Fijne samenvatting met de stappenplannen die doornomen moeten worden voor het tentamen onderneming en overheid. Interne markt en witwas gedeelte staat omschreven.
Stappen te nemen:
1. Grensoverschrijdend karakter?
2. Discriminatie? Waaruit blijkt het?
a. Direct onderscheid -mmo
b. Indirect onderscheid, maar wel discriminerend – mzo
c. Belemmering? Effect
3. Betreft het goederenverkeer? Of andere vrijheid?
4. Wel goederenverkeer?
5. Dan tarifair of non-tarifair?
6. Tarifair: is art. 30 of 110 van toepassing?
7. Art. 30 is het een geldelijke last of een heffing van gelijke werking? Mmo
8. 110 – is het gelijksoortig of concurrerend product; mzo (geldt voor iedereen)
9. Non tarifair – is het 34 of 35?
10. Meestal 34 is het dan kwantitatieve invoerbeperking of een mvgw (Dassonville)?
11. Mvgw – geen uitzondering ogv verkoopmodaliteiten in HvJ Keck? Dan wel toegestaan;
a. Voorwaarden Keck-exceptie:
i. maatregel zonder onderscheid
ii. rechtens en feitelijk zelfde gevolgen voor nationale producten en producten uit andere lidstaten
12. Bepaal je keuze – is er een uitzondering/rvg mogelijk?
13. MMO of MZO?
14. 36 alleen voor MMO
15. MZO – zowel 36 als Rule of Reason
16. In beide gevallen: voldoen aan 3 secundaire aanvullende eisen;
Bikeprotect krijgt 2 miljoen aan vergoeding voor speciaal slot. Is er sprake
van staatssteun?
Art. 107 lid 1 VWEU voorwaarden langslopen:
- Sprake van een steunmaatregel: subsidie
- Bekostigd door staatsmiddelen: door de provincie Overijssel, bedrag
van twee miljoen
- Begunstiging: van de onderneming Bikeprotect B.V. (selectiviteitseis)
- Ongunstig beïnvloeden handelsverkeer:
Minimumseis: bedrag van twee miljoen dus over de 200.000.
Grensoverschrijdend en drempelwerking: omdat ook wordt verkocht
buiten de grenzen en het is voor andere toetreders lastiger omdat zij
al hogere start hebben door die twee miljoen
Art. 107 lid 2: verenigbaar
Art. 107 lid 3: kan verenigbaar zijn
Moet worden gemeld bij de commissie (art. 108 lid 3 VWEU)
Sprake van onderneming: arrest Höfner: financiering, rechtsvorm en
economische activiteit.
Op eerste gezicht verboden. Dan kijken of er sprake is van
rechtvaardigingsgronden. Lid 2 of 3. De provincie heeft het gedaan om
werkgelegenheid te bevoordelen in Twente. Moet sprake zijn van ernstig
iets, dus in dit geval geen sprake.
- Onrechtmatigheidsrente: bedrag van de steun inclusief de rente moet worden
terugbetaald als een bedrijf onterecht steun heeft ontvangen.
- Art. 108 lid 2 VWEU= procedure
, CEO wil exporteren naar het buitenland. Fietsslot van Bikeprotect
(innovatieve en intelligente fietsslot) heeft btw-tarief van 35% en
traditionele slot een btw-tarief van 21%, mag dat?
Grensoverschrijdend karakter gaat om België en Nederland en betreft
het goederenverkeer= fiets. Gaat om een tarifaire belemmering en een
MZO en betreft een geldelijke last: meer belasting betalen. Art. 30 en 110
VWEU niet van toepassing geen invoerheffing of maatregel van gelijke
werking.
Art. 110 VWEU is van toepassing omdat dit gaat om discriminatoire
belasting, in dit geval btw. Is er sprake van:
- Gelijksoortige producten? In dit geval gelijksoortige producten omdat
het dezelfde objectieve eigenschappen heeft en de consument de
behoefte erin als hetzelfde ziet.
- Concurrerende producten?
Conclusie: België mag geen hoger btw-percentage heffen, het lijdt
namelijk tot discriminatie in het vrije verkeer van goederen.
CEO wil fietssloten exporteren naar Griekenland maar in Griekenland
mogen accessoires van fietsen alleen worden verkocht in rijwielzaken.
Mag dit?
Grensoverschrijdend karakter Griekenland. De discriminatie blijkt uit dat
zij de accessoires niet los kunnen verkopen.
Geen sprake van art. 30 en 110 VWEU.
Sprake van art. 34 VWEU: maatregel van gelijke werking. Omdat er in
voorschrift staat dat niet los mag worden verkocht dus een beperking. In
dit geval is het een non-tarifaire last omdat het geen geldelijke last is
maar wel invloed heeft op het handelsverkeer.
Het gaat om een MGW dus sprake van Dassonville arrest: alle beperkingen
die het handelsverkeer kunnen beperken mogen niet (ruime uitleg). Als we
nader kijken bij keck-arrest: gelden verkoopmodaliteiten wel maar de
productnorm niet. In dit geval gaat het over het verkopen. Griekenland is
dus we gerechtvaardigd om dit te doen. Je kunt dan nog kijken naar
verdragsuitzonderingen (art. 36 en rule of reason= want sprake van MZO).
De MGW-maatregel mag in dit geval.
CEO wil in Spanje de onderdelen verkopen. Maar zij voldoen niet aan de
voorwaarde dat het moet zijn gemaakt van duurzame producten. Mag
dat?
Sprake van grensoverschrijdend karakter Spanje. Het betreft het
goederenverkeer: fietsslot. Sprake van art. 34 (non-tarifaire belemmering:
geen geldelijke last). Indirecte discriminatie= het geldt voor alle fietssloten
in Spanje. Sprake van beperking vrije verkeer van goederen want er
gelden bepaalde producteisen. Weer sprake van MGW en dus Dassonville
arres, geen keck-arrest (moet mzo) want geen sprake van
verkoopmodaliteit dus de producteisen.
Kan het worden gerechtvaardigd? Art. 36 VWEU: uitzonderingsgrond mag
niet het doel hebben om nationale economie te bevorderen. Art. 36 niet
van toepassing omdat er niet wordt voldaan aan de limitatieve
opsomming. Je kan nog de rule of reason hiervoor gebruiken maar je moet
aantonen dat het dringend is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophiextimmer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.39. You're not tied to anything after your purchase.