Management en Organisatie voor Technologische Innovatie (X_420565)
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Book
Innovatiemanagement
Samenvatting van het boek "innovatiemanagement" van Bart Bossink. Dit boek staat centraal in het vak Managent en Organisatie van Technologische Innovatie (ook wel MOTI). Alle hoofdstukken worden in de samenvatting behandeld. De samenvatting bevat alle informatie en theorie die nodig zijn voor het t...
management en organisatie van technologische innovatie
management en organisatie voor technologische innovatie
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Science, Business and Innovation
Management en Organisatie voor Technologische Innovatie (X_420565)
All documents for this subject (1)
7
reviews
By: thijnpaus • 7 months ago
Translated by Google
Good, fine.
By: youp88 • 4 year ago
By: jjacobs010 • 4 year ago
By: jennekevantilburg • 5 year ago
By: weyertdeboer • 5 year ago
By: Ravol • 5 year ago
By: Winterbass • 6 year ago
Seller
Follow
evalindeboom
Reviews received
Content preview
SAMENVATTING INNOVATIE MANAGEMENT
hoofdstuk 1
Innovatiemanagement: het beheersen, coördineren en richten van de activiteiten waarmee een
organisatie diens voortbrengingsprocessen en de daaruit voortvloeiende producten en diensten ten behoeve
van afnemers, vernieuwt en verbetert.
4 SOORTEN innovatie: Het verbeteren + vernieuwen …
1. productinnovatie: …van producten en diensten (vaak combinatie hiervan).
2. procesinnovatie: …van voortbrengingsprocessen van de organisatie (activiteit om te produceren).
3. positioneringsinnovatie: … van de plek die organisatie inneemt in de markt en maatschappij.
4. paradigma-innovatie: … van de wijze waarop een org. haar bestaansrecht organiseert en inkadert.
= Wijze van kijken naar wat org. doet / waarop het afnemers ten dienst staat. (easyjet)
VERSCHIL uitvinding / innovatie
Uitvinding: ontdekking van een nieuw mechanisme of principe, blijkt te werken in test situatie.
staat op zichzelf, hoeft geen wensen te vervullen, geen aandacht aan exploitatie ervan, wel potentie.
Innovatie: de introductie van een verandering door middel van iets nieuws.
Commerciële exploitatie door het toevoegen van waarde voor klanten. ook zonder uitvinding
uitvinding → innovatie wanneer het product kan worden vermenigvuldigd (schaal + kosten beter)
VISIES op innovatie(management)
1. klassieke visie: product-, proces-, positionerings-, paradigma-innovatie
2. nieuwe visie: door schrijvers geïntroduceerd om de aandacht te trekken (in feite niet anders)
3. gradatievisie: maakt het mogelijk van bedrijf tot globaal innovatie te beschrijven.
incrementele-: kleine stapsgewijze innovatie radicale-: grote, sprongsgewijze vernieuwing
bedrijfstak-: vernieuwing van bedrijfstak, spreidt ook uit over andere bedrijven
socio-technische systeem-: zowel innovatie zelf als het gebruik ervan door mensen veranderen
meerdere bedrijfstakken.
4. tweedelingenvisie: tegenstelling tussen verschillende vormen van innovatie.
MAAR: 3 + 4 lastig, omdat innovaties vaak niet makkelijk te onderscheiden zijn / samenvallen.
VIJF GENERATIES innovatiemanagement ( >1950 ) [Roy Rothwell]
1) Technologische druk ( Technology push )
Snelle economische groei → Vraag stijgt → Technologie behaald behoeftes bij publiek.
- Bedrijven richten op Research & Development ( R&D) + Bedrijfslaboratoria - NU: ICT
2) Marktvraag ( Market pull )
Klant neemt nog steeds af wat bedrijven bedenken, maar letten op kwaliteit = concurrentie.
+ overschot aan bedrijven → klant bepaalt wat ze willen kopen = Bedrijf richt zich op klanteneisen
Marktonderzoek: Zijn klanten geïnteresseerd in innovaties/ zijn innovatieplannen haalbaar?
- brancheonderzoek: omzetten/winsten? Welke veranderingen (wet? techno? ) vinden plaats?
