1.1 ligging
► het werelddeel en tegelijkertijd het continent Zuid-Amerika bestaat uit 13 zelfstandige staten:
- Brazilië in het oosten is het grootste land.
- noordkant: Venezuela, Guyana en Suriname en Frans Guyana (Frans overzees departement).
- langs de westkust: de Andeslanden Bolivia, Peru, Ecuador, Colombia en Venezuela.
- De zuidpunt van Zuid-Amerika (Cono Sur): Argentinië, Uruguay, Chili en Paraguay.
● Zuid-Amerika strekt zich uit tussen 12° N.B. en 60° Z.B. en tussen 80° W.L. en 22° W.L.
● Zuid-Amerika is niet hetzelfde gebied als Latijns-Amerika. Onder Latijns-Amerika vallen regio’s waar
Spaans en Portugees wordt gesproken: Zuid-Amerika en Midden-Amerika. De begrenzing tussen Zuid-
en Midden-Amerika wordt gevormd door de grens tussen Colombia en Panama.
● Er weinig eilanden die deel uitmaken van Zuid-Amerika op het zuiden bij Pantagonia en in de oceaan
na. In Grote Oceaan en Atlantische Oceaan liggen eilanden die bij Zuid-Amerika horen.
- Grote Oceaan: de Galápagoseilanden die tot Ecuador behoren en de Juan Fernándezeilanden die tot Chili behoren.
- Atlantische Oceaan: ten oosten van Zuid-Argentinië de Falklandeilanden (Islas Malvinas) en de Zuid-Georgië en Zuid-
Sandwicheilanden. Er wordt daar veel Engels gesproken.
► Zuid-Amerika kan je indelen in 5 gebieden op basis van hoogtezones (goemorfologische regio’s)
1 Andesgebergte (de Cordilleras de los Andes): 8500 km lange bergketen van noord naar zuid aan de westzijde.
- Gemiddelde hoogte boven de 4000 m, vele toppen boven de 6000 m, de Aconcagua (6962 m) is de hoogste berg in dat
gebied. Venezuela, Colombia, Ecuador, Peru, Bolivia, Chili, Argentinië
- groot aantal werkende vulkanen, waaronder de hoogste actieve vulkaan ter wereld: de Cotopaxi (5897 m). De top
daarvan is ondanks de ligging bij de evenaar altijd bedekt met sneeuw.
2 Tropisch laagland (ten oosten van het Andesgebergte): hierin stromen 3 grote rivieren: de Orinoco, de Amazone en de
Paraguay/Paraná. Er zijn veel moerassen Venezuela, Brazilië, Paraguay
- de Andes en de oostkant van het tropische laagland zijn het dichts bevolkt
3 twee hooglandgebieden: het Hoogland van Guyana (noorden) en het Hoogland van Brazilië (oosten). Worden
gescheiden door het laagland met de rivier de Amazone. Venezuela, Guyana, Suriname, Brazilië
4 De Altiplano hoogvlakte/hoogland dat ligt in het Andesgebergte op het grensgebied van Chili, Bolivia en Peru. Het is na
die van Tibet de op een na grootste hoogvlakte op aarde, met een gemiddelde hoogte van 4000 m. Op de Altiplano ligt het
Titicacameer, het grootste meer van Zuid-Amerika. Het is het hoogste bevaarbare meer ter wereld. In het meer liggen de
Uroseilanden (de rieteilanden van de Uros, de plaatselijke bevolking).
5 Plateau van Patagonia: langgerekte hoogvlakte die van oost naar west oploopt van 500 naar 1500 m. Strekt zich uit in
het zuidoosten, in de Cono Sur. Argentinië
● Atacamatrog: diepe trog ten westen van Zuid-Amerika dat in de oceaan langs de kust ligt. Het diepste punt (−8085 m)
en de op een na hoogste berg in Zuid-Amerika, de Ojos del Salado (6.887 m), liggen hemelsbreed maar 300 km van elkaar.
► Veel West-Europeanen hebben stereotiep beeld van Zuid-Amerika. Dat is een beeld dat niet gebaseerd is op
diepgaande kennis, maar op bekende cultuurelementen als muziek, dans, sport, kleding en religie.
- bijvoorbeeld dat mensen bij Argentinië aan de tango moeten denken.
Ook de beelden over de economie en de politiek zijn sterk.
- in de krant wordt gezegd dat het Amazoneregenwoud wel gehalveerd lijkt door houtkap.
- veel wegen zijn niet geasfalteerd.
- iedereen woont in krottenwijken óf luxe villawijken die erg dichtbij elkaar liggen.
Zuid-Amerika wordt, politiek gezien, vaak ‘het rode continent’ genoemd. En als er geen ‘links’ bestuur is, dan is er een
dictator aan de macht. Rood staat voor links en het socialisme en sociaaldemocratie. Die zijn voor gelijkwaardigheid en
een sturende rol van de overheid om dit te kunnen realiseren.
● de perceptie, het beeld dat iemand van de werkelijkheid heeft, bepaalt de besluitvorming/keuzes van die persoon.
Vanuit je perceptie vorm je een kaart die je van een bepaald gebied in je hoofd hebt, een mental map. Deze veranderen;
ze worden aangepast door nieuwe indrukken en informatie/kennis. Het berust dus niet altijd op feiten.
- Wordt er wel of niet geïnvesteerd en is 1 van de landen wel of niet geschikt als vakantiebestemming?
