Uitgebreide samenvatting van het vak gezondheidspsychologie. Na elke les zal er een update komen. Samenvatting bevat de powerpoint van de professor en mijn notities (geïntegreerd in de samenvatting).
Samenvatting is vervolledigd
H5: Gedragsmodellen (+ opdracht) ....................................................................... 23
Invloeden op gezondheidsgedrag ................................................................................ 23
Distale invloeden ........................................................................................................ 23
Demografische factoren ................................................................................................................. 23
Persoonlijkheid............................................................................................................................... 24
Andere aspecten van persoonlijkheid ............................................................................................. 24
Zelfbeschikkingstheorie of zelfdeterminatietheorie van Deci en Ryan ............................................. 24
Sociale invloeden ........................................................................................................................... 25
Zelfregulatie van gedrag.................................................................................................................. 25
Risico-inschatting en onrealistisch optimisme ............................................................................... 26
Zelfeffectiviteit of self-efficacy (Bandura) ....................................................................................... 26
Modellen van gezondheidsgedrag ................................................................................ 27
Naïve modellen .............................................................................................................................. 27
Health Belief Model (HBM) ............................................................................................................. 27
Theory of Planned Behavior (TPB) ................................................................................................... 28
Modellen voor gefaseerde gedragsverandering ............................................................................... 29
Transtheoretisch model (Prochaska & Di Clemente) (TTM) .............................................................. 30
Precaution Adoption Process-Model (PAPM) .................................................................................. 31
Health Action Process Approach-model (HAPA) ............................................................................. 31
Deel 1: Bepalen focus interventie ( ................................................................................................. 51
Deel 2: Beschrijving interventie ( ..................................................................................................... 51
Deel 3: Evaluatie interventie ( ......................................................................................................... 51
H8: Ziek zijn ......................................................................................................... 52
Hoe merken we dat we ziek zijn? ................................................................................. 52
Symptomen waarnemen ............................................................................................. 52
Detecteren van signalen ................................................................................................................. 53
Selectieve aandacht ....................................................................................................................... 53
Ziekteangststoornis (Hypochondrie) ............................................................................................... 53
Onverklaarde lichamelijke symptomen .......................................................................................... 54
Symptomen interpreteren ........................................................................................... 54
Ziektepercepties ............................................................................................................................ 54
Ziekteprototypen ............................................................................................................................ 54
Ziekterepresentaties....................................................................................................................... 55
Causale attributies (= andere vorm van ziektecognities) ................................................................. 57
Sociale identiteit ............................................................................................................................ 57
Reageren op symptomen............................................................................................. 57
Ziektegedrag ................................................................................................................................... 57
Uitstelgedrag .................................................................................................................................. 58
Redenen waarom mensen WEL hulp zoeken .................................................................................. 59
Het consult ................................................................................................................. 59
Patiënt-gerichte benaderingen ....................................................................................................... 60
H9: Het consult en daarna.................................................................................... 61
Kenmerken van een effectief consult .............................................................................................. 61
Factoren van invloed op het (kwaliteit van het) consult ................................................ 61
Werkrelatie & samenwerking (1) ..................................................................................................... 61
Communicatievaardigheden (2) ..................................................................................................... 61
Eigenschappen zorgverlener (3) ...................................................................................................... 62
Taalgebruik zorgverlener (4) ............................................................................................................ 62
Taal en cultuur (5) ........................................................................................................................... 62
Patiënt-gerelateerde factoren (6) .................................................................................................... 63
H1: Introductie gezondheidspsychologie
Wat is gezondheid
Gezondheid is…
1. ... niet ziek zijn = afwezigheid ziekte
2. ... goed voor jezelf zorgen = gedrag
3. ... goede genen hebben = bezit
4. ... je fit en energiek voelen = lichamelijke fitheid & vitaliteit
5. … je mentaal goed voelen, goed in je vel zitten = psychosociaal welzijn
6. ... de vrijheid om te doen wat je wilt, wanneer je dat wilt, zonder belemmering = functie
→ Uit onderzoek: verschillende perspectieven rond het concept gezondheid
Lekentheorie van gezondheid
→ Sociale representatie van gezondheid = datgene wat bepaalde groepen mensen onder
gezondheid verstaan
→ Waarom is lekentheorie belangrijk? Gezondheid kan voor verschillende mensen iets anders
betekenen. Maar de manier waarop mensen naar gezondheid kijken, gaat een grote invloed hebben
op het feit of we ons gezond voelen maar ook op de objectieve
→ Bauman (1961): “gezondheid als…”
1. Gevoel van ‘welzijn’
2. Afwezigheid van symptomen van ziekte
3. De handelingen waar een gezond persoon toe in staat is
→ Subjectieve beoordelingen van gezondheid correleren sterk met objectieve
gezondheidsindicatoren!