- klantonderzoek: karakteristiek van de klanten + concurrentie
3) Koppeling van technologische druk en marktvraag
Door recessie, moesten #1 (R&D) en #2 (marketing) samenwerken tot weloverwogen portefeuilles.
4) Integratie van bedrijfsprocessen
- Voortzetten (en vervroegen) van samenwerking technici en marketeers.
- Product-dienstontwikkelprocessen: verbinding (integratie) van leverancier tot klant.
5) Systeemintegratie en netwerken
- Bedrijven en klanten (concurrentie) gaan formeel en informeel deel van elkaar uitmaken.
- Toegevoegde waarde is niet meer prijs gebonden.
“Hoe hoger de generatie waarin een bedrijf zit, hoe geavanceerder de vorm van innovatiemanagement van bedrijf”
{ 6: Open innovatie: bedrijf werkt samen met omgeving + openheid i.p.v. geheimhouding }
, SAMENVATTING INNOVATIE MANAGEMENT
PROCESSEN van innovatie(management)
1. Ideatieproces: genereren, ontwikkelen en verspreiden van nieuwe ideeën, concepten en
plannen die de basis vormen voor innovaties. MAAR leidt nog niet tot innovatie.
2. Creatieproces: omzetten van nieuwe ideeën, concepten en plannen in nieuwe of verbeterde
levensvatbare producten, diensten en processen die opschaalbaar en winstgevend zijn.
- wisselwerking binnen organisatie tussen idee en creatie leidt tot innovatie.
3. Omgevingsfactoren: de invloed die onderdelen en aspecten van de buitenwereld uitoefenen
op de ideatie- en creatieprocessen van de organisatie. (concurrenten, klanten, wetgeving)
Innovatie op het IDEATIENIVEAU = individu heeft centrale positie
“Drijfveren achter de ontwikkeling van ideeën op te innoveren” = ontwikkelen innovatieaanpak
1. Innovatieleider – Leidt innovatieteam om nieuwe ideeën te ontwikkelen tot nieuw product
2. Innovatieondernemer – Neemt initiatief om nieuwe producten te ontwikkelen.
3. Innovatiekampioen – het creatieve brein achter ideeën + deelt deze ideeën + zoekt trends
- Deze 3 moeten er altijd zijn - 1 Persoon kan meerdere functies vertegenwoordigen.
Innovatie op het CREATIENIVEAU = groepen mensen hebben centrale positie (org. vorm)
“Zij verwerkelijken de innovatieve ideeën. Allemaal eigen functie, maar onderling verbonden.”
1. innovatieteam – TEAM dat goede en slechte ideeën scheidt, de goede ideeën verwezenlijkt.
2. innovatieproject – MEERDERE teams Coördineert, structureert tot nieuw product
3. innovatief bedrijf – BEDRIJF voor meerdere teams én projecten, ook bedrijfsoverstijgend
INVLOED vanuit de OMGEVING
1. Markt en Maatschappij – Markt + maatschappelijke thema’s
・hernieuwbare energie: van duurzame bron (vult zichzelf aan)
・gepersonaliseerde gezondheidszorg: afstemming behandeling op individuele kenmerken patiënt
→ Uitbreiding traditionele behandeling = bijwerkingen minder, kosten lager.
2. Kennis en Technologie – Bedrijven breiden bestand uit naar de nieuwe kennis en technologie.
- Technologiestrategie: gebruiken nieuwe technologie om voortdurend te verbeteren.
- startup klein, startend bedrijf dat met technologiestrategie zo snel mogelijk een grootschalig en
winstgevend businessmodel wil realiserend, mogelijk gemaakt door slim gebruik van ICT.
VERSCHILLEN startup / normaal klein bedrijf
a. Wijze waarop ze tegen groei aankijken
Startup richt direct op grote markt normaal: eerst kleine markt.
b. De relatie die ze hebben met financiering en financiers
Startup: crowdfunding, Business angels, VC’s normaal: lening of subsidie
→ In een startup heeft de financier een dwingendere invloed dan bij normaal bedrijf.
c. Het al dan niet hebben van een exit-strategie
Startup: waarde neemt toe om te verkopen normaal: blij met groei
3. Beleid en Regelgeving – Subsidieregelingen, maar ook stimulans beïnvloed innovatiekracht.
MECHANISTISCHE en ORGANISCHE organisatie
➢ Mechanische – Voor werkzaamheden die stabiliteit vergen (massafabrieken)
= Geen innovatie, maar standaard producten, streven naar schaalgrootte en efficiëntie.
