100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Samenlevingen $3.79   Add to cart

Summary

Samenvatting Samenlevingen

 16 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting Sociologie boek Samenlevingen, hoofdstuk 1,4 en 7. Een 8.3 behaald voor dit tentamen! Jaar 1 Periode 1

Preview 2 out of 6  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1, 4 en 7
  • October 15, 2018
  • 6
  • 2016/2017
  • Summary
avatar-seller
Samenlevingen
Hoofdstuk 1
Sociologie: de wetenschap van de manieren waarop mensen met elkaar samenleven.
Of wetenschap van de maatschappij.
Maatschappij: de manier waarop mensen met elkaar samenleven.
Een maatschappij: de grootste sociale eenheid waartoe mensen behoren.
Of wetenschap van de menselijke groep.
Groep: onderling verbonden mensen die een besef van een gemeenschappelijke identteitt een wij-
gevoel kennen.
Echter is deze beschrijving niet correct, sommige mensen behoren tot de maatschappij terwijl ze
geen wij-gevoel hebben. Ze vormen dus geen groep.
Beter: studie van sociale netwerken.
Sociaal netwerk: een te onderscheiden geheel van relates ttssen actoren (individten of groepen).
 Varieert qua omvang, dichtheid en openheid (contact met andere netwerken).
Een persoon binnnen een netwerk kan een sociale posite binnen een netwerk innemen. Een centrale
of een meer marginale posite.
Binnen de sociologie wordt gezocht naar overeenkomsten en verschillen binnen de samenleving.
Maar ook naar zaken die samenhangen, bijvoorbeeld een economische ontwikkeling die samenhangt
met een godsdienstge overtuiging. De connecte tussen de belevingswereld en sociale verbanden.
Sociologen laten andere maatschappijwetenschappen ook in hun onderzoek terugkomen, zoals de
economie, politcologie en rechtswetenschap. Er zijn ook specialisates binnen de sociologie, zoals de
gezinssociologie en de organisatesociologie. Sociologen verschillen van historici, dei vroegere
samenlevingen bestuderen en van cultureel antropologen, die vooral niet-verwesterde en niet-
geïndustrialiseerde samenlevingen bestuderen. Echter vergelijken sociologen de huidige samenleving
wel met deze studies, om aspecten van nu te kunnen verklaren. Sociologie lijkt ook veel op de
psychologie, gedrag wordt alleen niet verklaart vanuit het individu maar vanuit de samenleving. Ze
gebruiken echter wel eens de psychologie om menselijk gedrag te verklaren. Sociologen gebruiken
theorievorming en emperisch onderzoek (eigen waarnemingen) in hun studies.
Sociaal: alles wat zich ttssen mensen afspeeltt alles wat mensen verbindt.
Durkheim: sociale werkelijkheid- sui generis. Een eigensoortge werkelijkheid die niet kan worden
herleid tot de eigenschappen van individuen.
Elias: relateve autonomie (niet geheel voorspelbaar) van sociale processen ten opzichte van
bedoelingen. Prijs stjgingen of het ontstaan van een oorlog heef geen van de individuen zo bedoeld
of gepland.
Interacte: het reageren van mensen op elkaart het handelen van de één leidt tot het handelen van de
ander.
Ctltttr: het aangeleerde gedragsrepertoire dat mensen in een bepaalde groep of samenleving
gemeen hebbent zoals gewoontent symbolent kennist norment opvatngent vaardigheden.
Interdependente: onderlinge afankelijkheid.
Sociaal handelen: handelen dat georiënteerd is op het gedrag van andere mensen. (Weber)
 Onderlinge verwevenheid van individuele handelingen (bijv. Voetbalwedstrijd). Mensen met
veel macht hebben vaak meer controle. En als mensen vaker contact hebben wordt gedrag
vaak wel voorspelbaar. Gedrag kan ook meer voorspelbaar worden door normen of
gedragsregels.
Socialisate: al het lerent bedoeld en onbedoeldt door mensen aan en van andere mensen.
Imitate: onbedoelde socialisate; kinderen bootsen het gedrag van volwassenen en andere kinderen
in htn omgeving na.
Identicate: het kind wil zijn zoals degene die het imiteert.

