rond de cellen met veel eiwitten).
Skeletspieren: zo bewegen botten rond draaipunt van gewricht.
Pees:
- Bij beweging trekken langgerekte vezels in je pezen aan
je botten. Die vezels zijn opgebouwd uit het eiwit
collageen (gemaakt door peescellen).
- Tussencelstof: er draaien drie collageenketens
(verbonden door H-bruggen) in elkaar tot quaternaire
structuur = een collageenmolecuul met drievoudig
helix.
- Deze moleculen vormen collageenfibril. Ze liggen
geordend waardoor ze een gestreept uiterlijk hebben.
- De collageenfibrillen vormen een collageenvezel en
meerdere daarvan een collageenbundel. Door deze
keten kan de pees de kracht van de spier goed doorgeven naar het bot.
- Als een pees uitrekt dan scheurt de pees van het bot of
spier af.
- Bij de achillespees wordt door de kracht deze spier
ingedrukt. De gedraaide collageenstrengen slaan
veerenergie op in de pees. Als je jouw kuitspier
samentrekt dan komt de veerenergie weer vrij en kan je
sneller rennen.
Gap junction:
Via dunne uitlopers houden cellen van bindweefsel contact
omdat door tussenstofcel er een grotere afstand is. In het
celmembraan van deze uitlopers zit een connexoneiwit. Waar
het celmembraan van bindweefsel het celmembraan van de
buurcel raakt onstaat een kleine opening in beide membranen
(door connexon-eiwitten): gap junction.
- Door dit eiwitkanaal bewegen ionen en kleine
moleculen. Zo beïnvloeden verandering van cellen
elkaar. Het aantal gap junctions wisselen tussen de
cellen.
Skeletspier: opgebouwd uit lange spiervezels. Deze zijn
ontstaan uit samensmelting van honderden spiercellen. Ze
hebben meerdere kernen. Rond elke bundel spiervezel zit
bindweefsel met bloedvaten voor de doorbloeding van de
spier.
, De spiervezels bundels bevatten eiwitfilamenten, de myofibrillen. Hierdoor kunnen spieren
samentrekken. Deze bestaan uit dikke en dunne filamenten.
- Dunne: opgebouwd uit twee in elkaar gedraaide ketens van actine.
- Dikke: bestaan uit groot aantal keten van eiwit myosine.
Ook deze filamenten zijn geordend gerangschikt. Hierdoor zijn lichte en donkere banden: I-
en A banden. Hierdoor heet het spierweefsel van het skeletspier dwarsgestreept
spierweefsel. In het midden van elke I band bevindt zich een membraan: de Z-lijn. Het deel
tussen twee Z-lijnen heet een sarcomeer (kleinste eenheid
van spiervezel die kan samentrekken).
De axonen van de motorneuronen vertakken tot
neuromusculaire synapsen. Hier komt acetylcholine vrij dat
de spier activeert. De bundels myosine en actine schuiven
in elkaar waardoor de sarcomeren verkorten. Doordat de
axon is vertakt in meerdere spiervezels reageren meerdere
spiervezels op dezelfde impuls.
Motorische eenheid: groep spiervezels die op een impuls
van één axon reageert.
Hartspierweefsel:
- Dwarsgestreept
- Deze cellen van dit weefsel vormen een netwerk van onderlinge verbonden
spiervezels.
Paragraaf 2: Beweging in spiervezels
SR: Het sarcoplasmatisch reticulum (SR), een
netwerk van membranen, ligt rondom elke
bundel myofibrillen van een spiervezel. Het SR
bevat veel Ca2+-ionen.
T-buisjes: Strak tegen het SR aan liggen dunne T-
buisjes. Deze beginnen bij het membraan rond
de spiervezel, het sarcolemma, en dringen diep
in de spiervezel door. T-buisjes zijn gevuld met
vloeistof en bevatten ionkanalen.
Verkorting spier
Bereikt een impuls via een motorneuron de neuromusculaire synaps, dan komt acetylcholine
vrij. De neurotransmitter depolariseert (verandering in membraanpotentiaal/concentratie)
het sarcolemma met de T-buisjes, wat de impuls in de spier
brengt.
Dit leidt tot openen Ca2+-poorten in het SR:
- Ca2+ stroomt de spiervezel in
- De myosinemoleculen schuiven verder tussen de
actinemoleculen, wat de sarcomeren verkorten.
- Gebeurt dit bij meerdere spiervezels te gelijk, dan
verkort de hele spier.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosalieijmker20. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.