Q2 – CSI
DISEASE IN NUMBERS
Epidemiologie: het besturen van het ontstaan, de aanwezigheid en de verspreiding van ziektes in de
populatie
Prevalentie: aantal mensen dat ziekte heeft op bepaald moment
𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑚𝑒𝑛𝑠𝑒𝑛 𝑚𝑒𝑡 𝑧𝑖𝑒𝑘𝑡𝑒 𝐷
prevalentie = 𝑝𝑜𝑝𝑢𝑙𝑎𝑡𝑖𝑒 𝑎𝑡 𝑟𝑖𝑠𝑘
Incidentie: aantal nieuwe mensen dat ziekte krijgt
𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑛𝑖𝑒𝑢𝑤𝑒 𝑔𝑒𝑣𝑎𝑙𝑙𝑒𝑛 𝑣𝑎𝑛 𝑧𝑖𝑒𝑘𝑡𝑒 𝐷
incidentie = 𝑝𝑜𝑝𝑢𝑙𝑎𝑡𝑖𝑒 𝑎𝑡 𝑟𝑖𝑠𝑘
↪ toename prevalentie/ incidentie: populatie groter/ verouderd, vaker getest, meer risicofactoren
Deaths/ Cures: aantal beëindigde ziektegevallen
Populatie at risk: risicogevallen
↪ ook van belang om de risicoperiode te definiëren (dag, maand, jaar etc)
Mortaliteit: sterfte in bepaalde periode t.o.v. populatie
Recidief: het opnieuw optreden van ziekte nadat die tijd verdwenen was
Epidemie: concentratie van nieuwe gevallen in de tijd
↪ herkend door epidemische curve die opkomst en ondergang van gevallen van ziekte in populatie in
loop van tijd laat zien
Pandemie: als ziekte bijzonder wijdverspreid is
Onderzoeksdesigns:
- Dwarsdoorsnede onderzoek: Deelnemers geselecteerd uit representatieve dwarsdoorsnede
van totale groep waarop de onderzoeksvraagstellingen betrekking hebben
• Determinanten en ziekte-uitkomsten gemeten en verband hiertussen bestudeerd
• Richt zich op bepaald moment in de tijd
↪ nadeel: geen tijdsdimensie
- Randomized controlled trial (RCT): proefpersonen random toegewezen aan een groep
• Ene groep krijgt bestaande interventie, andere groep krijgt de te onderzoeken
interventie
• Invloed van bepaalde interventie bepaald
- Case series/ case report: zeldzame en bijzondere casussen gerapporteerd.
• Op basis hiervan kan hypothese geformuleerd worden die in ander onderzoek getoetst
kan worden.
- Cohortstudie:
• Prospectieve cohortstudie: onderzoeksgroepen geselecteerd op determinant.
Vervolgens deelnemers gevolgd over bepaalde tijdsperiode.
▪ Gekeken naar incidentie
• Retroperspectieve cohortstudie:
gekeken naar blootstelling in
verleden en incidentie in heden.
, Q2 – CSI
Deelnemers bij cohort moeten bij aanvang ziektevrij zijn, zodat ze onderdeel zijn van populatie at risk
↪ Zo kan cumulatieve incidentie berekend worden
Cumulatieve incidentie CI: wat het absolute risico is voor het krijgen van ziekte in bepaalde populatie
𝐴 𝐶
CI+ = 𝐴+𝐵 en CI- = 𝐶+𝐷
Attributief risico AR: extra risico ziekte na blootstelling, naast risico dat ook nietblootgestelden hebben
AR = CI+ – CI-
Relatief risico RR: hoeveel groter de kans is dat iemand die blootgesteld is de ziekte krijgt
𝐶𝑙+
RR = 𝐶𝑙−
- Patiënt-controle onderzoek/ case-control study: groep patiënten met ziekte (case) vergeleken
met groep proefpersoenen zonder de ziekte (control). Vervolgens terug in tijd gekeken om
frequentie van blootstelling aan determinanten in beide groepen te meten.
↪ Incidentie kan niet bepaald worden, omdat proefpersonen al geselecteerd zijn op bestaande ziekte.
