Een samenvatting van de stof van Statistiek 3. Het laatste en pittigste statistiek vak. In deze samenvatting vind je de colleges van A tot Z uitgewerkt, met daarin belangrijke dingen voor het tentamen gemarkeerd. Met deze samenvatting ben je zo ready voor het tentamen!
,Cursusinformatie
7 weken
7 hoorcolleges, 1 responsiecollege, 4 practica met 5 opdrachten in SPSS.
College slides vooraf op Brightspace
Materiaal in Brightspace
Statistics Andy Field als naslagwerk om iets na te lezen eventueel
Practica: inschrijven, niet verplicht, kan ook thuis, goede voorbereiding op het tentamen
Deelname aan practica aangeraden voor tentamen
Uitwerkingen van practica komen op Brightspace
Inhoud: Analysetechniek variantieanalyse, ontwerpen van experimenten en overwegingen
Tentamen bestaat uit 4 onderdelen (zie oefententamen)
o Deel 1: 10 theorievragen: Deze vragen kunnen betrekking hebben op methodologische
onderwerpen (hc 1 en hc 2) of op statistische zaken
o Deel 2: Simpele oneway ANOVA met de hand uitvoeren
o Deel 3: Vragen over een onderzoeksprobleem aan de hand van de SPSS output
o Deel 4: Zelfstandig uitvoeren van een statistische analyse in SPSS en interpretatie en
rapportage van de uitkomsten (een ANOVA)
College 6 is belangrijk: Repeated Measures ANOVA (!)
Inhoud Cursus
College 1 : Experimenteel onderzoek 1
College 2 : Experimenteel onderzoek 2
College 3: Oneway ANOVA + Principes van variantieanalyse
College 4: Factoriële ANOVA
Werkcollege opdracht 1 & 2: Oneway ANOVA & factoriële ANOVA
College 5: MANOVA + Discriminant analyse
Werkcollege opdracht 3: MANOVA
College 6: Repeated Measures ANOVA
Werkcollege opdracht 4: Repeated measures ANCOVA
College 7: Covariantie Analyse ((M-)ANCOVA)
Werkcollege opdracht 5: ANCOVA
2
,College 1 Experimenteel onderzoek 07/02
Wat is een experiment?
Om onderzoek te doen, kun je gebruik maken van verschillende manieren om data te verzamelen;
Beschrijvend onderzoek
Eigenschappen van een bepaalde groep of populatie.
o Vb. geïnteresseerd in hoe vaak ouderen in een jaar komen te vallen en met welke factoren dit
samenhangt Hiervoor kun je een groep oudere deelnemers vragen naar het aantal
valincidenten dat ze in het afgelopen jaar hebben meegemaakt en ook andere zaken die je van
belang acht in kaart brengen, zoals medicatiegebruik, incontinentie, de leeftijd en het geslacht
van respondenten, enzovoorts.
Data = een goede beschrijving van hoe vaak er onder ouderen gemiddeld wordt gevallen en
welke eigenschappen vallende en niet-vallende ouderen kenmerkt.
Correlationeel onderzoek
Samenhang tussen variabelen.
o Vb. af of de mate waarin mensen fysiek actief zijn (variabele 1) een voorspeller is van hun
valfrequentie Je kunt gegevens over deze variabelen bij je respondenten verzamelen en met
behulp van een correlatie of een daaraan verwante techniek (vb. multiple regressie) vaststellen
of de twee variabelen met elkaar samenhangen.
Experiment
Vaak zijn we als onderzoekers geïnteresseerd in zogenaamde causale verbanden: we willen weten hoe
verschijnselen veroorzaakt worden.
o Beschrijvend onderzoek kan ons echter niet veel bijbrengen over de relaties tussen variabelen.
o Correlationeel onderzoek kan dat wel maar als er een relatie is tussen twee variabelen is vaak
niet duidelijk of de ene variabele de andere beïnvloedt, of andersom (zogenaamde kip of ei-
probleem). Misschien is er zelfs helemaal geen oorzakelijke relatie tussen de variabelen en
wordt de samenhang veroorzaakt door een derde variabele ('third variable problem').
Als je eenduidig en direct bewijs wilt verzamelen voor een oorzakelijke relatie, zit er weinig anders
op dan een experiment uit te voeren.
Definitie experiment = Een experiment is een prospectief, gecontroleerd onderzoek waarbij
mensen, systemen of situaties systematisch gemanipuleerd worden om oorzakelijke relaties
in kaart te brengen.
