100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting DE GEREEDSCHAPSKIST VAN DE SOCIAAL WERKER - H. MÖNNINK (5e druk); Theorie en Methoden $5.41   Add to cart

Summary

Samenvatting DE GEREEDSCHAPSKIST VAN DE SOCIAAL WERKER - H. MÖNNINK (5e druk); Theorie en Methoden

11 reviews
 654 views  92 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een uitgebreide samenvatting van het boek 'De gereedschapskist van de sociaal werker' van H. Mönnink (5e druk). In deze samenvatting is alles te vinden; alle methoden, alle theorieën, alle doelen, etc. Ook de PowerPoints van de colleges zijn erin verwerkt! Succes!!

Preview 4 out of 46  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m hoofdstuk 17 (tentamenstof!)
  • October 18, 2018
  • 46
  • 2018/2019
  • Summary

11  reviews

review-writer-avatar

By: christinaloetawan • 4 year ago

review-writer-avatar

By: Mahjabeen • 4 year ago

Translated by Google

Powerful summary

review-writer-avatar

By: luxep0ez • 4 year ago

review-writer-avatar

By: carolienspekhorst • 5 year ago

review-writer-avatar

By: fleurbbb • 5 year ago

review-writer-avatar

By: Eveliengeevers • 5 year ago

review-writer-avatar

By: ranasener • 5 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
THEORIE EN METHODEN

DE GEREEDSCHAPSKIST VAN DE SOCIAAL WERKER – H. MÖNNINK (5E DRUK)

Hoofdstuk 1 Driestappenplan in het sociaal werk

Het multimethodisch stappenplan: het stapsgewijs in kaart brengen van en werken aan
de cliëntsituatie, zodat de cliënt optimaal geniet van de mogelijkheden die het leven
biedt. De minnen worden gereduceerd en de plussen versterkt en dan wordt gemeten of
deze methodische acties bijdragen aan een optimale kwaliteit van leven (KvL).

1. Persoonlijke archiefkast (PAK).

Als SW’er is de eerste stap bij de aanmelding de contactlegging, verzamelen van info
over de cliëntsituatie en deze ordenen in de PAK. Hiervoor is een veilige basis van contact
nodig. Je zet de non-directieve basismethode in; daar waar de cliënt is. Je brengt de
cliëntsituatie in kaart, dit is een 1e inventarisatie van de plussen en minnen.

De cliënt is expert; wat beschouwt hij/zij als kwetsbaarheid en wat als kracht. De plussen
en minnen worden door jou als SW’er samengevat in trefwoorden als ‘negatief of positief
aandachtsgebied’.

Door het tekenen van de archiefkast van de cliënt wordt elk aandachtsgebied voorgesteld
als een ‘laatje’ van de eigen archiefkast. Je stelt als SW’er voor samen met de cliënt orde
aan te brengen in de persoonlijke archiefkast  rust cliënt. Door deze werkwijze bevorder
je een proactieve en zelfregulerende houding bij de cliënt.

Impactfactor: de invloed van life-events, de manier waarop we reageren en de steun die
we krijgen. Ze kunnen niet worden beïnvloedt want ze zijn een wezenlijk onderdeel van
het leven. In de PAK worden de feitelijke en persoonlijke gevolgen van life-events
+zichtbaar zoals ze door de cliënt zijn ervaren; de life-impact: de positiviteit / de
negativiteit die iemand ervaart door 1+ life-events. De impactfactor betreft de eigen
reacties die life-events oproepen. De supportfactor is de ervaren steun tot dusver.

De bewustwording van de impact bij de cliënt = de basis voor stap 2.

