100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide aantekeningen alle hoorcolleges ondernemingsrecht 1 RUG 2018/2019 $3.74
Add to cart

Class notes

Uitgebreide aantekeningen alle hoorcolleges ondernemingsrecht 1 RUG 2018/2019

6 reviews
 140 views  6 purchases
  • Course
  • Institution

Uitgebreide en duidelijke aantekeningen van alle hoorcolleges ondernemingsrecht 1, gegeven aan de rug in studiejaar 2018/2019.

Preview 7 out of 67  pages

  • October 18, 2018
  • 67
  • 2018/2019
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes

6  reviews

review-writer-avatar

By: daniqdejong • 5 year ago

review-writer-avatar

By: sannezoutman • 5 year ago

review-writer-avatar

By: AnnevanDijk • 5 year ago

review-writer-avatar

By: dewyufkes4 • 5 year ago

review-writer-avatar

By: Dberkt • 5 year ago

review-writer-avatar

By: amberklaver • 5 year ago

avatar-seller
Ondernemingsrecht I
Aantekeningen hoorcolleges




Inhoudsopgave
Hoorcollege 1: 04-09-2018............................................................................................................................. 2

Hoorcollege 2a: 11-09-2018........................................................................................................................... 5

Hoorcollege 2b: 13-09-2018......................................................................................................................... 11

Hoorcollege 3a: 18-09-2018.......................................................................................................................... 16

Hoorcollege 3b: 20-09-2018......................................................................................................................... 22

Hoorcollege 4a: 25-09-2018.......................................................................................................................... 27

Hoorcollege 4b: 27-09-2018......................................................................................................................... 32

Hoorcollege 5a: 02-10-2018.......................................................................................................................... 37

Hoorcollege 5b: 04-10-2018......................................................................................................................... 42

Hoorcollege 6a: 09-10-2018.......................................................................................................................... 45

Hoorcollege 6b: 11-10-2018......................................................................................................................... 52

Hoorcollege 7a: 16-10-2018.......................................................................................................................... 58

Hoorcolleges 7b: 18-08-2018........................................................................................................................ 63




1

,Hoorcollege 1: 04-09-2018
Ondernemingsvormen, oprichtng BV/NV
Open boek tentamen: leerboek en jurisprudentebundel, alsmede een paar losse arresten. Je mag wel
arceren, maar niet bijschrijven.

In de jurisprudentebundel staat achterin een wetsartkelenregister. Daarin kun je per artkel vinden welke
arresten van belang zijn.

Ondernemingsrecht heef een grote Europese invloed. Nu zijn we vooral bezig om het zelf te
moderniseren en beschermen. Daardoor is er de afgelopen jaren (vooral per 2012) veel veranderd. Door
de komst van de Flex BV zijn de regels voor NV en BV verder uit elkaar komen te liggen:
- Zo geldt voor de NV nog steeds het beginsel van kapitaalbescherming, terwijl dat voor de BV heel
anders is geregeld.
- Ook heef de BV andere soorten aandelen, zoals stemrechtloze en winstrechtloze aandelen. Dit
kan bij de NV nog niet.
- Bevoegdheden van de AVA kunnen worden overgeheveld naar een bijzondere groep van
aandeelhouders bij een BV.

Wet bestuur en toezicht NV/BV (01-01-2013):
1. Wettelijke grondslag voor one ter-board: bestuur bestaat uit twee typen bestuurders. De
uitvoerende en niet-uitvoerende. De niet-uitvoerende bestuurders houden toezicht op de
uitvoerende bestuurders. Dat is eigenlijk de RvC, maar dan in hetzelfde orgaan.
2. Nieuwe tegenstrijdig belang-regeling: een belang dat een bestuurder heef dat haaks staat op het
vennootschappelijk belang dat hij als bestuurder moet behartgen. Dat is nu anders
vormgegeven.
3. Enquêterecht: we hebben de mogelijkheid dat het bestuur/RvC zelf naar de OK gaat om een
onderzoek te vragen wanneer hij wanbeleid ziet in de vennootschap. Vroeger was je afankelijk
van de aandeelhouders/werknemers die dat gingen organiseren. Dat kon je als bestuur zelf niet
aankaarten. Nu kan dat dus wel.

