Beste (mede) studenten,
Dit document bevat een (gedetailleerde) uitwerking van ALLE hoorcolleges voor het vak Materieel Strafrecht, gegeven op de Rijksuniversiteit Groningen (master Nederlands Recht, specialisatie Strafrecht). HIermee bent u in het bezit van alle relevante informatie voor dit vak...
Nederlands Recht, master Strafrecht en Criminologi
Materieel Strafrecht
All documents for this subject (3)
1
review
By: tjitskenooitgedagt • 6 year ago
Seller
Follow
cdp
Reviews received
Content preview
Materieel strafrecht
Hoorcollege 1A: Inleiding bijzondere delicten
3 september 2018, Rijksuniversiteit Groningen, master Nederlands Recht (strafrecht)
1. Inleiding
In dit vak gaan we naar een aantal delicten erg specifiek kijken, bijvoorbeeld de vermogensdelicten
(diefstal, verduistering, oplichting), witwassen, gevaar en schuld op de weg, groepscriminaliteit
(art.141 Sr) en zedendelicten. Het andere deel gaat over meer algemene leerstukken, die nog weinig
aandacht hebben gekregen. Denk aan samenloop. Hierbij zijn meerdere strafbare feiten gepleegd en je
wordt vervolgd, maar hoe zit het dan dat je voor 3 delicten tegelijkertijd wordt vervolgd. Ook ne bis in
idem (niet twee keer hetzelfde) komt aan bod. Het gaat erom dat je bent vervolgd en
veroordeeld/vrijgesproken en vervolgens nog een keer vervolgd voor hetzelfde feit. Maar wanneer is
sprake van hetzelfde feit? We gaan het ook uitgebreid hebben over verjaring, legaliteit, klacht- en
hoorrecht. Dit vak bestaat dus uit een mix van onderwerpen.
2. Het strafbare feit/het delict
De relatie tussen strafbare feiten en rechtsgoederen. Een strafbepaling wordt in het leven geroepen ter
bescherming van een rechtsgoed. Die rechtsgoederen zijn de waarden/belangen die de wetgever wil
beschermen met de strafbaarstelling. Hij wil beschermen tegen krenking (daadwerkelijke aantasting –
doodslag) of tegen gevaarzetting. Dit kunnen ook meerdere belangen zijn, gediend door 1
strafbepaling. De meeste delicten kom je tegen in bijzondere wetten. Ook deze wetten willen
rechtsgoederen beschermen (Opiumwet bijvoorbeeld). Die kennen ook hun eigen belangen/goederen
die worden beschermd.
3. Welke betekenis heeft het begrip rechtsgoed (welke meerwaarde) en hoe kan de rechter
wat doen met het gegeven dat een strafbaarstelling dient om een bepaald rechtsgoed te
beschermen?
De verschillende functies van een rechtsgoed zijn:
1. Ordeningsfunctie:
Aan de hand van een rechtsgoed kun je allerlei strafbepalingen categoriseren. Dat heeft de
wetgever tot op zekere hoogte gedaan, misdrijven en overtredingen, zijn onderverdeeld in
allerlei titels.
2. Legitimeringsfunctie.
3. Interpretatieve functie:
De functie van het rechtsgoed bij het interpreteren van delictsomschrijvingen (bestanddelen).
De rechter moet kijken of het onder de delictsomschrijving valt, daarbij is interpretatie van
belang. Het rechtsgoed speelt een belangrijke rol. Voorbeeld:
Huisvredebreuk (art. 138 Sr). Werd in de jaren 70 veelvuldig ingezet tegen krakers van
leegstaande woningen. Vaak vrijgesproken, waarom? Deze bepaling beschermt het recht
van de eigenaar om gebruik te maken van je woning. Is dat aan de orde als het om een
leegstaande woning gaat? De HR heeft deze bepaling uitgelegd als: bij een ander in
gebruik, gelezen als bij een ander feitelijk in gebruik. Er moet iets gebeuren in de woning.