● Nieuwe kennis zal jouw mental map over Zuid-Amerika veranderen. Door dit katern te bestuderen, vorm je je een
geografisch beeld van het gebied. Het gaat dan om een aantal geografische kenmerken:
- ligging
- landschappelijke kenmerken (zowel het fysische milieu als de ingerichte ruimte)
- bevolkingskenmerken
- interne en externe relaties
, Zuid-Amerika heeft twee landen waarbij een deel op antartica ligt, namelijk chili en argentinie. Dit omdat in de ijsvrije
toekomst er waarschijnlijk delfstoffen en/of fossiele brandstoffen zijn te winnen.
1.2 ongekende natuur
Warm water--> toenemende verdamping --> extra veel neerslag
► Klimaat in Zuid-Amerika wordt bepaald door: drukgebieden en de ligging van gebergten.
1 breedteligging: hoe verder van de evenaar, hoe lager de gemiddelde temperatuur.
Hoe lager de breedte, hoe hoger de gemiddelde temperatuur.
2 ligging van gebergten: hoe hoger je komt, hoe kouder. Een gebergte kan door zijn ligging een
klimaatscheiding vormen tussen gebieden. Dit komt doordat een gebergte warme of koude
winden kan tegenhouden waardoor het aan de ene kant van het gebergte gemiddeld warmer
(droger) of kouder (natter) kan zijn dan aan de andere kant.
3 gesteldheid: het soort gebied dat door de zon verwarmd wordt. Water wordt langzamer warm
en koud dan land.
- Er is meer zonne-energie nodig om 1 m3 water een graad in temperatuur te laten stijgen dan
1m3 land.
- opgewarmd water kan zich mengen met koud water uit de diepte, waardoor de opwarming
langer duurt.
4 windpatronen: een ligging aan zee zorgt bij aanlandige wind in veel gebieden voor een koele wind in de zomer en een
warme wind in de winter. Een aflandige wind zorgt in de winter voor lage temperatuten en in de zomer voor hoge
temperaturen
5 zeestromen: de aanvoer van warmte of van kou. Warme zeestromen kunnen warm zeewater uit de tropen naar de
poolstreken en koude zeestromen koud poolwater naar de tropen voeren.
● Groot deel van Zuid-Amerika ligt in de tropische luchtstreek.
Grote invalshoek van de zon --> altijd warm --> opstijgende lucht --> lagedrukgebied aan aardoppervlak (ITCZ) --> warme
vochtige lucht stijgt --> opstijgende lucht koelt af --> condenseert in atmosfeer --> wolken met neerslag
● De ITCZ (lageluchtdrukgebied) schuift met de seizoensbeweging van de zon mee.
- juli en augustus de ITCZ op 10° N.B. = volledig boven de evenaar
- januari de ITCZ op 20° Z.B. = gedeeltelijk onder de evenaar
● Regengebieden verschuiven dus ook met de seizoensbeweging van de zon mee --> er komen tropische klimaten voor
met 1 of 2 natte en droge perioden per jaar, afhankelijk van de ligging.
► Op de Grote Oceaan en Atlantische Oceaan liggen bij de keerkringen hogedrukgebieden wind waait van
hogedrukgebied naar lagedrukgebied. Beide passaten ontmoeten elkaar bij de ITCZ.
- op noordelijk halfrond (noordoostpassat) naar het zuiden of te wel naar de ITCZ
- op zuidelijk halfrond (zuidoostpassaat) naar het noorden of te wel naar de ITCZ
● Aan de oostkant van Zuid-Amerika is de passaat een vochtige aanlandige wind vanuit de Atlantische Oceaan:
- stuwingsregens aan loefzijde van kustgebergte Brazilië
- droogte aan de lijzijde van kustgebergte Brazilië
Zuidelijker langs de oostkust ligt geen gebergte, waardoor de vochtige lucht ver landinwaarts neerslag kan brengen.
● De warme Zuid-Equatoriale Stroom beïnvloed de oostkust doordat hij bij het oostelijke punt van Brazilië in tweeen
splitst (noord en zuid).
- het ene restant van de Zuid-Equatoriale Stroom verplaatst zich naar de evenaar (noord) en het andere deel stroomt naar
het zuiden. De stroom naar het zuiden heet de Brazilië Stroom.
- Door Kaap Frio buigt de Brazilië Stroom naar het zuidoosten af waardoor de koude Falklandstroom vanuit het zuiden tot
aan de Kaap Frio stromen.
● De invloed van de Grote Oceaan aan de westkant van Zuid-Amerika is minder/reikt minder diep landinwaarts door:
- ligging van het Andesgebergte
- aflandige passaatwinden
Koude Peru- of Humboldtstroom langs de westkust: lagere temperaturen langs de westkust dan op geografische breedte
normaal isde koude lucht boven de Grote Oceaan bevat weinig waterdamp (weinig verdamping) weinig neerslag
● Samen met de windsystemen verklaart dit de ligging van de smalle, langgerekte Atacamawoestijn met een zeer droog
klimaat. Mist ontstaat wanneer koude nevelige zeelucht het land op kruipt.
► De zuidpunt van Zuid-Amerika heeft langs de kust een gematigd zeeklimaat met neerslag in alle jaargetijden (Cf). Dit
komt door de aanlandige westelijke winden die veel neerslag met zich meebrengen. Het effect wordt nog versterkt door
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jennagorter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.17. You're not tied to anything after your purchase.