Een voordeel van vennootschappen naar Nederlands recht is de eenvoudig om vennootschappen te
herstructureren:
- Art. 2:18 BW: omzetng
- Art. 2:308 e.v. BW: fusie
- Art. 2:308, 334a e.v. bW: splitsing
- Grensoverschrijdende fusie: art. 2:333b e.v. BW
- Grensoverschrijdende omzetng: rechtspraak HvJ
o Heb je intern een regeling die omzetng toestaat, dan mag je niet zomaar tegen een
Duitse GmbH zeggen dat zij niet mogen omzetten. Dat heef te maken met die interne
markt en beperkingen daarvan.
o Voorontwerp is verschenen in Nederland om dit in de wet te regelen.

Andere voordelen van een BV en NV:
- Aandeelhouders lopen een beperkt risico. Zij storten de aandelen vol. Dat kunnen ze kwijtraken,
meer niet.
- Overdraagbaarheid eigenaarsbelang: alleen door overdragen van de aandelen. Er hoef geen
verdeling plaats te vinden. Dit komt ten goede van de contnuïteit. Goederen en machines blijven
binnen de vennootschap.
- Vastomlijnde juridische organisate: duidelijke regels
- Fiscale moteven: vennootschapsbelastng is vaak lager dan de inkomstenbelastng.




2

,Oprichtng NV/BV moet voldoen aan formaliteitsvereisten. Een consttutef vereiste is een notarille akte,
die wordt getekend door de notaris, oprichters en personen die aandelen nemen.
 Stel dat een kandidaat-notaris de akte ondertekent, dan is de BV en NV niet opgericht. Daar kom
je pas later achter, ondertussen heef de pseudovennootschap allerlei dingen gedaan. Wat doen
we daarmee? Dat staat ook in art. 2:4 BW, zie lid 3 en 4. Gevolg is dat je je kan wenden tot het
vermogen van de pseudovennootschap. Ook is geregeld dat de pseudobestuurders hoofdelijk
aansprakelijk zijn voor de ontstane schulden. Ten slotte kun je je tot de personen die gehandeld
hebben wenden.

Vroeger had je een verklaring van geen bezwaar nodig van de Minister van Justte. Nu hebben we een
repressief systeem: we volgen vennootschappen en trekken aan de bel wanneer het mis dreigt te gaan.

Oprichtng is een feit wanneer de notarille akte is verleden. Geen consttutef vereiste is inschrijving in
het Handelsregister. We wijken hierin af van andere landen (Frankrijk, Duitsland).
 Europese S.E.: soort Europese BV. Ook die moet eerst worden ingeschreven alvorens hij is
opgericht. Deze kan je ook in Nederland oprichten en dan hanteren we dus een ander systeem.
We vinden het wel heel belangrijk dat de vennootschappen worden ingeschreven in het handelsregister.
Allereerst heb je de plicht om de vennootschap in te schrijven (art. 2:180 BW). Ten tweede geldt dat je
hoofdelijk aansprakelijk gesteld kan worden als bestuurder naast de vennootschap, zie lid 2.
 Het gaat wel enkel om rechtshandelingen, dus niet om onrechtmatge daad.

Casus BV i.o.:
- 15-08-2018: BV i.o.
- 31-08-2018: BV opgericht
- 03-09-2018: BV ingeschreven in Handelsregister
Op 1 september koopt bestuurder A (van de drie bestuurders) een bestelauto. Deze wordt niet betaald.
Bestuurder A is zelfstandig bevoegd en dus is de BV gebonden. Dus naast de BV kun je ook bestuurders
(alle drie) aanspreken, want de BV was nog niet ingeschreven.
 Let op: vanaf 3 september ontstaan geen nieuwe persoonlijke aansprakelijkheden. Maar
bestaande aansprakelijkheden blijven bestaan: de inschrijving maakt dat niet ongedaan. Dus na 3
september kan je geen beroep meer doen op art. 2:180 BW, maar alles wat daarvoor is gebeurd
nog wel. Een rechtshandeling voorafgaand aan de inschrijving verricht kan dus niet bekrachtgd
worden.

