100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting voorgeschreven literatuur week 1 t/m 7: Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad en wanprestatie $7.06   Add to cart

Summary

Samenvatting voorgeschreven literatuur week 1 t/m 7: Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad en wanprestatie

2 reviews
 99 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

In deze samenvatting wordt alle voorgeschreven literatuur behandeld voor het mastervak 'Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad of wanprestatie'. Alle voorgeschreven stof van week 1 t/m 7 is hierin samengevat.

Preview 4 out of 58  pages

  • October 16, 2018
  • 58
  • 2018/2019
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: Ninasch1 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: Lotte1906 • 5 year ago

avatar-seller
Samenvatning Aanspralejkhl ekd

Weel 1 Aanspralejkhl ekd voor ekingen onrec tmating ingedraing: de vereksten onrec tmatinge
daad, rejatvktekt, toerelenbaar ekd en fektejkhl causaaj verband
Nrs. 13 t/m 16 Aansprakelijkheid voor eigen gedrag op grond van art. 6:162
Het uitgangspunt is dat een ieder in beginsel zijn eigen schade draagt. De onrechtmatgheid
van de gedraging is een noodzakelijke voorwaarde alvorens aansprakelijkheid op grond van
art. 6:162 kan worden aangenomen.
 Let op: de gedraging moet onrechtmatg zijn, niet de eindtoestand.

Art. 6:162 lid 2 noemt een drietal categorieën van onrechtmatg gedrag.

Een onrechtmatge gedraging kan aan de dader toegerekend worden als de dader sschuld
heef of welke krachtens de in het verkeer geldende opvatngen voor rekening van de dader
komt. Zie het derde lid van art. 6:162 maar ook art. 6:165.

Nrs. 18 t/m 56 Aansprakelijkheid voor eigen gedrag op grond van art. 6:162
De aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond heef tot gevolg dat een handeling die op
zichzelf beschouwd onrechtmatg zou zijn, dat onrechtmatge karakter verliest. Men kan
hierbij denken aan de rechtvaardigingsgronden in het strafrecht ex art. 40 – 43 Sr.

Ondanks overtreding van een wetelijke norm kan het relatviteitsvereiste (ex art. 6:163) er
toe leiden dat er toch geen aansprakelijkheid wordt aangenomen omdat de overtreden
norm niet geacht wordt de belangen te beschermen die in het concrete geval zijn
geschonden.
 Dit neemt niet weg dat er nog bijv. ongeschreven normen kunnen zijn geschonden die
mogelijk wel de onrechtmatgheid van de gedraging kunnen funderen (zgn.
zorgvuldigheidsverplichtng).

Het overtreden van een wetelijk vastgestelde gedragsnorm levert in beginsel een
onrechtmatge daad op jegens degenen te wier bescherming die normen zijn gesteld.
 Wat als je een vergunningsvoorschrifen overtreedt?

Of er al dan niet sprake is van een rechtvaardigingsgrond dan wel niet is voldaan aan het
relatviteitsvereiste is aan de gedaagde om te bewijzen.

Een ander voordeel voor de gelaedeerde als een wetelijke norm is geschonden is dat daarbij
– anders dan het geval is bij handelen in strijd met ongeschreven zorgvuldigheidsnormen,
die uitsluitend strekken ter bescherming van belangen waarop de dader bedacht moest zijn
– niet afzonderlijk hoef te worden vastgesteld dat de dader bedacht was of behoorde te zijn
op de belangen van de benadeelde die de geschonden norm beoogt te beschermen.

Als X een wetelijk vastgesteld tarief – die geldt om een eerlijke concurrente te
bewerkstelligen – overschrijdt dan handelt X niet onrechtmatg Y als Y dat zelf ook doet. Het
is dan immers niet onbehoorlijk tegenover Y.
 Houdt nauw verband met de relatviteit.

,Schending van een wetelijke norm zal eerder beslissend zijn voor het
onrechtmatgheidsoordeel als de wetelijke norm gebaseerd is op een afweging van
belangen. Maar in andere gevallen is dit dus niet altjd zo.

Door het toekennen van subjecteve rechten geef de wetgever aan dat het bepaalde
belangen beschermingswaardig vindt. Dit uit zich in art. 6:162 lid 2 sinbreuk op een
(subjectef) recht .

