Dit is het eindrapport voor het vak Onderzoek Maatschappelijke Ontwikkelingen van het tweede jaar SPH. Het onderzoek heeft een 7,5 gekregen en gaat over jongeren met een psychische aandoening in de participatiesamenleving. Alle (verplichte) bronnen staan volgens APA-richtlijnen verwerkt.
Psychische
aandoeningen
onder jeugd in
participatiesamen-
leving
Onderzoeksrapport
Studenten: Marith Edig (500737087)
Marloes Springer (500735060)
Mandy Roosendaal (500747689)
HvA e-mail: marith.edig@hva.nl
marloes.springer@hva.nl
mandy.roosendaal@hva.nl
Opleiding & studiejaar: SPH, jaar 2
Docent: Ben Eggink
Inleverdatum: 03-04-2018
,Samenvatting
Een psychische aandoening is volgens American Psychiatric Association (2015) een
gezondheidsprobleem dat het denken, voelen en gedragen van de persoon in kwestie zodanig
veranderd dat dit hem/haar in het dagelijks leven belemmerd. Het aantal psychische
aandoeningen onder jongeren stijgt wereldwijd, zoveel zelfs dat er volgens Houtman (2017)
sprake is van een epidemie. Deze stijging is dan ook de uitgangssituaties van dit onderzoek.
Hierbij wordt ook gekeken naar het verband tussen deze stijging en de participatiesamenleving.
Psychische aandoeningen hebben voor jongeren op micro-, meso- en macroniveau veel
negatieve gevolgen zoals (zelf)stigmatisering, een isolement en ontwikkelingsproblemen
(Houtman, 2017). Hierdoor wordt het participeren in de samenleving sterk belemmerd.
De hoofdvraag van dit onderzoek is ‘In hoeverre past de toenemende hoeveelheid
psychische aandoeningen onder de jeugd in de participatiesamenleving?’ Het doel van het
onderzoek om inzicht te krijgen in deze toenemende hoeveelheid in verband met de
participatiesamenleving. De bijbehorende deelvragen zijn:
‘Worden psychische aandoeningen vaker gediagnosticeerd of komen ze daadwerkelijk vaker
voor bij de jeugd?’
‘Wordt diagnostisering als positief of negatief ervaren door de jeugdigen zelf, de maatschappij
en de deskundigen?’
‘Is het haalbaar om een jeugdige met een psychische aandoening in een participatiesamenleving
op te laten groeien?’
Dit kwalitatieve onderzoek wordt in de praktijk gedaan. Dat betekent dat het behalen van de
doelstelling wordt gedaan door middel van interviews met betrokkenen zoals deskundigen,
naasten en betrokkenen met een diagnose.
Uit de resultaten blijkt dat er veel verschil zit tussen de ideeën van cliënten en hun
omgeving en de professionals en literatuur. De literatuur weergeeft namelijk negatieve
ervaringen met betrekking tot een diagnose hebben in deze maatschappij, maar uit dit onderzoek
blijkt wat anders. De respondenten kunnen namelijk ook voordelen benoemen.
Het antwoord dat in de conclusie op de hoofdvraag gegeven wordt is in het kort:
De toenemende hoeveelheid jongeren met een psychische aandoeningen zouden kunnen
functioneren in de participatiesamenleving. Er zal betere nazorg moeten zijn bij extreme
psychische aandoeningen. Ook zou het stigma minder moeten worden bij bedrijven, scholen,
leeftijdsgenoten etc. Als de maatschappij het stigma vermindert kunnen de jongeren hun gedrag
ook beter aanpassen naar de normen van de maatschappij. Jeugdigen kunnen terugvallen op hun
netwerk als deze stabiel is.
Dit onderzoek heeft een aantal aanbevelingen voortgebracht. Allereerst wordt aanbevolen
om het probleem bij de kern aan te pakken door leraren beter te bewapen voor signalering van
psychische aandoeningen. Ook de jongeren zelf kunnen extra kennis over aandoeningen
gebruiken. Voorlichting hierover kan worden opgenomen in het curriculum. Om de integratie in
de maatschappij te vergroten wordt aangeraden werkgevers voor te lichten over aandoeningen.
Tot slot is het verbeteren van de nazorg van belang om integratie te verbeteren.