, Internalisering: het kind volgt de regels tit zichzelf na. Dwang van anderen is overgegaan in
zelfdwang. Externe controle naar innerlijke controle. Alsnog blijf externe controle belangrijk.
De socialisate verschilt per cultuur, groepering en sekse. Elke groepering is verdeeld in subculturen.
Mead en Cooley: het zelfeeld van een opgroeiend individu wordt bepaald door hoe ‘belangrijke
anderen’ zich tegenover het individu gedragen. Het individu ziet zichzelf door de ogen van de ander.
Bowlby: binding tussen ouder en kind door biologische neiging tot hechtgedrag van het kind en
zorggedrag van de ouder.
Gehlen: de mens is van nature een cultuurwezen.
Thomas: ‘If men defne situatons as real, they are real in their consequences.’

Mensen zijn interdependent van elkaar, denk maar aan eten uit de supermarkt en een patint in een
ziekenhuis. Volgens contractheoriin waren mensen ook autonoom, onafankelijk van elkaar. Later
zagen ze in dat het sluiten van een contract (samenwerking) veel makkelijker was. Ze sloten een
sociaal contract. Durkheim ging hiertegenin, hij geloofde niet dat mensen ooit individueel leefden.
Vroeger in stammen bijvoorbeeld dacht hij dat mensen in een stam niet het bewustzijn hadden om
een eigen identteit te ontwikkelen. In de moderne samenlevingen van nu zou dat wel kunnen, door
het ontwikkelen van sociale voorwaarden met het gevoel van individuele autonomie.
Een verhouding tussen mensen is asymetrisch als de één meer macht heef dan de ander.
De individualisering treedt nu op; mensen laten zich bij keuzes minder door anderen leiden, ze zijn
minder gebonden aan sociale kaders (kerk, politeke partj). Dit betekent niet dat mensen niet meer
afankelijk van elkaar zijn.

Mensen zijn interdependent door 4 soorten bindingen:
 Economische bindingen.
 Politeke bindingen. Fysieke dwang die mensen op anderen kunnen opleggen, kan ook dmv
dreigen of geweld.
 Affecteve binding. De positeve en negateve gevoelens die mensen voor elkaar koesteren.
 Cogniteve binding. Processen van kennisvorming en kennisoverdracht.

Wanneer mensen een bepaald doel nastreven kan dit ook ongewenste consequentes hebben, zoals
bij de Franse revolute waar Napeleon een dictatuur starte. Terwijl het doel ‘vrijheid, gelijkheid,
broederschap’ was. Een ander voorbeeld is de milieuproblematek van nu. Door economische
ontwikkelingen, technologische vernieuwingen en bevolkingsgroei.
Evolttonisme: het idee dat alle maatschappijen dezelfde fasen doorlopen van laag naar hoogt of nog
doorlopen. (Comte, Spencer)
Regelmatgheden in de geschiedenis van de mensheid:
 Uitbreiding van afankelijkheidsnetwerken. Een samenleving op natonaal niveau is de
afgelopen jaren steeds afankelijker geworden van hogere integrateniveaus, tot op
mondiaal niveau. De grootste sociale eenheid is de wereldsamenleving. Deze ontwikkeling
noemt men globalisering. Met name economische bindingen spelen een rol. Er is vaak sprake
van asymetrische verhoudingen, bijvoorbeeld indianen die te maken krijgen met
plantagehouders. Ook is er sprake van globalisering van politeke bindingen, zoals de EU en
de VN. Cogniteve en affecteve bindingen ook, door communicatemedia. Zo ontstaat een
wereldcultuurstelsel.
Hybridisering: het opnemen van andere ctltttrelementen.
 Maatschappelijke differentate. Ftnctonele differentate: individten en groepen leggen zich
op andere actviteiten toe. Vooral arbeidsindeling. Wereldwijd vindt zo communicate tussen
deze groepen plaats: diffusie naar specifeke afankelijkheden. Zo zijn organisates ontstaan
die zich op bepaalde aspecten focussen. Ook effect op mensen: op werk economische
bindingen, bij de studie cogniteve bindingen (ook deels affectef met klasgenoten),

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller simonevk15. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79223 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.79  1x  sold
  • (0)
  Add to cart