Er is een uitzondering denkbaar: crediteuren kunnen zich dan niet beroepen op de
bestuurdersaansprakelijkheid van art. 2:69/180 BW. Dat weten we sinds het arrest Staalbankiers: EDG
beheer B.V.: rechtspersoon is bestuurder, ‘Elko management’, daar was een natuurlijk persoon
bestuurder van: ‘Van Hoven’. Er was een lening aangegaan met de bank en dan is het gebruikelijk dat de
bank eerst controleert of de BV is ingeschreven. In dit geval had de notaris gebeld naar de bank om direct
te vragen of die lening afgesloten kon worden (dus afwijking van normaal). Staalbankiers ging daarmee
akkoord en zij maakten het geld over naar de BV. Twee jaar later (2004) gaat de vennootschap failliet.
Staalbankiers kan het geld niet krijgen van de BV want die heef geen geld meer. Zij gaan dan de
bestuurder aanspreken: de rechtspersoon en de natuurlijke persoon (Elko Management en Van Hoven).
De natuurlijke persoon baseerden zij op art. 2:11 BW.
Antwoord in deze: in deze omstandigheden is het niet redelijk en billijk dat u als bank, als professional
zich beroept op een beschermende bepaling, terwijl u van alles wist. Toen zei Staalbankiers: dwingend
recht en openbare orde, kan je niet doorkruisen. Toen zei de Hoge Raad: geen openbare orde, wel van
dwingend recht (art. 2:25 BW) maar daar kan je met de redelijkheid en billijkheid omheen, dus de
redelijkheid en billijkheid voorkomt hier dat u zich kan beroepen op het vermogen van deze bestuurders.




3

,Maar voor NV heb je ook nog de stortngsaansprakelijkheid: dat is een hoofdelijke aansprakelijkheid die
rust op bestuurders. Wat is dan het geval? Minimumkapitaal is 45.000 euro. Ten minste 25% is gestort.
Dus heb je 200.000 euro als maatschappelijk kapitaal, dan moet je 50.000 euro storten. Doe je dat niet,
dan ben je alsnog aansprakelijk.
 Sinds 2012 geldt deze sancte niet meer voor de BV omdat we geen minimumkapitaal meer
hebben.
Zie art. 2:69 BW voor aansprakelijkheid bij de NV.

BV i.o.: handelen namens een nog op te richten BV. De oprichter handelt, maar hij wil dat de BV
gebonden wordt. Dan moet je werken aan schuldoverdraging. Daarbij is medewerking van de wederpartj
nodig. Dat is niet altjd handig. Daarom kennen we in het Ondernemingsrecht twee specifeke
mogelijkheden in Boek 2: je handelt voor oprichtng, maar na oprichtng wordt de BV/NV gebonden.
1. Directe binding in de oprichtngsakte (art. 2:203 lid 4 BW). Dit kan alleen bij bepaalde
rechtshandelingen, deze zijn limitatef.
2. Bekrachtging na oprichtng BV/NV (art. 2:203 lid 1 BW).

Directe binding vind je in art. 2:93/203 BW. De rijtjes zijn voor de NV en BV verschillend: de BV kan ook
direct gebonden zijn aan oprichtngskosten, bij de NV kan dit niet. Dit is het resultaat van de Flex BV.
 Het gaat om rechtshandelingen die de opzet en inrichtng van de vennootschap betrefen.
Als een oprichter onzorgvuldig handelt bij de directe binding, dan kan je in de bestuursaansprakelijkheid
van art. 2:9 en 2:248 BW vallen. Dan ben je als oprichter aansprakelijk jegens de vennootschap/boedel.
 De wetgever verklaart aansprakelijkheid voor bestuurders dus van toepassing voor oprichters in
dit artkel.