,Inhoud
Inleiding .................................................................................................................................................. 1
1. Uitgangssituatie ............................................................................................................................... 2
1.1 Psychische aandoeningen onder jongeren en de opkomende participatiesamenleving ...................... 2
1.2 Mogelijke oorzaken en gevolgen .................................................................................................... 3
1.3 Biopsychosociaal model................................................................................................................. 4
1.3.1 Medisch-biologische factoren .................................................................................................. 5
1.3.2 Individueel-psychologische factoren ........................................................................................ 5
1.3.3 Sociale factoren....................................................................................................................... 5
1.4 Probleemstelling ............................................................................................................................ 6
2. Doelstelling en vraagstelling ............................................................................................................ 7
2.1 Doelstelling ................................................................................................................................... 7
2.2 Vraagstelling ............................................................................................................................ 7
3. Onderzoekontwerp .............................................................................................................................. 8
3.1 Onderzoekbenadering .................................................................................................................... 8
3.2 Databronnen .................................................................................................................................. 8
3.3 Dataverzamelingstechnieken .......................................................................................................... 8
3.4 Onderzoeksubjecten ....................................................................................................................... 9
3.5 Bruikbaarheid, validiteit en betrouwbaarheid ............................................................................... 10
3.5.1 Bruikbaarheid ....................................................................................................................... 10
3.5.2 Validiteit ............................................................................................................................... 10
3.5.3 Betrouwbaarheid ................................................................................................................... 10
3.6 Beoogde opbrengst ...................................................................................................................... 11
4. Resultatenhoofdstuk .......................................................................................................................... 12
4.1 Resultaten respondenten met psychische aandoening .................................................................... 12
4.1.1 Signalering stijging psychische aandoeningen ....................................................................... 12
4.1.2 Positieve of negatieve ervaringen met de diagnose................................................................. 14
4.1.3 In de (participatie)samenleving.............................................................................................. 16
4.2 Resultaten ouders van iemand met een psychische aandoening ..................................................... 17
4.2.1 Signalering stijging psychische aandoeningen ....................................................................... 18
4.2.2 Ervaring positief of negatief .................................................................................................. 19
4.2.3 In de (participatie)samenleving.............................................................................................. 20
Van tweedejaars SPH-studenten wordt verwacht een gezamenlijk onderzoek te doen naar
maatschappelijke ontwikkelingen. Dit is het onderzoeksplan van het onderzoek naar de stijgende
hoeveelheid psychische aandoeningen onder jongeren in de participatiesamenleving.
De aanleiding van dit onderzoek is de interesse die wij, Marith Edig, Marloes Springer en
Mandy Roosendaal, in jongeren met psychische aandoeningen delen. Verder is de stijgende
hoeveelheid hiervan een erg actueel onderwerp, de discussie is waar deze stijging vandaan komt.
Volgens Bijlsma en Janssen (2017) is er ook in 2007 ten opzichte van 1997 een
verdubbeling te zien in het gebruik van antidepressiva dat voorgeschreven is door een huisarts of
psycholoog. Deze medicatie wordt gebruikt bij een depressie. Verder is het een probleem voor de
jongeren zelf en de opkomende participatiesamenleving, de vraag is of het voor de jongeren
haalbaar is om in een participatiesamenleving op te groeien met een psychische aandoening.
Kunnen zij bouwen op eigen kracht en terugvallen op hun eigen netwerk?
Op macroniveau zijn dingen als de opkomende participatiesamenleving, verhoogde
keuzestress en extra druk mogelijke oorzaken van de stijging in psychische aandoeningen onder
jongeren en is goed te zien dat deze stijgende lijn negatieve gevolgen heeft voor de opkomende
participatiesamenleving (van Doorn, de Koster & Verheul, z.d.). Op microniveau kunnen
biologische en psychologische factoren hier een rol in spelen en is goed te zien dat deze stijgende
lijn negatieve gevolgen heeft voor de jeugd (Bijlsma & Janssen, 2017).
De doelstelling van dit onderzoek is ‘kennis verwerven over in hoeverre de stijgende
hoeveelheid jongeren met een psychische aandoening in de opkomende participatiesamenleving
past.’ Deze kennis zou mogelijk kunnen leiden tot passende veranderingen in de jeugdzorg. De
hoofdvraag die bij deze doelstelling hoort is ‘in hoeverre past de stijgende hoeveelheid jongeren
met psychische aandoeningen in de opkomende participatiesamenleving?’ Deze hoofdvraag
wordt in dit onderzoek aangevuld met deelvragen om hem te kunnen beantwoorden. Er wordt
gebruik gemaakt van interviews en gevonden literatuur om kennis te verwerven over dit
onderwerp.
Dit onderzoeksrapport is verdeeld in zeven verschillende hoofdstukken. Ten eerste wordt
de uitgangssituatie beschreven. Daarna volgt de doelstelling en vraagstelling. Hoofdstuk drie
bevat het onderzoekontwerp. Vervolgens in hoofdstuk 4 staan de resultaten. Hoofdstuk 5 is een
conclusie. In hoofdstuk 6 staan de aanbevelingen. Tot slot staat in hoofdstuk 7 de discussie.
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mandyrose. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.27. You're not tied to anything after your purchase.