100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Verbintenissenrecht c.s. samenvatting Bijzondere overeenkomsten - duidelijk en volledig - alle voorgeschreven hoofdstukken $4.28   Add to cart

Summary

Verbintenissenrecht c.s. samenvatting Bijzondere overeenkomsten - duidelijk en volledig - alle voorgeschreven hoofdstukken

 101 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Duidelijke en volledige samenvatting van het boek Bijzondere overeenkomsten, alle voorgeschreven hoofdstukken: 1, 2, 6, 9 t/m 12, 18 t/m 21. Voorzien van wetsartikelen waar mogelijk, verwijzingen naar relevante jurisprudentie, etc.

Preview 10 out of 62  pages

  • No
  • H 1, 2, 6, 9 t/m 12, 18 t/m 21.
  • October 19, 2018
  • 62
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Bijzondere overeenkomsten
Samenvatng RUG 2018/2019


Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Algemene inleiding................................................................................................................... 2

Hoofdstuk 2: Koopovereenkomst................................................................................................................... 4

Hoofdstuk 6: Schenking................................................................................................................................ 15

Hoofdstuk 9: Opdracht................................................................................................................................. 20

Hoofdstuk 10: Lastgeving............................................................................................................................. 25

Hoofdstuk 11: Bemiddelingsovereenkomst.................................................................................................. 29

Hoofdstuk 12: Agentuurovereenkomst......................................................................................................... 32

Hoofdstuk 18: Personenvennootschappen................................................................................................... 38

Hoofdstuk 19: Borgtocht.............................................................................................................................. 47

Hoofdstuk 20: Vaststellingsovereenkomst.................................................................................................... 51

Hoofdstuk 21: Verzekering........................................................................................................................... 55




1

,Hoofdstuk 1: Algemene inleiding
1.1 Introducte
Onderscheid wordt gemaakt tussen benoemde en onbenoemde overeenkomsten. Met benoemde
overeenkomsten doelt men op de bijzondere overeenkomsten die in Boek 7 BW zijn beschreven.
Onbenoemde overeenkomsten zijn niet in Boek 7 beschreven. De aard en inhoud van onbenoemde
overeenkomsten wordt vooral bepaald door de uitleg van de overeenkomst, waarbij op grond van de
redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 BW) naar analogie aansluitng gezocht kan worden bij wetelijke
regelingen.

1.2 Boek 7
Het BW gaat uit van een open contractensysteem: partjen zijn vrij in het sluiten van overeenkomsten en
het bepalen van de inhoud daarvan. Deze contractsvrijheid wordt beperkt door dwingendrechtelijke
bepalingen, zoals:
- Vormvoorschrifen (art. 3:39 BW)
- Goede zeden en openbare orde (art. 3:40 lid 1 BW)
- Wetgeving van bijzondere aard (art. 3:40 lid 2 en 3 BW)
- Algemene voorwaarden (art. 6:246 BW)
- Onvoorziene omstandigheden (art. 6:258 jo 250 BW)

Omdat partjen vaak niet alles volledig regelen bij overeenkomst, biedt Boek 7 regels van aanvullend
recht. Spreken partjen zelf iets af, dan zijn deze wetsartkelen niet op de overeenkomst van toepassing.

Daarnaast dient de contractsvrijheid soms beperkt te worden. Algemene beperkingen vindt men in de
redelijkheid en billijkheid, bijzondere beperkingen hebben betrekking op een bepaalde overeenkomst. Zie
bijv. art. 6:233 sub a BW voor de onredelijke bezwaardheid van algemene voorwaarden.

De toepasselijkheid van een bepaalde ttel op een overeenkomst tussen partjen wordt niet
bewerkstelligd door de benaming die partjen aan hun overeenkomst geven. Doorslaggevend is of de
overeenkomst naar de door partjen bedoelde inhoud onder de wetelijke omschrijving van een bepaalde
overeenkomst valt. Partjen kunnen dus niet d.m.v. benaming onder beschermingsregels uit de wet
uitkomen.