↪ Er kan wel worden bepaald wat de invloed is van de determinanten op de ziekte: odds ratio
DISEASE IN NUMBERS
Epidemiologie: het besturen van het ontstaan, de aanwezigheid en de verspreiding van ziektes in de
populatie
Prevalentie: aantal mensen dat ziekte heeft op bepaald moment
𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑚𝑒𝑛𝑠𝑒𝑛 𝑚𝑒𝑡 𝑧𝑖𝑒𝑘𝑡𝑒 𝐷
prevalentie = 𝑝𝑜𝑝𝑢𝑙𝑎𝑡𝑖𝑒 𝑎𝑡 𝑟𝑖𝑠𝑘
Incidentie: aantal nieuwe mensen dat ziekte krijgt
𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑛𝑖𝑒𝑢𝑤𝑒 𝑔𝑒𝑣𝑎𝑙𝑙𝑒𝑛 𝑣𝑎𝑛 𝑧𝑖𝑒𝑘𝑡𝑒 𝐷
incidentie = 𝑝𝑜𝑝𝑢𝑙𝑎𝑡𝑖𝑒 𝑎𝑡 𝑟𝑖𝑠𝑘
↪ toename prevalentie/ incidentie: populatie groter/ verouderd, vaker getest, meer risicofactoren
Deaths/ Cures: aantal beëindigde ziektegevallen
Populatie at risk: risicogevallen
↪ ook van belang om de risicoperiode te definiëren (dag, maand, jaar etc)
Mortaliteit: sterfte in bepaalde periode t.o.v. populatie
Recidief: het opnieuw optreden van ziekte nadat die tijd verdwenen was
Epidemie: concentratie van nieuwe gevallen in de tijd
↪ herkend door epidemische curve die opkomst en ondergang van gevallen van ziekte in populatie in
loop van tijd laat zien
Pandemie: als ziekte bijzonder wijdverspreid is
Onderzoeksdesigns:
- Dwarsdoorsnede onderzoek: Deelnemers geselecteerd uit representatieve dwarsdoorsnede
van totale groep waarop de onderzoeksvraagstellingen betrekking hebben
• Determinanten en ziekte-uitkomsten gemeten en verband hiertussen bestudeerd
• Richt zich op bepaald moment in de tijd
↪ nadeel: geen tijdsdimensie
- Randomized controlled trial (RCT): proefpersonen random toegewezen aan een groep
• Ene groep krijgt bestaande interventie, andere groep krijgt de te onderzoeken
interventie
• Invloed van bepaalde interventie bepaald
- Case series/ case report: zeldzame en bijzondere casussen gerapporteerd.
• Op basis hiervan kan hypothese geformuleerd worden die in ander onderzoek getoetst
kan worden.
- Cohortstudie:
• Prospectieve cohortstudie: onderzoeksgroepen geselecteerd op determinant.
Vervolgens deelnemers gevolgd over bepaalde tijdsperiode.
▪ Gekeken naar incidentie
• Retroperspectieve cohortstudie:
gekeken naar blootstelling in
verleden en incidentie in heden.
, Q2 – CSI
Deelnemers bij cohort moeten bij aanvang ziektevrij zijn, zodat ze onderdeel zijn van populatie at risk
↪ Zo kan cumulatieve incidentie berekend worden
Cumulatieve incidentie CI: wat het absolute risico is voor het krijgen van ziekte in bepaalde populatie
𝐴 𝐶
CI+ = 𝐴+𝐵 en CI- = 𝐶+𝐷
Attributief risico AR: extra risico ziekte na blootstelling, naast risico dat ook nietblootgestelden hebben
AR = CI+ – CI-
Relatief risico RR: hoeveel groter de kans is dat iemand die blootgesteld is de ziekte krijgt
𝐶𝑙+
RR = 𝐶𝑙−
- Patiënt-controle onderzoek/ case-control study: groep patiënten met ziekte (case) vergeleken
met groep proefpersoenen zonder de ziekte (control). Vervolgens terug in tijd gekeken om
frequentie van blootstelling aan determinanten in beide groepen te meten.
↪ Incidentie kan niet bepaald worden, omdat proefpersonen al geselecteerd zijn op bestaande ziekte.
↪ Er kan wel worden bepaald wat de invloed is van de determinanten op de ziekte: odds ratio