Bekrachtging na oprichtng: het gaat dan om handelingen van voor 31 augustus (zie casus) namens de BV
i.o. Totdat bekrachtging plaatsvindt kan je degene die namens de i.o. handelde aanspreken. Als de
vennootschap niet overgaat tot bekrachtging, dan blijven zij ook je aanspreekpunt: de BV wordt nooit
gebonden en dus blijf de oprichter gebonden.

Wie is bevoegd tot bekrachtging? Bekrachtging vindt plaats na oprichtng. Wie is dan bevoegd tot
vertegenwoordiging? Dat zijn vaak de bestuurders, procuratehouders, etc. En als ze dat doen, dan is de
BV gebonden en vervalt de persoonlijke aansprakelijkheid van de handelende persoon.

De bekrachtging kan uitdrukkelijk en stlzwijgend geschieden. Stlzwijgend zie je bijv. door gebruik van het
bestelde product (briefpapier bijv.).

Wel is de identteitseis van belang: ik handel namens BV i.o. dan moet de vennootschap die kan
bekrachtgen dezelfde vennootschap zijn (Clara candy). Als een andere vennootschap bekrachtgt, dan is
de oprichter niet bevrijd omdat niet is voldaan aan de identteitseis.

Van Der Heide/Hogerhuizen: er moet ook sprake zijn van voldoende concrete oprichtngsplannen. Het
plan tot oprichtng van de BV moet wel ergens tot uitdrukking zijn gekomen. Dat is ook een eis. Pas als aan
die beide eisen is voldaan kan van bekrachtging sprake zijn.

Lid 2 ‘tenzij uitdrukkelijk anders is bedongen’: als de handelend persoon zegt dat hij niet persoonlijk is
gebonden aan de handeling die hij namens de BV i.o. is aangegaan. Dan heef de wederpartj dus niemand
om aan te spreken als de BV niet bekrachtgt. Wetgever heef gezegd dat dit daarom uitdrukkelijk moet
worden bedongen door partjen.

Vangnetfuncte van lid 3: als de BV of NV bekrachtgt is de handelend persoon niet langer gebonden, die
valt er tussen weg. Maar stel nu dat de BV of NV helemaal niet kapitaalkrachtg is en die schuld niet kan
voldoen. Wat dan? Lid 3 beschermt de wederpartj. Als de handelend persoon die namens de BV i.o.
handelt al wist dat de vennootschap niet zou nakomen of schade zou kunnen vergoeden, dan blijf de
handelend persoon aansprakelijk.

4

,  Wederpartj moet bewijzen dat de handelend persoon wist van de benadeling. Dat is soms heel
lastg. Daarom staat er een bewijsvermoeden in de wet: gaat de BV binnen een jaar failliet, dan
vermoeden we dat deze wetenschap aanwezig is. Dan moet de handelend persoon aantonen dat
hij geen wetenschap had.

Als er verplichtngen namens de BV i.o. zijn aangegaan en er wordt na oprichtng bekrachtgt, dan is de BV
gebonden en vervalt de aansprakelijkheid van de handelend persoon, maar de handelend persoon is
onder omstandigheden aansprakelijk, wanneer hij wist van benadeling. Een andere mogelijkheid voor de
wederpartj is dat hij zich kan wenden tot de bestuurder die heef bekrachtgd. Dan is dat een Beklamel-
vordering. Beklamel-arrest: een bestuurder is persoonlijk aansprakelijk op grond van onrechtmatge daad.

Tentamenvraag OR I – 5 april 2018
Vraag 1a: hier is sprake van oprichtngskosten (art. 2:203 lid 4 BW). In de notarille akte van oprichtng
hebben zij de BV direct gebonden aan de oprichtngskosten. Daarom kan notaris Straal BV Sun
aanspreken.
 Art. 2:180 BW ziet niet op directe binding. Je bent dus niet gebonden aan de directe binding in de
akte die je doet voordat je inschrijf. Daarom kan de notaris alleen de BV aanspreken en is het
moment van inschrijven hier niet van belang.

