Hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 10.9, 14.3 en 15 van Verheugt Alle stof uit P1 van de opleiding HBO-Rechten op de Juridische Hogeschool Avans/Fontys. Hierin worden de antwoorden op de leerdoelen van de vakken burger en recht, jurist en recht en staat en recht beschreven. Zeer handig voor een toets d...
E. van de Luytgaarden
* ‘HBO-jurist brengt menselijke maat terug’, ScienceGuide, zie Blackboard
,Burger en recht
Week 1 Inleiding en de gewoonte als rechtsbron
Leerdoelen
kan het begrip ‘recht’, ‘positief recht’, ‘rechtsregels’ en ‘rechtsbronnen’ beschrijven;
Recht=Geheel van van geldende rechtsregels
Positief recht/objectief recht=Geheel van geldende rechtsregels die op dit moment in
Nederland gelden.
Subjectiefrecht=De bevoegdheid die iemand in een concreet geval aan een regel van
objectiefrecht ontleent.
Rechtsregels=regels die rechts gevolgen hebben en rechtsafdwingbaar zijn.
Rechtsbronnen= De bronnen waar we ons geldend recht vandaan halen
1. kan uitleggen dat er naast het recht afkomstig van de rechtsbronnen ook andere
regels zijn waaruit rechten en plichten voortvloeien voor de burger;
Er zijn naast het recht die afkomst is van de rechtsbronnen ook andere regels waaruit de
rechten en plichten van de burger voort vloeien. Dat zijn namelijk regels zoals sport
regels, deze regels moeten op een sportclub worden gehandhaafd.
2. kan aan de hand van voorbeelden de verschillen en overeenkomsten toelichten
tussen fatsoensregels en rechtsregels;
Verschillen fatsoensregels en rechtsregels=
- Rechtsregels zijn voor iedereen gelijk. Fatsoensregels niet
- Rechtsregels kun je beroep op doen Fatsoensregels hebben geen rechtsgevolg.
- Rechtsregels komen vooruit een rechtsbron fatsoensregels niet.
Overeenkomsten fatsoensregels en rechtsregels
- Zorgen voor duidelijkheid en zijn behulpzaam
3. kan aan de hand van voorbeelden uitleggen welke functies het recht heeft binnen
een samenleving;
1. Ordenen van de samenleving
2. Handhaving van regels
4. kan aan de hand van verschillende voorbeelden uit het recht het begrip ‘burger’
toelichten;
Een burger is onderdaan van de staat
Een burger is een wereldburger
Een burger is een europese burger
Een burger is een Nederlandse burger
5. kan aan de hand van voorbeelden uitleggen waarom en onder welke voorwaarden
een gewoonte een rechtsbron is waar rechten en plichten voor een burger uit
voortvloeien.
De wet
Jurisprudentie
Gewoonte = 1. Lange tijd zijn gevolgd en herhaald in een bepaalde
maatschappelijke kring
2.Het bestendig gebruik moet als rechtsnorm worden ervaren
Verdragen en internationale afspraken
Toevoeging:
,Week 2 De wet als rechtsbron
Leerdoelen
De student:
1. kan aan de hand van voorbeelden uitleggen dat de wet een rechtsbron is waar
rechten en plichten voor een burger uit voortvloeien;
De wet = Algemeen geldende geschreven rechtsregels die afkomstig is van een
wetgevingsbevoegd overheidsorgaan.
Jurisprudentie
Gewoonte
Verdragen en internationale afspraken
Recht is het geheel van geldende rechtsregels.
Positief recht is de optelsom van alle rechtsregels die hier op dit moment gelden.
Rechtsregels zijn regels die rechtsgevolgen hebben en juridisch afdwingbaar
zijn.
Rechtsbronnen zijn de bronnen waaruit het geldend recht als het ware
voortvloeit
Recht is het geheel van geldende rechtsregels.
Positief recht is de optelsom van alle rechtsregels die hier op dit moment gelden.
Rechtsregels zijn regels die rechtsgevolgen hebben en juridisch afdwingbaar
zijn.
Rechtsbronnen zijn de bronnen waaruit het geldend recht als het ware
voortvloeit
Recht is het geheel van geldende rechtsregels.
Positief recht is de optelsom van alle rechtsregels die hier op dit moment gelden.
Rechtsregels zijn regels die rechtsgevolgen hebben en juridisch afdwingbaar
zijn.
Rechtsbronnen zijn de bronnen waaruit het geldend recht als het ware
voortvloeit
2. kan uitleggen op welk manier de rechten en plichten van burgers zijn vastgelegd in
de wet en wat de positie van de burger is ten opzichte van enerzijds de overheid en
anderzijds andere burgers binnen de rechtsgebieden privaatrecht, strafrecht en
bestuursrecht.
Burger burger (horizontaal)
Burger Overheid (verticaal)
3. kan de door juristen gebruikte terminologie plaatsen binnen de juiste
rechtsgebieden (privaatrecht, strafrecht en bestuursrecht);
Privaatrecht= Natuurlijkpersoon, Open normen, eiser, privaatrecht, dwingendrecht
4. kan aan de hand van voorbeelden uitleggen ‘open normen’ inhouden;
Opennorm= Een regeling waarbij een wetgever bewust een term inhoudelijk niet nader
beschrijft. Een voorbeeld hiervan is ‘goed’ werknemer.
, 5. kan door de wetgever opgestelde open normen toepassen op een eenvoudige
casus.
Check
Toevoeging:
Week 3 Regels van onderop tot stand gekomen
Leerdoelen
De student:
1. kan uitleggen dat er naast de van overheidswege geldende regels ook andere
regels gelden die door de burgers zelf zijn opgesteld en kan deze ‘regels van
onderop tot stand gekomen’ toepassen op een eenvoudige casus;
In bijv. verenigingen, werkorganisaties etc. maken mensen regels (gedragsprotocol etc.)
dit zijn regels die ‘van onderop tot stand zijn gekomen’ en niet door de overheid zijn
gemaakt. Er is hier sprake van zelfregulering.
Twee categorieën zelfregulering:
1.Regels tussen twee partijen
2. Regels binnen een groep
Zelfregulering heeft de volgende 5 kenmerken:
1.Het moet gaan om NIET STATELIJKE regels, dus niet door de overheid private
verenigingen.
2. PRIVATE AANGELEGENHEDEN
3. de regels zijn van ALGEMENE AARD
4. Ze zijn gemaakt door EIGEN PERSOON OF ORGANISATIE
5. Er is MEDERWERKING NODIG om de regels tot een succes te maken.
2. kan aan de hand van voorbeelden uitleggen dat er voor een burger rechten en
plichten voortvloeien uit een contract dat hij heeft gesloten met een andere partij
en kan uitleggen in hoeverre er bindende kracht kan worden toegekend aan deze
categorie regels;
Wie iemand kiest als wederpartij en welke de inhoud is van de rechten en plichten die hij
in een overeenkomst vastlegt, berust op zijn eigen,vrije keuze (contractvrijheid).
Overeenkomsten hebben verbindende kracht, het gegeven woord bindt even sterk als de
wet.
Bijv. een verkoper heeft recht op betaling van het product door de koper. Of bij een
arbeidsovereenkomst.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lawstudent67. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.