Uitgebreide hoorcollegeaantekeningen van alle hoorcolleges Arbeidsovereenkomstenrecht 2018/2019.
Zelf heb ik een 8 gehaald voor dit vak.
(Er kunnen enkele schrijffouten in de tekst zitten ivm de snelheid van het typen. Qua inhoud klopt het wel).
AOrecht is ooit als beschermingsrecht ontstaan. Lange werkdagen, lage lonen,
geen bescherming tegen gevaar etc. Zo’n WN is toch een zwakke partij. Daarom
hebben wij het beschermingsrecht.
Vraag blijft altijd: waarom is de WN zwak tov de WG? Waar moet je dat in
zoeken? Afhankelijkheid van arbeidsinkomen. Voor levensonderhoud volledig
afhankelijk van arbeidsinkomen. Daarvoor heb je toch een WG nodig. Die WG
heeft het werk. Om te kunnen leven moet jij geld binnenhalen, meestal door je
diensten aan te bieden. Zijn geen onderhandelingen tussen gelijkwaardige
partijen. Dus je moet grotendeels slikken wat de WG je aanbiedt. Dat en
daarnaast zou je kunnen zeggen dat bij de WG meestal ook een grote
kennisvoorsprong zit, die jij niet hebt. Dus dat bij elkaar maakt dat de WN
economisch zwakke, afhankelijke partij is tov de WG. Dat wordt nog eens
versterkt als je je bedenkt dat een arbeidsOVK meer is dan alleen financieel het
hoofd boven het water houden. Status, ontplooiing etc. Dat maakt dat die
ongelijkheid tussen partijen zich extra doet voelen. Daarvoor is het arbeidsrecht
ontstaan.
Die ongelijkheidsfunctie is nog steeds de belangrijkste functie van het
arbeidsrecht. Daarnaast ook de ordeningsfunctie van het arbeidsrecht.
Inmiddels is de arbeidsrechtelijke bescherming enorm opgetuigd, mede door
invloed van de EU.
Dia 3: de keerzijde is wat wij nu steeds meer voelen en zien. De keerzijde is
natuurlijk dat iemand voor jou laten werken obv een arbeidsOVK best heel erg
kostbaar is en lastig. Al die regeltjes die word jij wel geacht te kennen en netjes
uit te voeren. Dat is de keerzijde. Zulke zware WGverplichtingen leidt tot
onderduikingsgedrag. Die zoekt wegen om onder die zware WGverplichting uit
te komen. Dat kan door te zeggen: ik probeer met zo’n klein mogelijke vast kern
WN op basis van een vast contract klein te houden en daaromheen organiseer ik
een flexibele schil. Als die mensen ziek worden of niet blijken te voldoen, dan kan
ik makkelijk van ze af.
Kan je doen door:
1. Ze wel in dienst te nemen, maar dan flexibel.
2. Niet in dienst (geen ao): mensen die helemaal niet bij mij in dienst zijn zoals
uitzendkrachten. Ik heb slechts een feitelijke relatie met die WN. Kan relatief
duur zijn. Maar soms ook zzp’ers. Die groep zzp’ers etc. wordt heel groot. Zitten
nu boven een miljoen zzp’ers. Die kunnen veel goedkoper zijn dan
uitzendkrachten.
Ook een groep zzp’ers die min of meer gedwongen zzp’ers zijn. Gedwoningen
zelfstandigen kan je dat noemen, soms ook schijnzelfstandigen. Zijn in
werkelijkheid WN, alleen de bescherming krijgen ze niet. Is een hele heterogene
,groep. Een deel is problematisch. Ook voor de niet-problematische groep, is die
oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden.
Bijv grote bouwprojecten: zie je timmerlieden rondlopen, doen precies hetzelfde
werk en krijgen dezelfde constructies van dezelfde persoon, maar de een is ZZP-
timmerman. Enige verschil is soms dat ZZP-timmerman eigen gereedschap mee
heeft. Klopt het nou wel dat wij die 2 groepen zo anders behandelen? Die ZZP-
timmerman bouwt geen pensioen op etc.