2. Psychosociaal assessment (PSA).

Je ontwikkelt werkhypothesen over wat er aan de hand zou kunnen zijn als SW’er & je
ontwikkelt werkhypothesen over wat eraan te doen is. Bij de PSA zijn de plussen en
minnen in kaart gebracht, nu probeer je samen met de cliënt de aanwezige
behoeftegebieden tot in detail duidelijk te krijgen. Je helpt de cliënt bij de bewustwording
van welke behoeften aan de knelpunten gerelateerd zijn d.m.v. een checklist met 4
vragen:

- Reality testing. Doet de cliënt uitspraken waaruit blijkt dat de realiteit van de
eigen situatie onder ogen gezien wordt?
- Gevoelens. Spreekt de cliënt zich uit wat een feeling-yes-gevoel (+) geeft en wat
een feeling-no-gevoel (-) geeft?
- Behoeften. Welke onderliggende onvervulde behoeften ervaart de cliënt?
- Wensen. Vertaalt de cliënt de behoeften in wensen aan wie?

Je erkent en waardeert wat de cliënt aan positieve zelfzorg (coping) en positieve
mantelzorg (support) naar voren brengt om zo uiteindelijk de onvervulde levens-
behoeften vervuld te krijgen. Hierdoor kun je doelen stellen.

Methodische indicatiestelling; het onderscheiden en ontdekken van de meest passende
methoden in deze sociaalwerkcasus. Het PSA is bedoeld om de aanwezige behoeften van
de cliënt te matchen met mogelijke steunende acties.

SW’ers hebben in hun gereedschapskist 4 soorten praktijkmethoden beschikbaar:

1

, - Non-directieve basismethode. Maakt vraaggestuurde hulp mogelijk en voorkomt
betutteling. De cliënt staat centraal en wordt in zijn geheel gelaten (bijv. niet in
hokje ‘depressief’ geplaatst).
- Individuele methoden. Deze copinggerichte methoden helpen de cliënt beter met
de eigen behoeften om te gaan.
- Systemische methoden en macromethoden. Deze supportgerichte methoden
helpen het sociale netwerk beter bij de behoeften aan te sluiten.
- Casemanagementmethode. Deze zorgcoördinatie methode helpt bij het
coördineren van ingeschakelde zorgprofessionals.

Sociaal werkers kunnen ook de rol van casemanager krijgen omdat ze ondanks het
deskundig gebruik van de genoemde sociaalwerkmethoden niet tot de gewenste
vooruitgang komen.
Outreachend werken: het actief naar de cliënt toegaan en zien of er hulp geboden kan
worden.

3. Psychosociale interventie (PSI).

In deze stap kan daadwerkelijk worden gewerkt aan het verminderen van de minnen en
versterken van de plussen.

Interventies > informed consent: in goede samenwerking tussen de cliënt en de sociaal
werker worden voorstellen gedaan door de sociaal werker en met instemming van de
cliënt wordt gewerkt aan behoeftevervulling. Voor het behalen van de doelen is een
antwoord op 2 vragen van belang:

- Wat is het concrete doel dat de cliënt zichzelf stelt?
- Welke wensen en verwachtingen heeft de cliënt wat betreft jouw rol als sociaal
werker?

Je schakelt zo nodig van de ene interventie-niveau over naar het andere
(=overschakelen) wanneer daar bij de cliënt behoefte aan is.

Nu o.b.v. de werkhypothese een indicatiestelling heeft plaatsgevonden, kan de uitvoering
van de sociaalwerkaanpak in gang worden gezet. Je toetst daarbij steeds nauwlettend of
de methoden voldoende aanslaan of niet. Het proces van hypothesetoetsing gaat door.




2

,Dit waren de 3 stappen.

Herhaalde sociaalwerkcyclus: het plan van aanpak voortdurend bijstellen indien doelen
onvoldoende behaald zijn: (zie fguur)

Regelmatig worden tussenbalansen opgemaakt van de vorderingen in de cliëntsituatie,
met uiteindelijk een eindbalans. Dit gebeurt door de ervaren vorderingen te meten,
ervaren door de cliënt zelf. Er zijn verschillende meters – vormen van scaling – die
daarvoor geschikt zijn.

- Met de spanningsmeter wordt vastgesteld hoe gespannen de cliënt is op
verschillende momenten in het sociaalwerkcontact.
- Met de energiemeter wordt vastgesteld over hoeveel energie de cliënt op
verschillende momenten in het sociaalwerkcontact of in het geheel van het
sociaalwerkcontact beschikt.
- De voortgangsmeter stelt via een schaalvraag vast hoe de cliënt de vooruitgang
inschat.




