Samenvatting Public Management (Ian Greener)
All for this textbook (1)
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Bestuurs- En Organsatiewetenschappen
Public Management (S_PM)
All documents for this subject (29)
1
review
By: Universiteit91 • 6 year ago
Seller
Follow
10524770
Reviews received
Content preview
Public Management Boek – Ian Greener
Hoofdstuk 1 – introductie (paradoxen in publiek management
Doelbepaling, plannen en implementatie van modellen van management gaat gepaard met problemen
Omgeving waarin organisaties opereren zijn in beweging en steeds complexer
Het reguliere framework waarbinnen publieke organisaties werken, wordt steeds complexer
De klant wordt toenemend vragend, organisaties moeten responsief zijn binnen de ‘consumer
society’. Er geldt geen one-size-fits all aanpak meer.
Paradoxen – in deze zin lieg ik: het kan niet waar zijn (dat je zegt dat je liegt) en het kan niet niet waar
zijn (als je zou liegen over liegen, zou je de waarheid vertellen, terwijl je zegt dat je liegt).
De term paradox wordt op verschillende manieren gebruikt:
A. Een reeks situaties in publiek management, waarbij beleid onbedoelde consequenties heeft
B. Paradox vs dilemma’s. Een dilemma is een situatie met tegenstrijdigheden , maar waarin de
organisatie in staat is om twee doelen of uitdagingen te kiezen d.m.v. de kosten en voordelen
van elk. Bij een paradox is er een dualiteit waarin tegenstrijdige elementen naast elkaar
bestaan.
Hoofdstuk 2 – financiële crisis en consequenties voor publiek management
De rol van de overheid en publiek management in de crisis:
1. Geef iedereen de schuld: iedereen heeft bijgedragen aan de crisis en men moet samen de
confrontatie met uitdagingen aangaan. Iedereen maakt deel uit van hetzelfde financiële systeem.
2. Geef de overheid de schuld
Het was niet de liberalisering (deregulering) van financiële diensten die de crisis
veroorzaakten, ze waren juist niet genoeg geliberaliseerd. Er had meer vrije markt moeten
zijn.
De overheid heeft bijgedragen aan de crisis d.m.v. mislukte reddingsacties, dit leidde tot
‘moral hazard’ = organisaties gaan bepaalde dingen doen, waarvan ze weten dat het verkeerd
kan uitpakken. Toch doen ze dit, omdat ze weten dat de overheid ze anders toch wel
opvangt/redt.
Aan de andere kant is de mogelijkheid van het falen van de markt juist hetgeen dat publieke goederen
en de rol van de overheid belangrijk maakt; beschermen van eigendomsrecht waarop private markten
zijn gebaseerd. Door marktfalen is er behoefte aan publieke diensten.
3. Geef de banken de schuld: banken konden in de liberaliserende (deregulerende) markt steeds
grotere risico’s nemen. Het ratio tussen bankkapitaal en schulden nam toe. De schuld geven aan
banken wijst terug naar de overheid die het uit de hand heeft laten lopen. belasting over financiële
transacties? De overheid zou een proactieve rol moeten nemen in de financiële industrie.
4. Geef het kapitalisme de schuld
Financiële en vermogensmarkten zijn op zo’n manier gesplitst dat sommige groepen
evenredig profiteren van hen, terwijl anderen uitgesloten zijn.
Heropleving in het Marxisme; het vertrouwen in een financieel gedreven model van
economische groei heeft een catastrofale wending gekregen; arbeidsbewegingen verzwakten
en kosten ongelijkheden in inkomen en welvaart. Dit resulteerde in de inflatie van groot
vermogen en het houden van schulden.
1
, suggereert dat we niet alleen naar de oorzaken van de crisis moeten kijken, maar ook de gevolgen
voor de manier waarop we onze economie runnen en de rol van publieke diensten daarbinnen.
Consequenties van de crisis voor publieke diensten: geconfronteerd met aanzienlijke
begrotingstekorten en de nood om programma’s te ontwerpen om tekorten en geldstromen te
verminderen.
Paradoxen in dit hoofdstuk:
1. De financiële crisis, een enorme marktfout, heeft niet geleid tot hervorming van de financiële
diensten en herziening van het gebruik van markten in de overheidssector, maar tot het
versnellen van hun gebruik in de overtuiging dat er geen alternatief is voor het gebruik van
marktmechanismen en privatisering
2. De financiële markten, waarvan de mislukking tot de crisis leidde, vormen nu een aanslag op
de natiestaten en de schulden die ze moeten betalen.
De vraag is of de financiële crisis aantoont dat we publieke diensten nodig hebben als bolwerk tegen
de buitensporigheden van de markt of dat we ze niet langer kunnen betalen. Als publieke diensten niet
in staat zijn om in het niveau van diensten te voorzien dat we verwachten van private bedrijven,
betekent dit dat we geen alternatief hebben om de diensten te privatiseren en ze te organiseren op een
concurrerende basis?
Hoofdstuk 3 – context van publiek management en de veranderende rol van de staat
Na WO2 was er een algemene trend om de publieke diensten uit te breiden. Verschillende dingen
hebben hiertoe geleid: 1. De economie voor WO2 tijdens de Great Depression 2. Gevolgen van de
oorlog voor de manier waarop de overheid werd gevormd.