- veel gespecialiseerden met één taak. - Leidinggevende-werknemer vaste relatie
- focus op gestandaardiseerde productieprocessen - Ieder vanuit eigen afdeling
➢ Organische – Voor dynamische, complexe, niet gestandaardiseerd (R&D)
= Innovatie belangrijk, maatwerk, kennisintensief
- Multidisciplinaire teams - Leidinggevende-werknemer losse relatie
- Weinig beperkende regels/procedures - Richt op produceren andere producten.
, SAMENVATTING INNOVATIE MANAGEMENT
hoofdstuk 2
Een innovatieleider (ideatieniveau)
- draagt veel verantwoordelijkheid, heeft een visie, is mensgericht, kan managen en een strategie bepalen.
- Hij heeft een breed spectrum aan competenties, vaardigheden, gedrag.
- Leider heeft vaak niet alle competenties, vaak behoefte aan een team.
VIJF LEIDERSCHAPSROLLEN (Roberts en Fusfeld)
1. Ideeëngenerator: het analyseren en duiden van info over ontwikkelingen in markten,
technologieën en de samenleving → op intuïtie (hunch) bepalen welke innovatieve
ontwikkelingen zullen worden opgepakt.
2. Innovator: Bekijkt ontwikkelingen, ziet wat de innovatiemogelijkheden zijn voor de organisatie.
3. Projectleider: Planning en coördinatie van innovatieprojecten.
4. Poortwachter: Zorgt ervoor dat informatie uit de omgeving de organisatie bereikt.
5. Sponsor: Ondersteunt innovatieve initiatieven te ondersteunen in woord en daad.
- Deze rollen zijn niet makkelijk in te vullen: niet iedereen is geschikt, zeker niet voor alle rollen.
- Rollen zijn niet aangegeven in de functieomschrijvingen: informeel, maar wordt wel verwacht.
- Er is een tekort aan innovatieleiders
- Sommige organisaties staan niet open: standaardmanier schept illusie dat ze de zaken beheersen.
CHARISMATISCH LEIDERSCHAP: Heeft geen eenduidig profiel, kenmerken zijn:
・Richt op het opwekken van energie onder de mensen.
・Charismatische innovatieleider katalyseert innovatie door middel van wie hij is.
・Heeft een sterke visie over waar de organisatie naartoe moet.
・Niet gehecht aan vaststaande processen, maar wil de organisatie zien veranderen.
・Een rolmodel die managet, motiveert voor innovatie en is zo het boegbeeld v.d. organisatie.
- Leider als procesmanager: Begrijpt processen in organisatie en kan deze beheerst laten verlopen.
= Stelt bereikbare doelen, normen en waarden; organisatorische systemen, bewaakt resultaten
→ Probeert de innovatieactiviteiten in het bedrijf onder controle te krijgen.
→ de innovatieleider kan zowel innovatie leiden (proces) als de bestaande processen
in de organisatie managen (beheersmatig).
- Ook bij innovatieve bedrijven strakke coördinatie van innovatieplannen: niet alleen charisma.
- Transparantie belangrijk: Iedereen in een organisatie moet over innovatie meedenken.
- Innovatieve doelen concreet en kwantificeerbaar : maakt evaluatie later mogelijk.
TRANSACTIONEEL Leiderschap
= Leiders richten zich erop om transacties in de organisatie soepel te laten verlopen.
➣ Focus: beheersen, en controleren van dagelijkse standaardactiviteiten van medewerkers
➣ Laat transacties in de organisatie soepel verlopen.
➣ Nodig voor de basis van de organisatie
1. Gewenst gedrag belonen → Medewerker levert wat de organisatie van hem verwacht.
2. Ongewenst gedrag bijsturen → Zo niet, dan wordt hij van (im)materiële vergoeding onthouden.
➣ WAAR? Organisaties waar innovatie niet belangrijk is.