Je gebruikt deze meters door de cliënt bijvoorbeeld te vragen; “Hoe is uw energiemoment
op een schaal van 0 tot 10, 0 is minimaal en 10 is maximaal?”. Functies scalingsmeters:
de SW’er informatie geven over de toestand van de cliënt op dat moment & feedback
geven over de efectiviteit van het sociaal werk.




3

, Hoofdstuk 2 PIE-Empowermenttheorie (PIE-ET)

= Het activeren van de kracht van de omgeving en van de persoon om kwaliteit van
leven te behalen. PIE-ET wordt beschreven als de overkoepelende theorie waarbij de
kracht van afzonderlijke deeltheorieën en die van deelbenaderingen bij elkaar worden
gebracht omdat het efect van de samenwerking groter is; 1 + 1 = 3.

Bruikbare theorie (/werkhypothese) voldoet aan 2 functies:

- Het geeft een verklaring vanuit een terugblikperspectief voor het ontstaan van de
zorgen en problemen waar de cliënt mee komt.
- Het doet voorspellingen vanuit een vooruitkijkperspectief over mogelijke stappen
vooruit, over de aanpak.

Als gebruik wordt gemaakt van een deeltheorie, kan tunnelvisie ontstaan met een
schadelijke werking voor de cliënt. De cliënt kan zich in hokjes ingedeeld voelen.

 Mono (i.p.v. multi-) methodisch handelen; je ziet alleen waar je op focust en focust
alleen op wat je ziet en speelt daarop in.

De beschreven tunnelvisie houdt het risico van secundaire victimisatie in: de cliënt
ervaart niet met respect behandeld te worden en er ontstaat onnodig en onbedoeld leed
boven op het al bestaande leed. Bij een mono-factoriële visie voelt de cliënt zich
onbegrepen op de gebieden die geen aandacht krijgen. Een verschijningsvorm hiervan uit
de praktijk is bijvoorbeeld: Gebruik eenzijdige persoons-gerichte bril & aanpak  cliënt
kan denken dat het allemaal aan hem ligt.

KvL is het einddoel van het sociaal werk en wordt daarom als meetlat gebruikt. KvL: het
genieten van de vervulling van de natuurlijke levensbehoeften.
De 3 KvL factoren:

1. Impactfactor; impact levensgebeurtenissen.
2. Copingfactor; hoe gaat de cliënt om met de transities die de levenservaringen met
zich mee brengen?
3. Supportfactor; ervaren steun van omgeving.

Zijn een of meer levensbehoeften (honger, dorst, werk, etc.) niet vervuld, dan wordt de
KvL negatief beïnvloed.

Levensbehoeften: de ervaren wensen op biopsychosociaal terrein die bij vervulling voor
adequate satisfers leiden tot optimale KvL. 4 soorten:

1. Bewustwordingsbehoefte; cliënt heeft behoefte aan bewustwording van de eigen
situatie, van het complex van problemen-vragen-spanningen-veerkracht en van de
onbalans tussen positieve en negatieve krachten.
2. Veiligheidsbehoeften; hierbij is behoefte aan fysieke veiligheid (bio), psychische
veiligheid (psycho) en sociale veiligheid (sociaal).
3. Afectieve behoeften; bestaande sociale relaties en liefdesrelaties. 3 soorten:
behoefte aan emotionele nabijheid, aan creatieve expressie en aan afronding,
waardig afscheid.
4. Zelfbepalingsbehoeften. 3 soorten: behoefte aan realistische
informatieverwerking, behoefte aan existentiële (her)oriëntatie en behoefte aan
competentie en invloed.

Satisfier: een voorziening/levensbron die een levensbehoefte adequaat vervult. Een
satisfer kan de vorm aannemen van een product/activiteit/symbool. Voorbeeld: water is
een satisfer bij dorst. Een sociaal werker helpt de cliënt bij de bewustwording van de
oorspronkelijke levensbehoefte én zoekt uit welke satisfer efectief matcht.



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JaniqueKlaver. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75057 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.41  92x  sold
  • (11)
  Add to cart