Dia 4: waarom zou een werkende zeggen van ik wil eigenlijk wel als zzp’er aan
de slag? IB = de ZZP’er. Die twee krijgen hetzelfde bruto bedrag. WN moet daar
ongv 28% bij minimumloon aan belasting en premiedruk betalen. ZZP-collega is
maar 3% kwijt aan belastingdruk. Dus die zou 97% van wat hij in handen krijgt
gewoon netto besteedbaar heeft. Als hij zegt van, ik reserveer wel voor de risico’s
waar de WN zelf voor is verzekerd, dan gaat er 10% af en is hij 30% kwijt maar
houdt hij nog steeds meer over. Altijd blijft die ZZP’er veel meer in handen
houden dan de WN, zie ook 2e en 3e tabel bij meer inkomen.
Wat we wel zien is dat we de ZZP’er enorm fiscaal faciliteren.
Wat is nou de prikkel voor de opdrachtgever/WG om voor een ZZP’er te gaan ipv
WN? Zit precies daarin. De IB ondernemer houdt 97% over en anders 87%. Maar
krijgt de werkende dat in handen? Dat is maar de vraag. Bij een afhankelijke
ZZP’er heb je niet zo’n goede onderhandelingspositie, dus wie steekt dat
bruto/netto in z’n zak? Dat is de opdrachtgever.
Dia 5: opdrachtgever betaalt hetzelfde nettobedrag. Als ik dat bedrag aan mijn
werkende wil betalen, daar moet ik daar bij een WN nog zo’n 40% bij optellen.
Bij verzekerde ZZP’er 16%, maar voor degene die dat niet doet (de meesten) is
3%. Want een deel hiervan wordt door de fiscus betaald.
Dia 6: is in Europa ook opgevallen dat dat in NL redelijk problematisch is.
Dia 7: Moraal van dit verhaal. Hoe kunnen wij er nou voor zorgen dat we die
beschermingswaardige groep weer onder de bescherming krijgen? Dit wordt wel
als problematisch gezien.
Wat je in ieder geval moet doen is die hele sterke facilitering van het ZZP’er-
schap aanpakken.
EU heeft het idee geïntroduceerd naar single open ended contract. Is heel lastig
om daar op te zien of dat wat gaat worden.
Je wil werkenden meer bescherming bieden en dat leidt soms tot het tegendeel.
Vb van ketenregeling: je hebt een aantal tijdelijke contracten, na een max
opvolgende contracten of duur wordt dat contract omgezet in een vast contract.
Belangrijk is dat dat vaste contract niet zomaar eindigt. Voor WWZ werd het na 3
jaar vast contract. In 2015 werd gezegd: WN moeten eerder van tijdelijk naar
,vast gaan. Dus driejaarstermijn naar tweejaars. Is gunstig voor de WN. Was toch
niet zo’n goed idee: tegendeel gebeurde.
We hebben nu het WAB: voorgestelde maatregel is om weer van 2 naar 3 jaar te
gaan.
Dia 8: dit is waar men nu aan denkt. Op een hele nieuwe manier kijken naar of
wij werkenden onder een AO drukken of niet. Idee is van: we kunnen niet alle
problemen oplossen met kwalificatie, dat lukt niet. Dus laten wij dan primair
kijken naar het tarief dat een werkende hanteert. Als jij onder de 18 euro zit, dan
zit je gewoon verplicht vast aan een AO als het om reguliere bedrijfsactiviteiten
gaat. Zo niet, dan moet het ook nog een bepaalde duur hebben.
Laag tarief = in principe AO.
Hoog tarief = dan kan je zelfs opt-out kiezen. Dat kan nu niet.
II. Kwalificatie arbeidsovereenkomst
Wat is nou volgens het huidige recht een OVK een AO? Staat in art. 7:610 BW.
Criteria waaraan moet zijn voldaan staat erin. Gedurende zekere tijd heeft niet
echt een onderscheidend vermogen, dus is geen onderscheidend criterium. AO
kan 1 dag duren, arbeidsOVK jaren.
Met name de gezagsverhouding blijkt vaak lastig, maar soms is arbeid ook al
lastig.
Als aan die criteria wordt voldaan, dan is er zonder keuze een AO. Ook als beide
partijen dat niet willen. Dan moet je anders met elkaar te werk gaan.