Manipulatie = In een experiment worden één of meer variabelen (onafhankelijke variabelen)
met voorbedachten rade (d.w.z. prospectief) veranderd (gemanipuleerd) om vast te stellen of er
als gevolg hiervan veranderingen optreden in één of meer andere variabelen (afhankelijke
variabelen).
Indien dit het geval is, mag je concluderen dat er een oorzakelijk verband is tussen de
onafhankelijke en de afhankelijke variabele.
Niet experimenteel onderzoek heeft geen manipulatie.
Manipulatie is doelgericht = je doet het met als doel de gevolgen van de manipulatie in
kaart brengen.
Prospectief = de manipulatie vindt met voorbedachten rade plaats
Prospectief in een experimenteel experiment (doelgericht X uitvoeren). Niet prospectief
in een niet experimenteel experiment (achteraf vaststellen X)
Controle = De onderzoek manipuleert en draag er zorg voor dat, behalve deze manipulatie,
andere zaken geen invloed hebben op de vergelijking van de experimentele situaties, zodat
verschillen tussen die situaties alleen maar veroorzaakt kunnen zijn door de manipulatie, om
interne validiteit te garranderen.
o Vb. Om erachter te komen of een bepaalde medicijn tegen hoofdpijn een reductie in hoofdpijn kan
veroorzaken geeft je één groep deelnemers een zoutoplossing en een andere een groep een medicijn
3
, tegen hoofdpijn. Als je nu ziet dat de door deelnemers gerapporteerde hoofdpijn lager is in de
groep die het medicijn heeft gebruikt, mag je concluderen dat het medicijn een reductie in
hoofdpijn heeft veroorzaakt. Misschien is dit te kort door de bocht; want wat nu als de
medicijngroep vanaf het begin al minder last had van hoofdpijn? En wat als deze groep bestaat uit
jongere en fittere deelnemers? Weet je dan nog steeds heel zeker of het medicijn wel werkzaam is?
Dit soort vragen zijn heel belangrijk voor de conclusie en hebben betrekking op de interne
validiteit.
Oorzakelijke relaties = door prospectieve manipulatie van de werkelijkheid en het
controleren van andere potentiële veroorzakers kunnen oorzakelijke relaties worden
vastgesteld.
Onafhankelijke variabele (OV) = variabele waarvan het effect wordt onderzocht door deze
systematisch te variëren (manipulatie)
o Door deze in verschillende niveaus aan te bieden (condities), vb: interventie vs. controle
interventie, medicijn vs. placebo
TT = goede terminologie geven op tentamen betreffende definities uit college 1
Afhankelijke variabele (AV) = variabelen waarop de effecten van de experimentele variatie
wordt gemeten (uitkomst parameter).
o Wordt niet gemanipuleerd
“In een experiment wordt onderzocht wat het effect van de OV op de AV is door het
vergelijken van de waarden van de AV voor de verschillende niveau’s van de OV”
o Vb: Heeft loopbandtraining effect op loopvaardigheid? OV = looptraining, Uitwerking = Controle
groep standaardlooptraining & Experimentele groep loopband training. AV = loopsnelheid,
mobiliteit, kracht etc.
Interne validiteit
Hoe zeker zijn we ervan dat de gevonden verschillen zijn veroorzaakt door de
experimentele manipulatie?
Interne validiteit = de mate waarin de verschillen die ik waarneem daadwerkelijk het gevolg
zijn van mijn experimentele manipulatie.
Zijn de verschillen die ik vind tussen condities te verklaren als effect van mijn experimentele
manipulatie en kan ik alternatieve verklaringen uitsluiten?
Interne validiteit laag = Indien alternatieve verklaringen voor een onderzoeksresultaat voor
de hand liggen. De resultaten hebben dan minder bewijskracht.
Hoe gerechtvaardigd is de conclusie van een experiment? Hangt er van af; Als behalve de
aangeboden interventies alle omstandigheden en groepskenmerken vergelijkbaar zijn, kun je
deze conclusie inderdaad trekken. Maar als bijvoorbeeld;
o De gemiddelde leeftijd anders is in de groepen
o De mobiliteit bij aanvang van het experiment verschilt tussen de groepen
o De kwaliteit van de trainers verschilt tussen beide condities
o Er in de ene groep veel meer mannen zitten dan vrouwen
dan zijn er mogelijk alternatieve verklaringen zijn voor het gevonden verschil.
Soorten bedreigingen van de interne validiteit:
o confounders = Variabele waarvan de effecten verward kunnen worden met die van de
OV (confound = verwart).
Heeft invloed op de AV
Correleert met de OV
Wordt niet veroorzaakt door de OV
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evelienoverbeek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.