Dat heeft de HR over de rug van het rechtsgoed gedaan.
De rechter gebruikt het rechtsgoed om de juiste richting te geven aan een bepaald
bestanddeel (hier ‘in gebruik’)
Art. 11 WVW 1994, joyriding (tegen de wil van de eigenaar).
Arrest Stiefkind (NJ 1997/361) geeft ook een voorbeeld hiervan.
Er zijn grenzen aan de ruime interpretatie van het rechtsgoed. Bij het bestanddeel stiefkind
is het lastig dit ruim uit te leggen (duidelijke betekenis).
1
, Heling (art. 416 Sr). Het te beschermen rechtsgoed is het profiteren van mensen door
ander gepleegde misdrijven. Ook heling als je zelf een fiets steelt en erop rijdt? De rechter
kwalificeert het niet als heling (levert het strafbaar feit op – 2e materiele vraag – nee).
Het is van groot belang te weten welk rechtsgoed wordt beschermd. Stel je bent veroordeeld voor
mishandeling (samen gepleegd) en in het kader daarvan vervolg en veroordeeld. En de OvJ denkt
naderhand; er waren meer mensen bij betrokken, maar ook delict in vereniging geweld plegen (een
soort medeplegen van mishandeling in het openbaar). Zou nou die OvJ mij, nadat ik ben veroordeeld,
nogmaals mogen vervolgen, maar nu voor een ander delict, onder een andere noemer? Zo simpel ligt
dit niet. Wat met name van belang is, is in hoeverre de twee bepalingen hetzelfde rechtsgoed
beschermen.
4. Verschillende soorten delicten
Niet elke inbreuk op een rechtsgoed is strafbaar gesteld. Meestal alleen bepaalde inbreuken op
rechtsgoed strafbaar. Dan kun je allereerst kijke naar subjectieve kant; met welke geestesgesteldheid
maakt de dader inbreuk op het rechtsgoed. Je kent opzetdelicten, culpoos delicten. Niet algemeen
iemand van het leven beroven is strafbaar (moet opzettelijk of culpoos). Met art. 157 Sr wordt het
menselijk leven beschermd (art. 157 Sr). Het wordt alleen beschermd als die door wordt veroorzaakt
door een brandstichting. Maximaal straf 30 jaar of levenslang, in verband met het levensgevaar en
mogelijkheid van meerdere doden.
Formele en materiele delicten
Materieel delict: veroorzaken van een gevolg is strafbaar gesteld; wijze van veroorzaken is irrelevant
(voorbeeld mishandeling).
Formeel delict: een bepaalde gedraging, bepaalde wijze van inbreuk op rechtsgoed (in vorm van
krenking of gevaarzetting) is strafbaar gesteld. Voorbeeld opruiing (art. 131 Sr) en diefstal (art. 310
Sr).
Mengvorm delicten: art. 300 Sr (mishandeling) en art. 157 Sr (opzettelijke brandstichting).
Bewust keuze van de wetgever omdat hij niet elke inbreuk op rechtsgoed strafwaardig genoeg vindt.
Voordelen vanuit het legaliteitsoogpunt: formele delicten maken vrij helder duidelijk wat verboden is
en wat niet. Nadelen: overlapping van delicten (vermogensdelicten – diefstal en oplichting) en leemtes
(gedraging over het hoofd zien). Zo zou je bij de zedendelicten (12 delicten) zien dat iemand via
misleiding bewegen tot seksuele handelingen, niet strafbaar is gesteld. Is dat een leemte in onze
zedendelictenwetgeving?
Krenkingsdelicten en gevaarzettingsdelicten
Krenkingsdelict: strafbaar is de daadwerkelijke schending van het rechtsgoed (doodslag, diefstal,
vernieling). Krenking moet dus ook bewezen worden.
