INSTABILITEIT PANJABI
Mobiliteit en instabiliteit
Er zijn verschillende vormen van mobiliteit die men kan hebben:
- Hypomobiliteit Kleine neutrale zone. Passieve structuren komen snel op rek.
- Hypermobiliteit Grote neutrale zone. Passieve structuren komen laat op rek.
- Instabiliteit Pathologisch. Klinische of structurele instabiliteit. Vergrote
ROM met disbalans van een subsysteem (overbelastngg.
Neutrale zone (= NZg
NZ is de gewrichtsposite waarbij passieve structuren nog niet op spanning staan. Er is hierbij geen
weerstand. Spieren kunnen wel op spanning staan. Men spreekt van stabiliteit als de gewrichten in
staat zijn binnen de NZ te blijven. Als spieren niet goed functonerenn waardoor gewrichten niet op
de plaats blijvenn kun je buiten de NZ bewegen. Dit kan leiden tot klachten. Zodra passieve structuren
op spanning komenn beweeg je in de elastssche zone (= EZg.
Klinische instabiliteit
Bij klinische instabiliteit is er sprake van een instabiel bewegingstraject. Er is een toename van de NZ
doordat de wrijving van het gewrichtsoppervlak verminderd is. Bij een instabiel bewegingstraject is
de translate toegenomen. Er is een afysiologische weefselbelastng.
Doordat het stabiliserende systeem minder goed werktn kan neurologische dysfuncte optreden. Er
kan ook ongepaste pijn ontstaan. Bijvoorbeeld een impingement.
Structurele instabiliteit
Bij structurele instabiliteit is er sprake van een instabiele eindstand. Er is een toename van de ROMn
ontstaan door een laesie van remmende structuren. Bijvoorbeeld een scheur in een ligament.
Model van Panjabi
Stabiliteit van de wervelkolom Stabiliteit van de sschouder
Passieve subsysteem
- Het bestaat uit kapseln labrum en ligamenten.
- Het vormt de begrenzing van de NZ. Het biedt geen stabiliteit in NZn maar pas in de eindgrens.
- Het monitort bewegingenn zowel binnen als buiten de NZ.
- Het is onderdeel van het controlesysteem.
Dysfunscte passieve systeem
- Oorzaken: mechanische overbelastng.
Door te grote belastng op normale structuur.
Door normale belastng op verzwakte structuur: degenerate (artroseg of aandoening (RAg.
- Gevolgen: afname van passieve stabiliteit en toename van NZ.
1
, Acteve systeem gaat compenseren.
Acteve subsysteem
- Het bestaat uit spieren en pezen.
- Het is verantwoordelijk voor stabiliteit en generate van (dynamischeg kracht.
- Het monitort de gegenereerde krachten door peesorganen (Golgig.
- Het geef feedback van houding en beweging door middel van propriocepte bij rek en contracte.
- Het is betrokken bij pijnwaarneming en pijnbeleving.
- Het is onderdeel van het controlesysteem.
Dysfunscte ascteve systeem
- Oorzaken: overbelastngn degeneraten trauma’s of ziekten.
- Gevolgen: verslechterde monitorfuncte en verslechterde reacte op het controle systeem.
Moeite met genereren van juiste spierspanning en propriocepteve feedback.
Verstoring van de stabiliteitn zowel statsch als dynamisch.
Het acteve systeem het best trainbare subsysteem met goede resultaten op lange termijn.
Neurale controle subsysteem
- Het bestaat uit het centrale zenuwstelsel en zenuwen.
- Het ontvangt (aferenteg informate van het acteve en passieve systeem en verwerkt dit.
- Het zorgt voor aansturing van het acteve systeem om stabiliteit te bieden.
- Het is betrokken bij pijnwaarneming en pijnbeleving.
- De hoeveelheid spanning is afankelijk van houding of beweging.
Dysfunscte neurale scontrole systeem
- Oorzaken: letsel aan het zenuwstelsel (perifere -n spinale zenuwenn ruggenmerg of hersenengn
neurologische aandoeningenn veroudering en langdurige immobilisate.
- Gevolgen: sturing is onmogelijk bij complexe bewegingen. Er is kans op schade.
Stabilizers en movers
Algemeen
Local stabilizers Global stabilizers Global movers
Funscte - Controleert behoud van Levert kracht om een - Veroorzaken beweging
neutrale posite beweging te controleren - Opvangen van zware
- Geef propriocepteve input belastng
Aanspanning Geef geen beweging Excentrisch Concentrisch
Asctviteit in - Contnu - Niet contnu - Niet contnu
beweging - Niet bewegingsafankelijk - Bewegingsafankelijk - Bewegingsafankelijk
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hva99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.