Vraag 1b: BV Sun kan niet worden aangesproken omdat niet is bekrachtgd (art. 2:203 lid 1 BW). Bart en
Sonja kunnen wel worden aangesproken, zij hebben namens de BV i.o. de rechtshandeling verricht (art.
2:203 lid 2 BW): het blijkt niet dat anders is bedongen. Van belang is dat zij gezamenlijk hebben
gehandeld: zij zijn beide handelend persoon.

Tentamenvraag OR I – 1 februari 2018
Vraag 1: Hier is namens de NV i.o. gehandeld. Er heef uitdrukkelijke bekrachtging plaatsgevonden (art.
2:93 lid 1 BW). Door die uitdrukkelijke bekrachtging is de NV gebonden (bestuurder is bevoegd: art. 2:130
BW). Dus NV Baco kan worden aangesproken. De kans dat je wat terug ziet is klein, want de NV is failliet.
Dan ga je naar de stortngsaansprakelijkheid. Je signaleert hier dat op tjd is ingeschreven (voor
bekrachtging), maar hier is sprake van stortngsaansprakelijkheid (art. 2:69 lid 2 onder c BW) omdat
50.000 euro had moeten worden gestort. Dat brengt met zich mee dat zowel A als B hoofdelijk
aansprakelijk is naast de NV Baco. B heef weliswaar bekrachtgd, maar ook A is aansprakelijk want art.
2:69 BW spreekt over hoofdelijke aansprakelijkheid van de bestuurders.

Hoorcollege 2a: 11-09-2018
Het kapitaalbeschermingsrecht is geheel gewijzigd voor de BV in 2012. Daarom wordt dit apart
behandeld. De kapitaalbescherming voor de NV is gebaseerd op een Europese richtlijn. Veel van die
richtlijn is vorig jaar gecodifceerd in BW. Deze EEG-richtlijn ziet alleen op de NV. Daarom is het
kapitaalbeschermingsrecht voor de NV dus geheel anders dan dat van de BV.

Begin jaren ’80 leken de NV en BV in Nederland zoveel op elkaar, dat zij de beschermingsregels vrijwillig
hebben toegepast op de BV. Dat is anders geworden door de Flex BV en daarom hebben wij dit nu ook
anders ingekleed.

Kapitaalbescherming is van belang voor het bijeenbrengen en in stand houden van het kapitaal van de NV.

Crediteurenbescherming
1: Wat is de reden dat het vennootschapsrecht crediteuren beschermt? Crediteurenbescherming komt
voor in alle rechtsstelsels in de wereld. Crediteuren van kapitaalvennootschappen verdienen bescherming
omdat de aandeelhouders slechts beperkt aansprakelijk zijn: ze hoeven alleen de nominale waarde van de
aandelen te storten. Meer hoeven ze niet te doen. Dat maakt dat het zaken doen met een
kapitaalvennootschap risico’s met zich brengt voor die crediteuren. De vennootschap zou namelijk
gemanipuleerd kunnen worden door de aandeelhouders, bijv.:


5

, - Door zich in te laten met risicovolle projecten. Crediteuren dragen dan de kosten: hun rekeningen
worden niet betaald. Gaat het echter goed, dan krijgen de aandeelhouders waar voor hun geld.
Zij verliezen dus nooit.
- Wanneer het niet goed gaat met de vennootschap, dan kan het bestuur van de vennootschap
doorgaan met het aanschafen van producten om de fabrieken te laten lopen. Verplichtngen
worden aangegaan maar kunnen niet worden nagekomen.
Om dit te voorkomen is er sprake van kapitaalbescherming en crediteurenbescherming.