Historische perspectieven
Voornamelijk westers perspectief voor deze cursus
1. Hippocrates: gezondheid als ‘balans’ tussen humores (bv. homeopathie)
→ Ziekte = dus een imbalans van deze vloeistoffen
→ Genezing = terug in balans brengen van deze humores, bv aderlating, diëten, …
→ Holistische visie naar gezondheid: biologische component in rechtsreeks verband met
persoonlijkheid/psychologie
- Balans van verschillende elementen = een belangrijk idee
→ Klinische psychiatrie: bepaalde stoornissen ontstaan door imbalans aan bepaalde stofjes in de
hersenen, daarom zijn er heel wat geneesmiddelen op gericht om deze stofjes terug in balans te
brengen
→ Idee van balans blijkt NU niet helemaal meer te kloppen
- “Waarom werken die geneesmiddelen dan wel?” Weten we nog niet, maar er is niet zoiets
als een imbalans aan stofjes in de hersenen.
• Eerder stimuleren van neuroplasticiteit van de hersenen
7
,Jolan Kegelaers 2023 – 2024
Damla Akgöl 3BA
2. Middeleeuwen: “ziekte = straf van God”
→ Humores theorie wordt nog steeds gebruikt
→ Gezondheid verbonden met spiritualiteit & religie
→ Ziekteleer meer en meer taak/domein van priesters
→ Taboe ontstond rond wetenschappelijk onderzoek op mensen: anatomisch onderzoek op lijken
werd niet gedaan = beperkte medische vooruitgang
→ Nu beïnvloeden religie en gezondheid elkaar nog steeds: bv vaccinatie in de Bible Belt.
- Negatief: tegen vaccinatie
- Positief: religie zou een goede invloed hebben op welbevinden en gezondheid
3. Renée Descartes, renaissance & wetenschappelijke revolutie: dualisme
→ Lichaam & geest zijn 2 afzonderlijke entiteiten (= dualisme)
→ Geest bleef onderdeel van religie
→ Lichaam meer en meer als machine bekeken = mechanistisch standpunt
Biomedisch ziektemodel
= Opvatting dat ziekten en symptomen altijd een achterliggend fysiologische verklaring hebben en
dat daarmee ook genezing mechanisisch en rechtlijnig werkt (we gaan dit voornamelijk exploreren)
→ Gezondheid als afwezigheid van ziekte = deficit model
→ Diagnose-recept model
→ Reductionistisch perspectief < terugbrengen tot neurale of biochemische processen
→ Heeft de grootste invloed gehad op de moderne gezondheidszorg/geneeskunde!
Beperkingen biomedisch model
1. Dualistische visie op lichaam & geest (= zwart-wit denken = ‘naïef’ perspectief)
2. Rol van ‘geest’ (psychologie) speelt een grote rol bij de manifestatie en reactie op ziekte
→ Gedachten kunnen ook invloed hebben op onze fysiologie!
3. Verschillende personen kunnen op verschillende wijze reageren op zelfde ziekte
→ Deze wordt in dit model niet verklaard (waarom dat het zo is dat ziekte persoon afhankelijk is)
4. Geen verklaring voor bepaalde psychosomatische effecten Bv. Fantoompijn, placebo-effect,
nocebo-effect, …
5. Artificieel onderscheid tussen organische en psychogene ziekte
Biopsychosociaal perspectief
= aanvulling op het biomedisch model! = huidige visie over ziekte & gezondheid
→ Verwerping van het dualistische idee!
→ Meer kijken naar psychologische, sociale en culturele factoren die maken of iemand ziek te
noemen is of zich ziek voelt
- Nadruk op subjectieve beleving
8
,Jolan Kegelaers 2023 – 2024
Damla Akgöl 3BA
→ Strengths-based model (positieve gezondheid)
Casus: is Peter invalide? Is hij (on)gezond?