Een eigenaar kan zich verzeten tegen elke storing in zijn eigendomsrecht (art. 3:314 jo.
3:296). Verwijtbaarheid is in dat geval niet vereist.

Twee groepen subjecteve rechten:
- Absolute vermogensrechten;
o Denk aan het eigendomsrecht, octrooirecht, auteursrecht en merkenrecht.
- Persoonlijkheidsrechten;
o Denk aan lichamelijke integriteit, huisrecht, recht op eerbiediging van de
persoonlijke levenssfeer.
 Er moet voorzichtg worden omgegaan met de toepassing van dit inbreukcriterium.
 Voorbeeld: het feit dat bij een ongeluk een auto zwaar beschadigd is geraakt kan niet uit
worden afgeleid dat de ander aansprakelijk is uitsluitend op de grond dat deze sinbreuk op
het eigendomsrecht van de autobeziter heef gemaakt. Drie benaderingen om hieromtrent
een extra toets in te bouwen:
1. Beperking tot directe, rechtstreeks en opzetelijke inbreuken (zie nr. 36);
2. Toetsen aan bepaalde eisen of er al dan niet sprake is van een sechte inbreuk. Denk
hierbij aan of het bijvoorbeeld voldoende sernstg was of dat shet gedrag zelf inbreuk
maakt (zie nr. 37);
3. Nadat de inbreuk is aangenomen nog nader toetsen aan ongeschreven
(zorgvuldigheids)criteria (zie nr. 39);
a. Deze benadering wordt tegenwoordig aangehangen door de meeste auteurs.

Indien een exclusief recht wordt geschonden is soms een nadere toetsing aan ongeschreven
zorgvuldigheidsnormen noodzakelijk. Dit is niet nodig als er bijv. opzetelijk een inbreuk is
gemaakt op een eigendomsrecht.

Ten aanzien van de derde categorie – s hetgeen volgens ongeschreven recht in het
maatschappelijk verkeer betaamt – heef men enige houvast aan de rechtspraak. Dit is
veruit het belangrijkste onrechtmatgheidscriterium. Kenmerkend omtrent dit vraagpunt is
de casuïstek ervan. Toch is er wel behoefe aan enige algemene regels omtrent dit punt.

Uitgangspunt is ook hier: wie stelt die bewijst (art. 150 Rv).

Om tot enige ordening te komen m.b.t. de laatste onrechtmatgheidscategorie worden
hieronder enkele situates besproken.

Gevaarzetting
De welbekende Kelderluikgezichtspunten zijn hierbij van belang:

, - De mate van waarschijnlijkheid waarmee de niet-inachtneming van de vereiste
opletendheid en voorzichtgheid (bij het potentele slachtofer) kan worden
verwacht;
- Aard en omvang van de gevreesde schade;
- De waarschijnlijkheid dat deze schade zich als gevolg van bepaald gedrag zal
voordoen;
- De aard van de gedraging;
- De bezwaarlijkheid (voor de potentele dader) in termen van kosten, tjd en moeite
voor het nemen van voorzorgsmaatregelen.
 Probleem hieromtrent is dat de onderlinge verhouding tussen de gezichtspunten niet
duidelijk is.

De vraag welke criteria aangelegd moeten worden om vast te stellen of in een bepaald geval
voldoende veiligheidsmaatregelen zijn genomen gegeven de bestaande kennis en inzichten,
moet uiteraard worden beantwoord naar de stand van zaken ten tjde van verweten
gedragingen.

Sport- en spelsituates
Deelnemers aan sportsituates weten dat er bepaalde risico s aan zijn verbonden. Er worden
dan ook hogere eisen gesteld alvorens een gedraging in deze situate onrechtmatg wordt
geacht. De gedraging kan niet los van de context worden gezien.

Een gedraging in een sportsituate is minder snel als onrechtmatg te kwalifceren dan
daarbuiten het geval zou zijn.

Het enkele overtreden van de spelregels, waaronder regels ter bescherming van de
veiligheid van de spelers, is niet reeds om die reden onrechtmatg. Dat neemt niet weg dat
een grove inbreuk op de spelregels wel onrechtmatgheid kan zijn.