Boek 7 kent verschillende soorten artkelen:
1. Bepalingen van dwingend recht, deze kunnen door partjen niet worden weg gecontracteerd.
Bepalingen in strijd met deze bepalingen van dwingend recht zijn nietg (art. 3:40 lid 2 BW).
2. Vormvoorschrifen, zoals het schrifelijkheidsvereiste. Worden deze voorschrifen niet gevolgd,
dan volgt nietgheid van de verrichte rechtshandelingen (art. 3:39 BW).
3. Bepalingen die betrekking hebben op bewijslast of de toelaatbaarheid van bewijsmiddelen.

Boek 7 biedt vooral bescherming aan de zwakke partj binnen een overeenkomst. Denk aan de
consument, huurder, patint, etc.

1.3 Boek 7 als onderdeel van het vermogensrecht
Boek 7 regelt niet alles. Vanwege de gelaagde structuur dient men voor algemene begrippen veelal terug
te grijpen op Boek 3 en Boek 6 BW. Boek 7 is bijzonder ten opzichte van de algemene regels in Boek 3 en
Boek 6. Daarom dient Boek 7 gevolgd te worden wanneer de bepalingen uit Boek 3 en Boek 6 met Boek 7
botsen.

Art. 6:215 BW regelt het wetelijk regime wanneer sprake is van een gemengde overeenkomst. In dat
geval zijn de regels naast elkaar van toepassing (cumulatetheorie).




2

,Schakelbepalingen zorgen voor analoge toepassing van een of meerdere wetsartkelen op een andere,
vergelijkbare situate. Deze vrijheid heef de rechter altjd al, maar in dit geval benadrukt de wetgever
deze toepasselijkheid.
De schakelbepaling zorgt voor een duidelijke verdeling in de bewijslast: degene die meent dat de aard en
inhoud van de overeenkomst zich tegen deze analoge toepassing verzeten, dient dat te stellen en te
bewijzen.

Ten slote vindt men in de wet ook bepalingen die de toepassing van bepaalde onderdelen op een fguur
niet toestaan, of slechts onder voorwaarden toestaan. Twee voorbeelden:
- Art. 7:900 lid 4 BW: de ttel vaststellingsovereenkomst is niet van toepassing op een
overeenkomst van arbitrage.
- Art. 7:443 BW: een concurrentebeding met een handelsagent is slechts geldig indien is voldaan
aan de genoemde vooraarden.

1.4 Boek 7 en haar toekomst
(niet meer geheel actueel)

1.5 Boek 7A
(niet meer geheel actueel)

1.6 Uitbouw in Boek 7
Europa heef een belangrijke invloed op de vormgeving en inhoud van Boek 7. De betekenis van deze
artkelen wordt uitgelegd door het Hv,, het Europees recht speelt daarin een belangrijke rol.




3

,Hoofdstuk 2: Koopovereenkomst
2.1 Algemene opmerkingen
Titel 1 van Boek 7 heef betrekking op de koopovereenkomst. Op een koopovereenkomst betrefende
roerende zaken tussen partjen die in verschillende verdragsluitende staten gevestgd zijn, is het Weens
Koopverdrag van toepassing, tenzij dit uitdrukkelijk door partjen wordt uitgesloten.

Titel 7.1 is van aanvullend recht en geldt dus alleen wanner partjen zelf niets zijn overeengekomen. Een
uitzondering geldt voor de consumentenkoop: ingevolge art. 7:6 BW is een groot deel van de ttel van
dwingend recht inzake consumentenkoop.

Voor een geldige koop ex art. 7:1 BW is nodig dat aan de eisen van art. 3:84 BW is voldaan:
- Geldige ttel
- Beschikkingsbevoegdheid
- Levering
Voor de defnite van een zaak wordt teruggegrepen op art. 3:2 BW: een voor menselijke beheersing
vatbaar stofelijk object.

Art. 7:50 BW bepaalt dat de regels rondom koop ook van toepassing zijn op een ruilovereenkomst. Betaal
je dus niet in geld, maar geef je een zaak terug, dan voldoe je niet aan art. 7:1 BW maar is de ttel
ingevolge art. 7:50 BW wel van toepassing.