Peter brak op 16-jarige leeftijd zijn nek na een duik in ondiep water. Hierdoor raakte hij verlamd
vanaf zijn middel en moet hij de rest van zijn leven in een rolstoel doorbrengen. Gedurende
lange tijd kon Peter slechts moeizaam werk vinden. Ondertussen verdient hij geld als
motivationeel spreker. Hij is getrouwd en heeft hij twee gezonde kinderen. Peter is ook
rolstoelsprinter, waarin hij meervoudig Paralympisch kampioen en wereldrecordhouder is.
→ Invaliditeit = beperkende gezondheidstoestand = onvermogen om als ‘normaal’ persoon te
functioneren
- Invaliditeit wordt vaak gezien als een bijna rechtstreeks onvermijdelijk gevolg van een ziekte
of aandoening/lichamelijke afwijking
→ Is dit wel een correcte manier om te kijken naar deze casus?
→ Vanuit biopsychosociaal model (zie afbeelding hieronder):
- Functies worden niet enkel beïnvloed door de specifieke aandoening, maar ook door
persoonlijke factoren: attitude, perceptie, …
- Externe factoren: initieel moeite om werk te vinden niet alleen door Peter, maar kan ook
door werkgever die hier wat twijfelend tegenover staan om iemand met een beperking aan
te nemen.
→ Definitie World Health Organization (WHO): “gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk,
psychisch en sociaal welzijn… het is niet enkel de afwezigheid van ziekte of invaliditeit.”
Beperkingen biopsychosociaal perspectief (= ‘black box’ perspectief)
1. Black box perspectief: als we de 6 dimensies samen smijten, wat is er dan nog belangrijk? Zijn er
dimensies dat belangrijker zijn dan de anderen?
2. Kan begrip van gezondheid onhelder maken
3. Het is onduidelijk hoe zwaar verschillende factoren doorwegen
4. Behandeling aan de hand van BPS-model is complex & duur
9
, Jolan Kegelaers 2023 – 2024
Damla Akgöl 3BA
→ BPS-model = complex & multidimensionaal, maar mogelijk vollediger model voor het bestuderen
van gezondheid en ziekte
Positieve gezondheid
= ontwikkeld door Machteld Huber, en heeft zijn oorsprong in positieve psychologie
→ “Mensen zijn meer dan hun beperking” = uitgaan van wat WEL mogelijk is
- en dus niet enkel naar beperkende factoren kijken)
→ Gezondheid als vermogen om eigen regie aan te voeren en om te gaan met fysieke, emotionele en
sociale uitdagingen van het leven
→ Het is hier een combinatie van feitelijk en subjectief functioneren
6 dimensies van positieve gezondheid:
1. Lichaamsfuncties
2. Mentaal welbevinden
3. Zingeving
4. Kwaliteit van leven (QoL): “ben ik tevreden over mijn leven?”
5. Meedoen
6. Dagelijks functioneren
Wat is gezondheidspsychologie?
= wetenschappelijk onderzoek naar mentale, psychosociale en biologische processen en
gedragsmatig functioneren, die een rol spelen bij…
1. Het bevorderen en in stand houden van gezondheid
2. Het ontstaan van ziekte
3. Preventie en behandeling van ziekte
4. De verbetering van gezondheidszorg en gezondheidsbeleid
→ GZHpsychologie als wetenschappelijke discipline = een ‘toegepaste wetenschap’
- “Hoe gaan we die kennis praktisch gaan toepassen?”
- O.b.v. systematische analyse van empirische data gaan…
• Kwantificeren: bv. hoeveel % jongeren engageert in bepaalde risico gedrag?
• Beschrijven: bv. welke factoren zijn gecorreleerd met risicogedrag?
• Voorspellen & interveniëren: bv. waarom begint iemand met dit gedrag en hoe kunnen
we dit vermijden
→ Er zijn 2 grote onderzoeksmethoden: epidemiologisch (grote datasets) & kwalitatief onderzoek
Epidemiologisch onderzoek
= Statistisch onderzoek gericht op het bestuderen van bepaalde ziektepatronen in verschillende
populaties en de relatie met andere factoren (bv. gedrag, attitudes).
→ Voorbeelden epidemiologische vraagstukken:
- Hoe vaak komt AIDS voor?
- Wie krijgt diabetis Type 2?
- Welke factoren hebben een invloed op het ontstaan of verloop van alzheimer?
- Hoe groot is de sterftekans bij longkanker?
10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dripdrop. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.28. You're not tied to anything after your purchase.