100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Sociale psychologie (Hogent) $6.43   Add to cart

Summary

Samenvatting - Sociale psychologie (Hogent)

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle pwps + notities inclusief het handboek in verwerkt.

Preview 4 out of 61  pages

  • March 2, 2024
  • 61
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
1 Sociale cognities

Wat is de sociale psychologie? Lees inleiding p 1 tot 3

= de wetenschappelijke studie van onze gedachten, gevoelens en gedragingen zoals die worden beïnvloed door
werkelijke of ingebeelde anderen

Psychologie = kijkt naar de persoon

Sociologie = kijkt naar de verzameling van de persoon

 Sociale psychologie = kijkt hoe een individu zich verhoudt in de wisselwerking tussen 2 zaken

(wisselwerking = het 1 kan niet zonder het andere: je kunt pas een groep begrijpen als je iets begrijpt
van het individu zelf en omgekeerd ook)

- Rond de Tweede Wereldoorlog sterke ontwikkeling

Sociaal cognitivisme = de wereld is een geheel aan info, het komt van buitenaf en ons brein doet er iets mee.
Dit wordt sociaal als je het gaat bekijken op niveau van een groep. Zo ontstaan er groepen die op dezelfde
manier enken. BV anti vaxers

Sociaal constructivisme = belang van taal, wisselwerking tussen mens en wereld. De mens construeert ook de
wereld door onze manier van sociaal omgaan en door onze taal.

Sociale cognitie?

 Processen waarbij we informatie
o Verwerven / opslaan
o Integreren / organiseren
o Interpreteren
 Over mensen
o Anderen (sociale perceptie)
o Zichzelf (zelfperceptie)

Denkprocessen, gedachten – over mensen, iets sociaal
Hoe zie ik de ander, mezelf

1.1 Sociale schema’s
Schema’s – overzicht maken, structuur brengen

 Cognitieve structuur
 Waarin eerder verworven kennis
 Over een stimulus of concept
o Over personen, opvattingen, fysieke daden, feiten,..
o Kenmerken
o Relaties tussen die kenmerken
 Is gerepresenteerd

Sociale schema’s

 Wat we denken over onszelf
 Wat we denken dat anderen over ons denken
=> vormen een beeld van de wereld, de ander en zichzelf




1

, -> Sociale cognitie heeft invloed op ons zelfbeeld = hangt af vd anderen
-> Sociale context heeft invloed op ons handelen = bv we zullen luidruchtig zijn als de anderen dat zijn

Niet enkel het schema bepaalt hoe je je voelt – de gehele sociale context
Context is bepalend over hoe je je gedraagt

Zelfschema bevat de dimensies waarmee je jezelf beschrijft – eigenschappen


1.1.1 Voorbeelden
Prototype: soort gemiddelde van een specifieke groep mensen
-> Stereotype – veralgemening – vooroordelen?
-> Het meest typische van een groep – geen enkele van de groep zal volledig samenvallen met dit prototype

BV een typische dokter, single, verpleegster, mannelijke Hogeschool docent…

Script: verloop van opeenvolgende acties
-> Situatie op voorhand in ons hoofd, je weet hoe het gaat verlopen, wat je wel en niet mag doen
-> Als je iets vaker hebt meegemaakt, weet je ook beter op voorhand hoe iets ongeveer zal verlopen

!Gedrag niet conform aan script => geeft meer info
-> Gedrag dat je niet verwacht in een bepaald script – geeft je meer info over die persoon
-> Gedrag dat wel verwacht wordt – geeft weinig info over de specifieke personen



1.1.2 Kenmerken
Schema’s associatief verbonden in een netwerk

 Linken tussen schema’s kunnen verschillen in sterkte
 Verschillende schema’s worden gecombineerd

Gestalt

 Het geheel is meer dan de som van de delen 1+1=3
 Dingen zien als een geheel, niet de losse delen zien

Top-down of theory-driven

 Dingen beïnvloeden vanuit onze sociale schema’s – vertrekken vanuit schema
 Je vertrouwt op bestaande kennis en schema’s die je hebt opgeslagen en wellicht zijn die schema’s in
verschillende contexten bruikbaar
Voorbeeld: Je bent in het buitenland en ziet op straat iemand met een blauw uniform en een
kepie op. Je vermoedt dat het een politieagent is.
 Handig als we op zoek zijn naar patronen in onze omgeving
 Ook bottom-up of data-driven processing, waarbij we vertrekken vanuit ruwe feiten zoals die zich bij
ons aandienen, zullen uiteindelijk gekleurd worden door schema’s. Die roepen verwachtingen op.