2: Kunnen crediteuren zichzelf niet beschermen? Dat kunnen ze tot op zekere hoogte. Ze kunnen bijv.
bedingen dat direct betaald wordt (contant) of door een eigendomsvoorbehoud op te nemen in de
overeenkomst. Ook kunnen ze zekerheid bedingen in de vorm van pand of hypotheek. Bovendien kunnen
ze persoonlijke garantes vragen van de bestuurder van de vennootschap. Dat zijn mogelijkheden van het
civiele recht die crediteuren bescherming bieden. Ondanks alle ‘creditor self help’ is er een aanvullende
rol voor het vennootschapsrecht.
1. Niet alle crediteuren hebben een goede onderhandelposite: banken hebben een sterkere posite
dan een leverancier. Deze crediteuren hebben daarom soms aanvullende bescherming nodig.
2. Ook heb je soms te maken met crediteuren die onvrijwillig in relate staan tot de vennootschap,
bijv. de slachtofers van een OD door de vennootschap.
3. Ten derde kan het soms efcilnter zijn wanneer de wetgever een minimumniveau een
bescherming voor crediteuren verschaf. Dan hoeven crediteuren niet elke keer in
onderhandeling te treden om hun bescherming te regelen.

3: Is er alleen een rol weggelegd voor het vennootschapsrecht? Nee, ook het faillissementsrecht biedt
uitkomsten wanneer crediteuren in (het zicht van) een faillissement benadeeld worden. Ook zijn er
vormen van aansprakelijkheid voor bestuurders. Dat is niet per se onderdeel van het vennootschapsrecht,
want in veel landen staan die bepalingen (onbehoorlijk bestuur) in bijv. de faillissementswet. In Nederland
staat dit altjd nog alleen in BW.

4: Op welke wijze moet het vennootschapsrecht crediteuren beschermen? In de Tweede Richtlijn (voor de
NV) gaat het om uitvaardigen van preventeve regels, zoals oprichtngseisen, bankverklaringen,
minimumkapitaalvereisten, accountantsverklaringen, etc. op dat moment is er nog geen sprake van
crediteurenbenadeling. In sommige rechtsstelsels ken je een ander systeem, bijv. in het VK: daar ging men
uit van een andere manier van beschermen van crediteuren. Er geldt daar geen
minimumkapitaalvoorschrif voor de Ltd. Vooral publicatevoorschrifen beschermen crediteuren van een
Ltd. In staten van de USA worden crediteuren beschermd op het moment dat er dreiging is dat hun posite
wordt benadeeld, bijv. op het moment dat er uitkeringen aan aandeelhouders worden gedaan die niet
zou mogen gebeuren vanwege crediteurenbenadeling. Deze weg is de Nederlandse wetgever ook
ingeslagen met de BV: geen preventeve voorschrifen, maar het gaat om wanneer sprake is van
potentlle bedreiging van crediteuren (bijv. bij uitkeringen) dan moeten er op dat moment bepalingen
gelden die voorkomen dat crediteuren worden benadeeld.

Belang van kapitaalbescherming
Kapitaal moet een zekere omvang hebben en er moet een relle vermogensomvang tegenover staan.
Wordt er in natura gestort, dan moet er een accountantsverklaring bijzitten. Deze regels zorgen ervoor
dat het kapitaal bijeen wordt gebracht en dat er relle vermogenswaarde tegenover staat. Vervolgens is
het van belang dat het kapitaal in stand moet blijven, anders kunnen aandeelhouders het gewoon weer
uit de vennootschap halen door het doen van uitkeringen.

Regels van kapitaalbescherming hebben een beperkte waarde. Vaak gaan vennootschappen niet failliet
doordat aandeelhouders geld en goederen uit de vennootschap halen, maar omdat de vennootschap
verliezen heef geleden. Daar ziet kapitaalbescherming niet op: kapitaalbescherming ziet alleen op
onttrekkingen door aandeelhouders. Het verloren gaan van kapitaal wordt dus niet beschermd.