De koopovereenkomst doet zich ook in andere hoedanigheden voor:
- Consumentenkoop (zie art. 7:5 BW)
- Koop van een onroerende zaak (art. 7:2 en 3 BW)
- Koop van een vermogensrecht (art. 7:47 en 48 BW)

Van een consumentenkoop (art. 7:5 BW) is sprake wanneer is voldaan aan drie consttuteve eisen:
1. Het moet gaan om een koopovereenkomst met betrekking tot roerende zaken
 Zaken = art. 3:2 BW, dus geen vermogensrechten
 Roerend = niet onroerend, dus niet de koop van een huis
2. De koper is een natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
Hierbij ligt de bewijslast bij de koper; hij moet aantonen dat hij handelde als consument.
3. De verkoper moet wel handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Wanneer een
consument een roerende zaak verkoopt aan een andere consument is er dus geen sprake van
consumentenkoop.

Voor de consumentenkoop zijn extra bepalingen opgenomen. Tevens bepaalt art. 7:6 BW dat de
bepalingen in Titel 1 ten aanzien van de consumentenkoop van dwingend recht zijn. Bedingen strijdig met
de wetelijke bepalingen zijn derhalve vernietgbaar op grond van art. 3:40 lid 2 BW.

Art. 7:6 lid 2 BW bepaalt dat niet alle artkelen uit Titel 1 van dwingend recht zijn. Zo kan wel worden
afgeweken van bijv. de artkelen 7:12 en 13, waarbij afwijking hiervan in de algemene voorwaarden wordt
geacht onredelijk bezwarend te zijn.

2.2 Koop: totstandkoming
Een koopovereenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding (art. 6:217 BW). Voor
totstandkoming is vereist dat overeenstemming is bereikt over de essentalia, zoals prijs en hoeveelheid.

Art. 7:4 BW: wanneer partjen geen prijs bedingen en dit ook niet essenteel achten voor de
overeenkomst, dan dient op grond van art .7:4 BW een redelijke prijs betaald te worden. Hebben partjen
over de prijs onderhandeld maar zijn zij niet tot overeenstemming gekomen, dan geldt art. 7:4 BW niet:
de prijs is dan een essenteel onderdeel van de overeenkomst en de overeenkomst is dus niet tot stand
gekomen.

4

,Men moet onderscheid maken tussen aanbod en de uitnodiging tot het doen van een aanbod of de
uitnodiging om in onderhandeling te treden. Er is pas sprake van een aanbod wanneer de aanbieder door
aanvaarding zonder enig voorbehoud verbonden wenst te raken. Hiervan is geen sprake wanneer partjen
nog moeten overleggen, bijv. bij de koop van een huis.

De aanvaarding van een aanbod heef efect op het moment dat de aanvaarding de geadresseerde heef
bereikt (art. 3:37 lid 3 BW).

Art. 7:7 BW heef bijzondere regels over aanbod en aanvaarding in het geval een zaak is toegezonden
zonder dat de ontvanger hierom gevraagd heef.

Ook art. 7:45 BW, m.b.t. koop op proef, is een bijzondere regeling. Dit artkel bepaalt namelijk dat onder
koop op proef wordt verstaan de koopovereenkomst onder opschortende voorwaarde dat de zaak
voldoet. Voldoet de zaak niet, dan kan de aspirant-koper de zaak retourneren en is de koopovereenkomst
nooit tot stand gekomen. Of de zaak voldoet, kan beoordeeld worden door twee benaderingen:
1. Subjecteve voorwaarde: de koper mag beoordelen of de zaak hem persoonlijk bevalt. Het gaat
hier dan om persoonlijke eisen die de koper heef. Het gaat dan bijv. om een fets die minder
prettig fetst dan gedacht.
2. Objecteve voorwaarde: de zaak voldoet alleen niet wanneer deze ongeschikt is voor het beoogde
gebruik. Het gaat dan om een fets waar in het geheel niet op gefetst kan worden, los van
eventueel gebruiksgemak.
Of de geschiktheid van de zaak beoordeeld moet worden naar subjecteve of objecteve maatstaf moet
blijken uit de overeenkomst, waarbij waarde wordt gehecht aan het Haviltex-criterium.
 Zie art. 7:17 BW voor de algemene regels rondom conformiteit van zaak m.b.t. een
koopovereenkomst.