Gevaarzettingsdelict: delicten waarvoor niet is vereist dat het rechtsgoed is gekrenkt. 2 vormen:
1. Concrete gevaarzettingsdelicten:
Daadwerkelijk in gevaar brengen van het rechtsgoed
Voorbeeld: brandstichting (gevaar te duchten voor iemand zijn leven, art. 157 Sr).
2. Abstracte gevaarzettingsdelicten (veelal formele delicten):
Strafbaarstelling van een gedraging omdat die (in het algemeen) gevaar kan opleveren voor
een bepaald rechtsgoed. Of het in casu gevaar veroorzaakt, is niet van belang (geen
bestanddeel) en hoeft dus niet bewezen te worden.
Voorbeeld: meineed, art. 207 Sr. Rijden onder invloed, art. 8 WVW.
5. Concreet gevaarzettingsdelict? Wat betekent: gevaar kan worden veroorzaakt?
Art. 5 WVW; wat houdt kan worden veroorzaakt in? Kan iedereen die dan maar een
verkeersovertreding begaat, hiervoor worden veroordeeld ex art. 5 WVW. Zie ook HR NJ 1991/257.
Uitspraak wordt of kan worden: tussen varianten wordt veroorzaakt en kan worden veroorzaakt,
2
,gradueel doch niet wezenlijk verschil. Enkele verkeersovertreding is onvoldoende, je kan niet
helemaal abstraheren. Er moet wel ander verkeer zijn (placht aanwezig te zijn). Toch concreet gevaar
nodig (uitspraak wordt of kan worden = verplicht).
6. Wanneer is gevaar te duchten?
HR NJ 2009, 120 over art. 157 Sr (brandstichting – concreet gevaarzettingsdelict)
Het enkele feit dat je brand sticht in een woning of een bedrijfspand waarboven woning is gelegen en
dat het een woning is, dat maakt nog niet dat levensgevaar voor de bewoners te duchten is. Wat is
nodig? Dat het levensgevaar inderdaad te duchten. Het moet naar algemene ervaringsregels
voorzienbaar zijn geweest. Dat de dader zelf dat gevaar wellicht niet heeft voorzien, is in dat verband
niet van belang (geobjectiveerd bestanddeel). Van die vereiste voorzienbaarheid zal in de regel geen
sprake zijn als de bewoners tijdens brandstichting niet thuis zijn.
ECLI:NL:HR:2018:16 over art. 161bis Sr (verplicht!)
Dit betekent dat levensgevaar ten tijde van het verijdelen van de veiligheidsmaatregel naar algemene
ervaringsregels voorzienbaar moet zijn geweest. Van die vereiste voorzienbaarheid zal in de regel
geen sprake zijn als zich doorgaans geen personen in de nabijheid van het betreffende
elektriciteitsnetwerk bevinden (r.o. 2.5.1).
Overeenkomst met te duchten levensgevaar en wordt/kan worden?
Dit is net zoiets. Art. 5 WVW gaat het om een simpele overtreding, staat paar maanden hechtenis op.
Op art. 161bis Sr staat jarenlang gevangenisstraf. Dan moet het gevaar ook echt daadwerkelijk zijn.
Bij art. 5 WVW kan je met een minder grote kans op dat het fout gaat, genoegen nemen. Maar bij een
ernstig delict, moet het gevaar wat meer voorstellen. Dan moet de kans groter zijn. Die is groter als er
iemand daadwerkelijk aanwezig is de woning.
Einde hoorcollege 1A
3
, Materieel strafrecht
Hoorcollege 1B: samenloop en generalis/specialis
5 september 2018, prof. Mr. D.H. De Jong
1. Inleiding
Strafbaar gedrag kan onder meerdere bepalingen vallen, dat is samenloop. Voorbeeld: Een terrorist die
met 1 bomaanslag 70 mensen om het leven brengt, dat is 70 keer doodslag? Nee, dus 70 keer moord.