Terreinbeheerders en opstallen
Degene die belast is met het toezicht heef een specifeke zorgplicht t.o.v. andere mogelijke
gebruikers. Van hen kan worden verwacht om voorzorgsmaatregelen te trefen of te
waarschuwen. Als er wordt gewaarschuwd moet er wel adequaat worden gewaarschuwd.
 Voorbeeld: Het waterschap dat niet heef gewaarschuwd voor het feit dat een weg
ongeschikt is voor zwaar transport en vervolgens valt een vrachtwagen daardoor in het
water. Het waterschap was de beheerder van die weg.
 Ook hier zal een afweging gemaakt moeten worden die ook in het Kelderluik-arrest aan
de orde kwam.

Dit is minder duidelijk ten aanzien van de aansprakelijkheid van zorginstellingen.

Ongelukkige samenloop van omstandigheden
Denk hierbij aan huis-, tuin- en keukensituates. Rechters zijn hieromtrent terughoudend
met het aannemen van aansprakelijkheid. Als in dit soort situates snel aansprakelijkheid zou
worden aanvaard kan dit leiden tot geforceerd gedrag en tot een (te) vergaande juridisering
van het menselijk handelen.

, Zuiver nalaten
Onder welke omstandigheden is actef ingrijpen vereist en wordt nalaten onrechtmatg? Uit
de schaarse rechtspraak hieromtrent blijkt dat dit niet snel als onrechtmatg wordt
aangemerkt. Meestal moet er wat bijzonders aan de hand zijn.

De volgende voorwaarden voor aansprakelijkheid wegens zuiver nalaten zijn te geven:
- Concrete kennis van een gevaarlijke situate;
- Dreiging van ernstg geestelijk of lichamelijk letsel;
- De mogelijkheid en de noodzaak om daadwerkelijk iets te doen (waarschuwen of
helpen);
- Reële verhouding tussen moeite, kosten en het gevaar.
 Weer enigszins hetzelfde als de kelderluikgezingspunten. De voorwaarden lijken hier
alleen stringenter te zijn, met name t.a.v. het vereiste van de bewustheid van het gevaar.

Andere situates dan gevaarzetende
Denk hierbij bijvoorbeeld aan hinder. Dit komt aan de orde in art. 5:37. Wanneer hinder
onrechtmatg is wordt niet beantwoord. Daarvoor wordt verwezen naar art. 6:162. Of hinder
al dan niet onrechtmatg is hangt weer af van tal van omstandigheden (aard, ernst, duur
etc.). Tevens zijn de plaatselijke omstandigheden van belang, of wie er als eerste zat en het
algemeen belang.
 Voorbeeld: als jij een boomkwekerij naast een weiland begint weet je dat je rekening
moet houden met overwaaiend graszaad.
 Voorbeeld: het accepteren van geluid als je vlakbij een spoorlijn woont.

Enerzijds is het handelen zonder vergunning niet reeds op die grond civielrechtelijk
onrechtmatg. Anderzijds is het beschikken over een vergunning geen vrijbrief voor het
toebrengen van onrechtmatge hinder.

Hinder tussen verafgelegen gebruikers is ook mogelijk. Denk aan het geval dat een gebruiker
van de Rijn rekening moet houden met de belangen van de benedenstrooms gelegen
gebruikers.

Nrs. 58 t/m 77 Aansprakelijkheid voor eigen gedrag op grond van art. 6:162
De relatviteit ex art. 6:163 beoogt een handvat te bieden ter begrenzing van
aansprakelijkheid. Het artkel geef drie aspecten van het relatviteitsbeginsel:
1. Het personele bereik: het gedrag moet jegens de benadeelde onrechtmatg zijn;
2. De soort van schade: de schade zoals benadeelde die heef geleden moet onder het
beschermingsbereik van de norm vallen;
3. De wijze van ontstaan: de wijze waarop de schade is ontstaan dient te vallen onder
de strekking van de norm.

Wie wordt er beschermd (m.b.t. de relatviteit) bij de inbreuk op een subjectef recht? Alleen
de rechthebbende kan zijn vordering uit onrechtmatge daad op de rechtsinbreuk baseren
(eerste aspect). Derde-belanghebbenden zouden hun vordering wel op een andere
onrechtmatgheidsgrond kunnen baseren. Ook de soort schade als gevolg van de inbreuk en
de wijze waarop die is ontstaan dienen te vallen onder het beschermingsbereik van de met
de rechtsinbreuk geschonden norm (tweede en derde aspect).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kristel3108. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.06  4x  sold
  • (2)
  Add to cart