In deze samenvatting is de gegeven informatie in de colleges 'Beïnvloeding en groepsgedrag' en 'Stereotypen & pro-sociaal en antisociaal gedrag' uitgeschreven op een overzichtelijke manier. De begrippen zijn duidelijk beschreven met voorbeelden en aan het eind zijn een paar oefenvragen gegeven.
Online colleges: Sociale psychologie
College 1 – Beïnvloeding en groepsgedrag
Onbewuste beïnvloeding:
Subliminale reclame = het publiek wordt aangezet tot een bepaalde handeling
of voorkeur door een boodschap te verstoppen in reclames en andere uitingen.
Subliminale priming = woorden of beelden zo kort te laten zien, zodat deze
niet bewust kunnen worden waargenomen.
Invloed van geur: invloed van onbewuste prikkels in ons keuze gedrag.
Een bepaalde geur kan je tot een bepaalde keuze zetten.
Sociale imitatie: mensen hebben de neiging om gedrag van de mensen
om hun heen te kopiëren (perceptie-gedrag-link, zien = doen).
Sympathie: Mensen laten zich vaak leiden door hun gevoelens van
sympathie en aantrekking.
Beïnvloeding door gedachteloosheid:
Deelt veel kenmerken met automatische processen. Een belangrijk aspect zijn
signaalstimuli.
Signaalstimuli = subtiele signalen, vaak primitief, die gebruikt worden
om de aandacht te trekken en gedachten te sturen.
Sturende presentaties = de denkrichting van een persoon kan
veranderen doordat de persoon het zich kan voorstellen.
Nudging = subtiele duwtjes of steuntjes, zodat mensen wenselijk gedrag
gaan vertonen.
Beïnvloeding door sturende taal:
Sturende taal = wanneer je iets als een beperking omschrijft klinkt het minder
uitnodigend om eraan te werken dan wanneer je iets omschrijft als een uitdaging.
Technieken in beïnvloeding:
Geregisseerde verwarring: mensen worden in milde verwarring gebracht
en daarna wordt er ‘toegeslagen’.
o Bijv. good-cop, bad-cop.
Emotionele verwarring: mensen worden in milde verwarring gebracht en
daarna wordt de bron van angst weggenomen, waardoor ze opgelucht zijn.
Vervolgens wordt er om een gunst gevraagd.
o Bijv. kind is bang voor monsters onder bed, laten zien er is niks onder
bed en dan vragen aan het kind om in eigen bedje te slapen.
Verstoor-dan-herformuleer-techniek: er wordt een verstoring
geïntroduceerd, daarmee een tegenargument opgewekt en vervolgens met
een herformulering van een aanbod te komen.
o Bijv. kinderen betrekken bij besluitvorming, zeggen het kost 300 cent
en dat is €3,-, dat lijkt misschien veel, maar denk na over hoe blij je
ermee zal zijn.
Prikkeltechniek: verzoeken op een ongewone manier stellen.
, o Bijv. een bedelaar vraagt aan iemand voor geld op een gewone manier
(kleingeld of 25 cent) of op een ongewone manier (17 of 37 cent).
Ongewoon levert meer geld op.
Wederkerigheid: mensen zijn geneigd iets terug te geven aan iemand van
wie ze iets hebben ontvangen.
o Bijv. positieve beloningen geven aan kinderen voor gewenst gedrag,
dan blijven ze dit gedrag meestal doen.
Deur in het gezicht: er wordt eerst een groot verzoek gedaan en vervolgens
een klein, meer haalbaar verzoek.
o Bijv. als je wil dat het kind zijn kamer opruimt, dan kan je eerst vragen
of ze de hele kamer opruimen en daarna om te vragen of ze in ieder
geval het bed willen opmaken.
Dat is nog niet alles: kinderen aanmoedigen om een taak te voltooien door
meer aan te bieden.
o Bijv. als je je kamer opruimt mag je niet alleen buiten spelen, maar krijg
je ook een ijsje.
Voet tussen de deur: je begint met een groot verzoek, nadat ze akkoord
gaan en beginnen kun je het verzoek verkleinen naar een specifiekere taak.
o Bijv. je moet het hele huis schoonmaken en daarna verzoeken om
alleen de vaatwasser leeg te halen.
Low-balling: je gaat akkoord met het verzoek, nadat ze enthousiast zijn geef
je de nadelen van het verzoek. Omdat ze al enthousiast waren, zullen ze
sneller instemmen met de voorwaarden.
o Bijv. je kinderen willen een huisdier, dus je gaat akkoord met het
adopteren van een hond. Nadat je kinderen enthousiast zijn, geef je de
nadelen van het hebben van een hond (uitlaten, verzorgen, etc.).
Schaarste: verder uitleggen wat het verzoek van de ander betekend om
daarna hun gedrag te motiveren en aan te passen.
o Bijv. je kinderen willen naar een concert, i.p.v. ze direct te kopen zeg je
dat ze snel uitverkopen, hierdoor kunnen kinderen gemotiveerder zijn
om hun gedrag aan te passen om de kaartjes te ‘verdienen.
Conformisme: mensen zijn soms geneigd om te conformeren uit een
meerderheid, zelfs als dat betekend dat ze tegen hun eigen overtuigingen
ingaan (impact van sociale invloed op individueel gedrag).
Groepsgedrag:
Belangrijke aspecten/functie van groepsgedrag:
• ‘Need-to-belong’ = iedereen heeft de behoefte ergens bij te horen en het
vermijden van sociale afwijzing.
• Sociale identiteit = een groepslidmaatschap verteld ons wie we zijn, is
een belangrijk onderdeel van je zelfbeeld.
• Rollen en status: spelen hierin een rol. Sommige zijn informeel (bijv. ‘cool
persoon’) en andere formeel (bijv. ‘klassenvertegenwoordiger’).
• Normen en groepscohesie: groepen hebben vaak expliciete en
impliciete normen, die bepalen welk gedrag acceptabel is.
Sociale facilitatie = mensen beter presteren in een groepen dan als individu
(bijv. bij schoolopdrachten). De aanwezigheid van anderen kan de individuele
motivatie van anderen vergroten (een soort spanning om beter te presteren).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller micky1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.27. You're not tied to anything after your purchase.