A. Arbeid
Wat is arbeid? Waarom verricht ik nu arbeid? Ik heb krachtens mijn arbeidsOVK
afgesproken dat ik bepaalde werkzaamheden zou doen. En ik ben ook echt aan
het werk. Maar wat als ik wel lig te slapen? Dan kan ik toch arbeid verrichten. Als
lerares niet, maar artsen wel. Het is dus op zich niet perse iets actiefs. Je kan
liggen slapen en toch arbeid verrichten.
Zie bijv Jaeger-arrest: ging om aanwezigheidsdiensten. Je moet als arts aanwezig
zijn in een ziekenhuis. Je mag dan best slapen, als er een spoedgeval is word jij
opgetrommeld en ga je aan het werk. Waar het dan om gaat is dat je op dat
moment op een door de WG aangewezen locatie aanwezig moet zijn om
voorkomende werkzaamheden te verrichten. Jij bent dan afgescheiden van je
thuissituatie. Kan niet vrijelijk over je tijd beschikken. En dus wordt dat ook
gezien als arbeid. De beloning mag anders zijn dan voor gewone arbeid. Dat is
iets anders dan een bereikbaarheidsdienst, dan kan je wel gewoon thuis zijn en
zit je in de thuissituatie.
Ter beschikking staan vd WG op een door hem aangewezen locatie = arbeid en =
arbeidstijd.
, Stage- of leerOVK: als je betaald krijgt is het meestal toch geen AO omdat een
stage, je vooral bezig bent met je eigen kennis en ervaring. Niet zozeer met
productief werk voor de WG. Hetzelfde geldt voor de au pair. Met het idee om
een andere cultuur te leren kennen en een taal te leren. In de praktijk blijk je
vooral aan het werk te zijn voor het gezin: dan kan het wel een arbeidsOVK zijn.
Beurspromovendi: ging om die van de UVA. Groningen bleken geen WN te zijn,
lag in de gezagsverhouding. In beide gevallen heeft de rechter gezegd dat ze
arbeid verrichten. Wel degelijk arbeid.
Moeilijk bemiddelde werklozen die werkervaring opdoen via re-
integratiebedrijf: deze mensen doen ervaring op, in principe gaat het niet om
waardevolle arbeid.
A. Arbeid – kortom:
Steeds vaststellen waar het zwaartepunt van de OVK ligt. Daar moeten we vooral
naar kijken. Daarnaast moet het wel gaan om persoonlijke arbeidsverrichting.
A. Arbeid (dia 13)
Als ik mij zo maar door een ander kan laten vervangen, zonder toestemming van
de WG, dan is er geen arbeidsOVK. Vergaande vrijheid. Moet een NP zijn.
Stichting Thuiszorg/PGGM: alleen NP kunnen WN zijn. Als er een OVK is tussen
Thuiszorg en die managementBV, dan kan het dus geen AO zijn. In dit geval werd
geoordeeld dat het niet meer was dan een schijnconstructie en dus wel gewoon
een AO. Grap was dat partijen het helemaal niet wouden, maar het was een
lachende derde: het pensioenfonds. Daarmee harkte dat pensioenfonds echt
duizenden euro’s binnen.
B. loon (dia 14)
Kost en inwoning is ook loon.
Onkostenvergoeding kan wat lastiger zijn. Bv een vrijwilliger die voor je
vereniging werkt, die heeft reiskosten en die worden vergoed. Dan is dat geen
loon. Betaal je nou het verviervoudigde van de reiskosten aan een
amateurvoetballer, dan kan het wel loon zijn voor het bovenmatige deel en dus
wel een AO.
Fooien en gratificatie even opzoeken.
C. Gezagsverhouding (dia 15)
De ondergeschiktheidsrelatie / in dienst van. Het eerste waar we naar kijken en
wat het ook vaak makkelijk maakt is een duidelijke materiële
instructiebevoegdheid. Maar we hebben ook formeel gezag naast dat materiële
gezag, werkorganisatorische instructies. Inbedding in arbeidsorganisatie: wat
zijn de werktijden/welke vakken geef je/vakantieperiodes etc. Dat is allemaal
wat je formeel gezag zou kunnen noemen.
Wat soms ook voldoende kan zijn, ook al ontbreekt die inhoudelijke
instructiebevoegdheid, dan kan het voldoende zijn (maar hoeft niet). Dit is een
heel lastig criterium, kan alle kanten op.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liannevanderwerf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.