Aspect Transactioneel Transformationeel
Machtsbasis van de leider Rang, Positie Karakter, Competenties
Reactie van de volger Doen wat wordt gevraagd Betrokken zijn bij de zaak
Tijdshorizon Korte termijn Lange termijn
Beloningen Salaris, bonus, promotie Trots, zelfbeeld, deelgenoot zijn
Supervisie Belangrijk Minder belangrijk
Wat tot innovatie leidt Gedrag van de volger Normen en Waarden van de volger
Waar ‘leiderschap’ zetelt Gedrag van de leider Hart van de volger
, SAMENVATTING INNOVATIE MANAGEMENT
TRANSFORMATIONEEL Leiderschap
= leider focust zich erop om transformaties in organisaties soepel te laten verlopen.
1. Inspirerend motiveren: Ontstaat gemeenschappelijke verandervisie + gezamenlijkheid
2. Individueel aandacht geven: Steun geven in individuele ontwikkeling (coaching)
3. Intellectueel stimuleren: Rationaliteit én creativiteit in probleemoplossende situaties benadrukken
Niet makkelijk →Methode om creatief problemen op te lossen = ontwerpdenken
➣ Nodig om organisatie te kunnen vernieuwen, De organisatie te transformeren met zijn visie.
➣ Individueel niveau - vaardigheden, competenties, zelfvertrouwen medewerkers verbeteren.
➣ Groepsniveau - Eenheid stimuleren, gemeenschappelijke doelstellingen ontwikkelen.
➣ PERSOONLIJKE GEDRAGINGEN
- Integriteit en eerlijkheid - Emoties en passies van mensen centraal stellen
- Duidelijke doelen stellen - Mensen van het groter doel overtuigen
- Mensen aanmoedigen + ondersteunen / collectieve doel groter dan eigenbelang.
ONTWERPDENKEN ipv Probleem oplossen met lang nadenken over wat het probleem is …
Oplossen door oplossingen te ontwerpen → testen → werkt niet? = nieuwe (deel)oplossing.
➣ Vier sleutelelementen
1. Definieer het probleem - Basisprobleem, dat triggert om op zoek te gaan naar oplossing.
2. Creëer en overweeg veel oplossingen – Veel + Nieuwe oplossingen bedenken
- In teams: voorkomt denkfouten - 2D + 3D hulpmiddelen
3. Verfijn de geselecteerde oplossingsrichtingen – Kies, combineer, bescherm
idee-moordenaars: Alle ideeën moeten een kans krijgen, fouten kunnen gebeuren!
4. Voer de beste oplossing door – Door combineren, aanpassen, doorvoeren oplossingen
→ beste strategie → Voer deze door, en investeer zodat het een succes kan worden.
STRATEEG innovatie niet zomaar, maar om er op korte en lange termijn beter van te worden.
Businessmodel Canvas (BMC): 9 vragen: antwoord geeft wat business inhoudt
→ invullen geeft een overzichtelijk, strategisch beeld van waar innovatieweg naartoe leidt.
1. Klantensegmenten – Wie? Wat doen ze?
2. Waardeproposities – Wat biedt het bedrijf aan? Waarom kopen klanten dit?
3. Afzetkanalen – Hoe wordt 2 bij klant gebracht?
4. Relaties met klanten – Wat voor relatie heeft bedrijf met klant?
5. Inkomsten – Wat zijn de inkomsten van 2? Hoe genereer je deze inkomsten?
6. Kernactiviteiten – Welke activiteit levert het bedrijf zodat de klant ingaat op 2?
7. Kernmiddelen – Welke strategische middelen heeft bedrijf zodat het onderscheid van concurrentie?
8. Kernsamenwerkingen –Welke partnerbedrijven?
9. Kostenstructuur – Wat zijn de belangrijkste kosten? Hoe is verhouding inkomen – kosten?
VOORDELEN BMC tegenover schrijven ondernemingsplan:
1. Overzichtelijk: richt zich in een pagina, met 9 elementen, op de kern van de zaak.
2. Aanpassingen zijn makkelijk
3. Begrijpelijk + makkelijk overdraagbaar voor medewerkers in de organisatie.
Strategische innovatieleider laat werknemers zich innovatief ontwikkelen
→ Bewust van dat dit de voortdurende innovatiekracht op de lange termijn versterkt.
Strategische innovatieleider weet dat innovatieve ideeën ook een kritische analyse nodig hebben
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evalindeboom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.