Vrije markt economen geloven dat recessies de prijs zijn die betaald moet worden voor slechte
investeringsbeslissingen in het verleden. Nieuwe investeringen die gedaan worden leiden tot
winstgevendheid. Dit wereldbeeld leidt tot een overtuiging dat de overheid zo weinig mogelijk
betrokken moet zijn bij de economie.
Keynes suggereert dat er in recessie gevaar is voor een vicieuze cirkel waarin een val in vertrouwen
leidt tot een daling van investeringen en ontslag van werkgelegenheid. Dit leidt weer tot een verdere
afname in vertrouwen en vormt zo een neerwaartse spiraal. Keynes stelt voor dat:
Werkeloosheid en dalende productie vraagt om ingrijpen van de overheid en verhoging van
publieke uitgaven
De overheid moet tekorten opwekken om de economie te versterken en tekortkomingen in
vraag te verwijderen
De overheid heeft een legitieme reden om betrokken te zijn bij de exploitatie (uitbaten) van de
economie waarin economische problemen zijn, maar moet zich in betere economische tijden
terugtrekken.
Dus: rol van de publieke sector uitbreiden (Keynes)
De WO2 werd gebruikt al rechtvaardiging om de rol van de staat uit te breiden. Politici geloofden dat
de oorlogstijd niet alleen de mogelijkheid was voor de overheid om de economie te runnen, maar ook
dat Keynesiaanse economen stelden dat de staat een intellectuele basis en ethische reden had om meer
betrokken te zijn in de economie.
Alternatief voor keynesiaans management: terugkeer naar de particuliere markt. De naoorloogse
nederzetting was gebaseerd op uitbreiding van publieke dienstverlening (wat gerechtvaardigd werd
door de ideeën van Keynes).
De crisis van de Keynesianen – fiscale crisis, crowding out en andere crises
2
, Stagflation: economische stagnatie en inflatie; een situatie waarin regeringen machteloos zijn en geen
idee hebben wat te doen. De inflatie is hoog, de economische groei vertraagt en werkeloosheid wordt
hoog.
A. Fiscale crisis
In de jaren zeventig is de positie aanzienlijk uitgebreid van haar positie aan het eind van de WO2. Dit
kwam doordat er meer diensten werden geleverd en de verwachtingen over de rol van de staat
groeiden. De claim werd gemaakt dat de overheid te groot was geworden en teruggeschaald moest
worden.
Fiscale argument stelde dat de overheidsuitgaven in twee categorieën in te delen waren:
1. Sociaal kapitaal: staatsinvestering in de productieve economie
2. Sociale uitgaven: worden door de staat versterkt om te voorkomen dat arbeidskrachten door
het kapitalisme worden getroffen. Probleem: sociale uitgaven hebben een ‘ratchet effect’=
zodra ze geïntroduceerd zijn, is het moeilijk om ze terug te trekken. Hierdoor ontstaat een
dynamiek waarin de staat verplicht is een breed scala aan publieke diensten te betalen
fiscale crisis.
B. Crowding out (uitbreiding)
Idee dat de overheid te groot wordt. Dit zou resulteren in beleggers die hun middelen gebruiken om
overheidsschuld te komen i.p.v. te investeren in particuliere organisaties. Het beeld is dat steeds meer
overheidsschuld wordt verkocht aan investeerders. Er ontstaat een crisisvorm waarin de particuliere
economie de publieke sector niet kan ondersteunen, aangezien de belastingaansprakelijkheid te groot
is geworden en de particuliere economie stagneert omdat het niet voldoende investering krijgt om te
vernieuwen.
Resultaat: economische stagnatie met private bedrijven die, ook al hebben ze goede ideeën voor
nieuwe producten/diensten, geen investering aan kunnen trekken die ze nodig hebben.
C. Andere typen crisis
Theorie van ‘government overload’
De regering bereikt een omvang/groote waarmee ze niet meer haar verantwoordelijkheden kan
nakomen. De regering is niet in staat om de activiteiten te coördineren of controleren wat het
doet.
Ideologische crisis
Ontstaat als regeringen vinden dat ze niet meer kunnen vertrouwen op de ideeën/principes
waarop ze voorheen regeerden
Antwoord van de staat op de Keynesiaanse crisis: regeringen hebben casten zichzelf steeds meer als
paternalistische planners van de economie i.p.v. dat ze leidinggevende rol aannemen met voorkeur
voor ondernemerschap. Het doel was om de economie meer concurrerend te maken in een
geglobaliseerde wereld. Maar i.p.v. het stimuleren van de vraagzijde van de economie, richten
regeringen zich op de bevoorradingszijde om haar industrieën (publiek en privaat) meer concurrerend
en productief te maken. In deze omstandigheden besteedt de staat geen belastinginkomsten, maar
belegt ze om een groter economisch concurrentievermogen te behalen.
Veranderingen in de staat
Jessop legt uit hoe/waarom de rol van de staat is verschoven van overwegende bezorgdheid van
Keynesiaanse naar schumpeterianisme.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 10524770. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.