Het kan tevens onder een ander stelsel vallen, zoals bestuursrechtelijk handhavingsstelsel. Voorbeeld:
iemand doet opzettelijk te laat aangifte van zijn belasting. Fiscale overtreding en strafrechtelijke
overtreding. Het is ook denkbaar dat iemand voor zelfde strafbaar gedrag in verschillende landen
wordt veroordeeld. Dit zijn allemaal voorbeelden van cumulatieve van strafrechtelijke
aansprakelijkheden. Het wordt als wenselijk beschouwd om hiervoor waarborgen te bieden voor de
burger. Vandaag kijken we alleen in Nederland en alleen naar het Strafrecht.
Er zijn 2 situaties te onderscheiden:
I. Iemand wordt gelijktijdig voor meerdere strafbare feiten (kwalificaties) berecht (denk met
name aan een cumulatieve TLL) = samenloop
II. Iemand wordt met achtereenvolgende berechtingen geconfronteerd (ne bis in idem), art. 68 Sr.
Denk aan bankoverval, veroordeeld voor diefstal met geweld. En na de uitspraak wil de
OvJ ook nog vervolgen voor overtreding wet wapens en munitie.
We gaan het vandaag hebben over de eerste situatie. Dan spreek je over samenloop, art. 55 e.v. Sr.
2. Samenloop
Het doel is mitigering (demping) van opeenstapeling van strafbaarheden. Dat is van land tot land heel
verschillend. In Amerika kennen we de bekende optelsom, zoals 150 jaar gevangenisstraf. Onze
samenloop kent een sterke demping van vrijheidsstraffen. De gedachte hierachter is dat opeenstapeling
onevenredig en onrechtvaardig zou zijn. Je kan hier verschillend over denken.
De lastige vraag is wanneer er sprake is van 1 feit die onder meerdere artikelen vallen (eendaagse
samenloop) en wanneer sprake is van meerdere feiten die onder meerdere artikelen vallen (meerdaagse
samenloop).
3. Welke inhoudsbetekenis moet je geven aan een feit?
Oude leer
Voor onderstaand arrest was er eenheid van feit en gebeuren. Dat leidde met name bij art. 68 Sr tot
onaanvaardbare uitkomsten. Voorbeeld: Begin vorige eeuw had een vrachtwagenchauffeur een te
zware belading en dat was een overtreding. Hij reed door en overreed de agent. Er werd hem poging
tot doodslag ten laste gelegd. De kantonrechter had hem veroordeeld voor de onjuiste belading. De
misdrijf—afdeling had de zaak nog niet klaar. De rechtbank zei: het was op die brug, daar was de
vrachtwagen en daar agent overreden. Dus 1 gebeurtenis en al berecht en dus niet-ontvankelijk. Zo
kwamen er af en toe van dit soort uitspraken, wat de HR ertoe heeft geleid om in het Oude Kijk in ’t
Jatstraat ertoe gebracht de leer te veranderen.
De huidige (nieuwe) leer
Oude Kijk in ’t Jatstraat-arrest
Sinds 2017 hebben we de nieuwste leer. Maar dit arrest is tot aan 2017 richtinggevend geweest.
Verdachte reed onder invloed van alcohol in een auto met onjuiste verlichting. Hij was veroordeeld en
daar werd eendaagse samenloop aangenomen. Nee, zei de HR. De 2 aspecten van het feitelijke gedrag
(dronken rijden en rijden in een voertuig dat niet voldeed aan voorschriften) staan los van elkaar en
kunnen los van elkaar worden gedacht. En als we kijken naar 2 strafrechtelijke aspecten, het ene geval
overtreding van WVW en anderzijds dronken rijden, is meer rechtstreeks gericht op veiligheid
verkeer. Die strekkingen lopen nogal uiteen. Om die 2 redenen geen eendaadse samenloop.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cdp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.