Sturen persoonsperceptie

 Schema’s beïnvloeden aan welke persoonstrekken we bij voorkeur aandacht besteden bij de ander en
welke interpretatie we geven aan gedragingen.
 Vooral aandacht voor wat past binnen geactiveerd schema
 Aan de niet-passende info voorbijgaan of herinterpreteren




2

,Schema’s beïnvloeden de herinnering
Experiment p 8

 2 groepen proefpersonen
 Vraag beantwoorden
 De persoon waarover ik straks ga spreken…
o Als bibliothecaris
o Als makelaar
 Dezelfde beschrijving voor beide groepen
 De info herinneren die binnen het plaatje past van het beroep dat er gegeven werd
 Vorm van priming

Prescriptief

 Schema’s bieden een beeld van hoe iets moet/kan zijn en stuurt ons gedrag
 Attributies (verklaringen voor iemands gedrag) zoeken die schema in stand houden – hoe het
waarschijnlijk wel zal zijn, volgens je schema, ook al hoeft dat niet zo te zijn en is iets helemaal anders
de oorzaak van dat gedrag
 Informatie die consistent is met schema, of consistent is gemaakt, wordt beter onthouden
 Need for cognition <-> need for certainty (2 soorten mensen)
-> Need for cognition: Reflecteren graag, nadenken over schema, makkelijker onverwachte informatie
zien
-> Need for certainly: Bevestiging zoeken voor schema, meer vasthouden aan eigen schema



Toegankelijker naarmate

 Vaker opgeroepen
 Recenter opgeroepen

Door schema’s vlugger verwerking info

 Alle info makkelijker kunnen ordenen
 Ruimte om over andere dingen na te denken

Experiment p 9

 2 groepen
 Info zoeken over Indonesië + info krijgen over een persoon
 Toets over Indonesië en over die persoon
 Bij de ene groep, bleef het daarbij
 Bij de andere groep, op voorhand werd gezegd – de persoon is een skinhead
-> Sociaal schema al meegekregen
-> Ze konden de info makkelijk linken aan het schema dat ze al hadden
-> Meer ruimte om na te denken over Indonesië aangezien ze weinig aandacht moesten besteden aan
de info over de persoon

Informatie die consistent is met schema, of consistent is gemaakt, wordt beter onthouden
Waardoor groter deel van cognitieve vermogen vrij blijft voor andere taken

Label

 Mensen construeren op basis van wat ze waarnemen en ervaren een eigen sociale werkelijkheid
 Vooroordelen ipv werkelijkheid




3

, Schema’s kunnen opgeroepen worden door een stimulus uit de omgeving.
Bepaalde informatie uit de omgeving kan een schema volledig of gedeeltelijk activeren.

Personen die laagbevooroordeeld zijn, activeren ook negatieve stereotypen in hun schema bij het zien van
bepaalde personen, maar proberen die vervolgens te onderdrukken. Hoogbevooroordeelde mensen betrekken
de geactiveerde stereotypen bij hun beoordeling van personen.

Je activeert natuurlijk niet bij alle stimuli stereotypen.

1.2 Configureren
= opbouwen van een product met losse componenten

Hoe komt het dat bepaalde schema’s actief worden?
Hoe wordt zo’n schema opgebouwd?
Welk schema gebruiken we nu wanneer?
Hoe komt het dat we op bepaalde manieren denken?

 Verschillende effecten
 Effecten zorgen soms voor vertekening
 Welk effect optreedt kan altijd verschillen. Vb. soms eerder primacy effect, soms eerder
negativiteitseffect



1.2.1 Opvallende kenmerken
 Wat opvalt, valt op. De opvallendheid van een kenmerk is een belangrijke factor bij het activeren van
schema’s.
o Naam
o Geslacht
o Huidskleur
 De hele persoonsbeschrijving zal vanuit deze centrale gegevens gestalte krijgen.
 Opvallendheid wordt bepaald door de context! – Iets valt zeker op als het anders is dan de rest.

1.2.2 Primacy effect
Experiment
Hij is intelligent, ijverig, impulsief, kritisch, koppig en jaloers

POSITIEVER DAN

Hij is jaloers, koppig, kritisch, impulsief, ijverig en intelligent

 Informatie die wij eerst over iemand krijgen beïnvloedt het globale oordeel meer dan later verworven
informatie
 Je kan maar een keer een eerste indruk maken
 Eerste indruk: vooral door lichaamstaal

Verklaringen

 Aan later verkregen informatie wordt minder aandacht besteed
 Latere informatie geïnterpreteerd in het licht van vroegere informatie
-> bij in het schema passen dat al in je hoofd zat, linken
 Behoefte aan afsluiten, zodra men ongeveer een beeld heeft
-> conclusie trekken – “Ik weet genoeg.” – minder aandacht aan verdere info

Vb. Kunstenaars, muziekgroepen die vastzitten aan eerste etiket (bvb cd)
Vb. Sollicitatie, eerste dag op stage…

Jezelf ertegen wapenen


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller paulienvanparys2. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.43
  • (0)
  Add to cart