6

, Bijeenbrengen van het kapitaal
Stortngsminima
Het gestorte kapitaal moet ten minste het minimum van 45.000 bedragen. Ook moet elk aandeel ten
minste 25% van de nominale waarde worden volgestort bij uitgife (zowel bij oprichtng als bij latere
verhoging). Is niet aan die verplichtng voldaan, dan staat daar een sancte op voor wat betref de
bestuurders. Art. 2:69 lid 2 sub b en c BW: bestuurders zijn hoofdelijk aansprakelijk voor elke verrichte
rechtshandeling in de periode waarin niet aan de stortngsverplichtng is voldaan.
 Aansprakelijkheid bij verplichtng van 25% volstortng geldt dan alleen bij oprichtng, niet bij
verhoging.

In art. 2:69 lid 2 sub c BW gaat over het totaal van stortngen: de stortng boven 25% van de een kan dus
het tekort van de ander ophefen. Het gaat om het totaal.

Soms is meer dan 25% nodig: is je geplaatste kapitaal 45.000, dan moet je 100% gestort hebben. Het
minimum is dus echt 45.000 euro.

Herstel is niet met terugwerkende kracht mogelijk: is eenmaal het gebrek opgeheven omdat de
bestuurder voor stortngen heef gezorgd, dan heef dat alleen gevolgen voor toekomstge transactes:
bestuurders zijn daar niet hoofdelijk aansprakelijk voor te stellen.

Bestuurdersaansprakelijkheid is een vergaande sancte. Crediteuren kunnen elke bestuurder aanspreken
om de transacte namens de NV te voldoen. Dat geldt ook wanneer de bestuurder in die periode een
bekrachtging doet van een rechtshandeling van de NV i.o. Dan is de transacte niet alleen tussen de derde
en de oprichter, maar tussen de vennootschap en de derde, alsmede de bestuurders (hoofdelijk).

Er is geen disculpatemogelijkheid: fnanciering van de vennootschap is een taak van alle bestuurders van
de vennootschap. Als dat niet goed is gegaan, dan betekent dat de aansprakelijkheid van alle bestuurders.
Alleen bij hele hoge uitzonderingen (staalbankiersarrest) zou een bestuurder zich kunnen beroepen op de
redelijkheid en billijkheid.

Bankverklaring
De bankverklaring wordt door de notaris aan de akte van oprichtng gehecht. Dit is een Nederlandse
uitvinding, dit komt niet voort uit een richtlijn. Is de bankverklaring er niet, dan is er sprake van een
oprichtngsgebrek (art. 2:21 BW). Ook is er sprake van inschrijvingsaansprakelijkheid: je moet de
vennootschap inschrijven met alle daarbij neer te leggen afschrifen. Een daarvan is de bankverklaring. Is
die er niet, dan is er sprake van inschrijvingsaansprakelijkheid van de bestuurders.

Er zijn twee soorten verklaringen (art. 2:93a BW):
a. Bankgarante die de bank geef of een geblokkeerde bankrekening: gestorte bedragen moeten ter
beschikking staan van de vennootschap. Dat kan de bank alleen verklaren als de bankrekening
geblokkeerd is, of als er sprake is van een bankgarante. Oprichters zijn niet blij met een
geblokkeerde rekening: dan kunnen ze geen gelden onttrekken aan de bankrekening in de
oprichtngsfase. Dat is niet wenselijk.
b. Komt in de praktjk vaker voor dan de a-verklaring. Grote voordeel is dat de oprichters van de
vennootschap het geld dat is gestort op die bankrekening ten name van de NV i.o. kunnen
aanwenden om daarvoor transactes aan te gaan ten behoeve van de NV i.o. Wat de bank bepaalt
is dat op enig moment in een periode voor oprichtng (max. 5 maanden) dat op dat moment een
zeker bedrag op de bankrekening van de NV heef gestaan. De bedoeling was dat de bank ook
zou verklaren dat het geld was bedoeld als stortng op aandelen. Daar hebben banken tegen
geprotesteerd en dat is er nu dus uit. Onderdeel van de bankverklaring is vaak een verklaring van
de oprichter dat een deel van de stortng is bedoeld als stortng op aandelen.




7

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mam95. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.74  6x  sold
  • (6)
Add to cart
Added