Hoorcollege Jeugd en Media – college 5
Omgeving van een kind is veel breder dan alleen school, gezin maar media ook, dit heef invloed
op hun gedrag en ontwikkeling.
Het medialandschap – het aanbod van media dat er is, is heel erg veranderd de afgelopen 30 jaar.
- Films en programma’s voor kinderen gaan veel sneller scenes volgen elkaar veel sneller op
dan eerst
- Veel complexer
- Meer geweld
- Nieuwe platormen, vooral met de komt van nieuwe apparaten en er zijn veel meer apps en
dingen, maar kan ook op veel verschillende plaatsen worden gebruikt.
Er zijn ook veranderingen in het gedrag van kinderen:
- Kinderen zijn drukker
- Agressiever, maar geen duidelijk bewijs
- Meer emotonele problemen
Een logische conclusie: veranderingen in het media landschap verandering in gedrag van kinderen
(dus dit is de oorzaak voor probleemgedrag van kinderen).
Als we populaire media of het nieuws moeten geloven, dan is dat ook zo media is slecht voor
kinderen dat staat volop in nieuwsberichten. Er is heel veel in het nieuws over de slechte gevolgen
van media daardoor ontstaan er zorgen.
Als we kijken naar de invloed van media op gedrag van kinderen, dan zijn er twee perspecteven:
- Kwetsbare kind perspectef: nieuwsberichten passen hier erg in. Dit stelt dat kinderen zich
niet kunnen beschermen tegen de gevaren van internet en media en wij moeten ze daar voor
beschermen. Dit wordt vooral gedeeld door bezorgde ouders.
- Weerbaar kind perspectef: gaat ervanuit dat kinderen zichzelf kunnen beschermen tegen de
invloeden van media en dat ze er op een verstandige manier mee om kunnen gaan zodat
het goede invloeden kan hebben. Dit wordt aangehouden door mensen met commerciële
doeleindes, bijvoorbeeld makers van games en ontwikkelaars van apps.
Er is niet één ding de waarheid: de invloed is afankelijk van verschillende factoren. Het valt ergens
tussen deze perspecteven in. Of media een positef of negatef efect zal hebben, ligt dus veel
genuanceerder dan deze perspecteven beschrijven.
Waarom zijn media zo aantrekking voor kinderen en jongeren?
Gaat hier over media entertainment omdat we het hebben over media die gebruikt worden voor
vermaakt, niet voor educateve doeleinde die op school gebruik worden
De ontwikkeling van kinderen bepaalt wat ze leuk vinden en wat ze er van opsteken.
Kunnen naar verschillende aspecten van de ontwikkeling kijken:
- Bij hele jonge kinderen bijvoorbeeld naar de fysieke aspecten, zoals motorische en
sensorische ontwikkeling
- Cogniteve ontwikkeling: aandacht en begripsniveau
- Sociaal-emotoneel: Het herkennen van emotes, sociale relates aangaan
, Deze bepalen welke media jongeren en kinderen gebruiken en hoeveel. De verschillende niveaus zijn
aan elkaar gerelateerd. Je hebt bepaalde cogniteve vaardigheden nodig voor de emotonele
ontwikkeling (kleine kinderen weten nog niet waarom slangen eng zijn).
In lijn met de bovenstaande theorie is de Moderate Discrepancy Hypothesis: kinderen voelen zich
vooral aangetrokken tot media inhoud die gematgd afwijkt van wat ze al kennen. Ze zien dus liever
dingen die op hun referentekader aansluit. Dit verklaart waarom mediavoorkeur zo verschillend is
voor kleinere kinderen en wat oudere kinderen.
Baby en dreumes sensorische fase, worden getrokken door de zintuigen. Hun aandacht wordt
getrokken door wat opvallend is, dat is het oriëntate reeex. .ater wordt dit meer door interesse. In
de media vinden ze vooral wat aandacht trekt leuk: muziek, hoge stemmen, felle geluiden, gezichten.
De informateverwerking is nog heel er beperkt, hebben nog weinig meegemaakt: alles is nieuw.
Weinig schema’s waar ze info in kunnen plaatsen. Dit betekent in media vooral dat het iets bekent
moet zijn en het moet langzaam zijn en veel herhaling hebben, zo kunnen ze het verwerken. Een
verhaallijn is niet echt nodig, omdat ze het toch niet helemaal kunnen volgen.
Taal ontwikkeld vanaf 1 jaar: wat woorden betekenen. Dat vinden kinderen leuk om te leren. ferbal
labeling: een object en dan wordt gezegd wat het is ‘dit is een wortel’.
Er zijn nu steeds meer producten voor kinderen, de gezichten moeten heel erg duidelijk zijn, er zit
allemaal muziek in dat sluit heel goed aan op het ontwikkelingsniveau van hele jonge kinderen.
Tegenwoordig hebben we ook heel veel digitale media en apps die ook door baby’s gebruikt
kunnen worden en die speciaal voor ze ontwikkeld zijn. Dit sluit nog beter aan bij hun
ontwikkelingsfase. Kinderen hebben een korte aandacht boog en met apps zie je dat kinderen hun
aandacht hebben op meer dingen.
Video-defcit hypothesis Eerst dacht men dat kinderen onder de 2 niet zoveel kunnen leren van
digitale media. Dit gaat echter over video/ tv. Moderne digitale media is heel anders, er is ook
interacte mogelijk en geld dit dan nog steeds?
Kleuters en peuter vooral ontwikkelingen in hun cognite bepalend voor wat ze leuk vinden. Ze
hebben meer schema’s, maar nog steeds wel beperkt. Hun mediavoorkeur is dat ze nu wel
geïnteresseerd zijn in verhalen, maar wel makkelijk.
Egocentrisme: kinderen kunnen nog geen onderscheid maken in eigen perspectef en die van een
ander. Anderen denken precies hetzelfde. Als we kijken naar mediaproducten is het belangrijk dat er
maar één mediaperspectef.
Centrate: Aandacht te richten op het meest opvallende detail. Als een simpele pop, een heel groot
hart heef, kiezen ze die boven een mooiere pop. Als je dus wilt dat zij naar je programma kijken, dan
moet je veel herhaling hebben, om op verschillende details van iets kunnen focussen.
Perceptuele gebondenheid: personen en objecten kunnen alleen beoordelen worden door directe
waarneming, hoe ze eruit zien. Een heel mooi iemand, moet ook heel aardig en lief zijn en iemand
die er lelijk uitziet, dan is diegene slecht. Er moeten dus hele makkelijke personages zijn. Belle en het
beest, snappen deze kinderen dus niet.
Ze kunnen nog geen onderscheid maken tussen fantasie en realiteit: heel normaal dat een auto kan
praten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessawijsman1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.