In sommige gevallen heef de koper een bedenktjd. Deze bedenktjd blijkt uit de wet. Het resultaat van
een bedenktjd is dat de koper in deze periode het gekochte mag retourneren zonder opgaaf van reden.
De koopovereenkomst wordt daarna ontbonden. Voorbeelden:
- Koop van woningen (art. 7:2 BW)
- Colportage (art. 6:230t BW)
- Op afstand gesloten overeenkomsten tot het leveren van zaken en diensten (art. 6:230o BW)

2.3 Koop: vernietging
Titel 7.1 heef geen aparte regels over nietgheid en vernietgbaarheid van een overeenkomst en dus
gelden de algemene regels van Boek 3. Zo leidt nietgheid en vernietgbaarheid tot aantastng van de
geldigheid van de koopovereenkomst met terugwerkende kracht (art. 3:53 BW). Een overeenkomst kan
ook deels vernietgd worden (art. 3:41 BW).

Een koopovereenkomst is vernietgbaar indien sprake is van een wilsgebrek, zoals dwaling, bedrog,
bedreiging of misbruik van omstandigheden (art. 3:44 en 6:228 BW).

2.4 Verplichtngen koper
Art. 7:9 BW geef de twee hoofdverplichtngen van de koper:
1. Hij moet de zaak met toebehoren in eigendom overdragen
2. Hij moet de zaak aan de koper afeveren
Ook vereist art. 7:17 BW dat de zaak aan de overeenkomst beantwoordt.

Voor eigendomsoverdracht is art. 3:84 BW van belang. Er moet sprake zijn van een geldige ttel, een
beschikkingsbevoegde verkoper en een leveringshandeling.

Uit art. 7:15 BW blijkt dat de zaak moet worden overgedragen zonder bijzondere lasten en beperkingen,
met uitzondering van beperkingen die door de koper uitdrukkelijk zijn aanvaard.

5

,Lid 2 regelt een situate die veelal bij de koop van onroerend goed van toepassing is. Het gaat hier om de
situate dat er een beperkt recht wordt gevestgd op de verkochte zaak, voordat deze zaak in eigendom is
overgedragen aan de koper, maar nadat de overeenkomst tussen partjen gesloten is. In dat geval komt
deze inschrijving voor risico van de verkoper, omdat hij de zaak nu niet meer onbezwaard overdraagt.

De koper die de zaak niet onbezwaard overdraagt, schiet tekort in de nakoming van zijn verplichtng en
daardoor kan de koper op grond van art. 6:74 jo. 6:95 of 6:265 BW schadevergoeding vorderen of de koop
ontbinden.

De tweede verplichtng van de verkoper ziet op het afeveren van de zaak aan de koper. Art. 7:9 lid 2 BW
bepaalt dat onder afeveren wordt verstaan ‘het stellen van de zaak in het bezit van de koper’.
Bezitsverkrijging is geregeld in art. 3:112 BW en geschiedt vaak via bezitsverschafng, maar ook de
mogelijkheden van art. 3:115 BW zijn van toepassing: levering CP, longa manu en brevi manu.

Is de zaak onder eigendomsvoorbehoud verkocht, dan geschiedt afevering door machtsverschafng (art.
7:9 lid 3 BW).

Voor wiens rekening de kosten die verbonden zijn met overdracht en afevering komen, wordt geregeld in
art. 7:12 BW. Zo komen de afeverkosten voor rekening van de verkoper, maar moet de koper de
overdrachtskosten betalen. Dit zie je o.a. terug bij de koop van een huis: de koper betaalt: ‘kosten koper’.

Art. 7:13 BW biedt enige verschillen bij de consumentenkoop. Zo kan bij een consumentenkoop
overeengekomen worden dat de afeverkosten (die ex art. 7:12 BW voor rekening van de verkoper
komen) toch voor de koper komen. Belangrijk is wel dat dit expliciet wordt overeengekomen tussen
partjen: een verkoper kan niet plotseling verzendkosten in rekening brengen.

Afevering heef twee gevolgen:
1. De koper heef vanaf dat moment recht op de natuurlijke en burgerlijke vruchten van de zaak.
2. Het risico van de zaak gaat op grond van art. 7:10 BW over op de koper, ook al is een
eigendomsvoorbehoud opgenomen en is de zaak dus nog niet overgedragen. De koper kan dan
niet meer ontbinden om zo van haar verplichtng tot betaling van de koopprijs af te komen: de
koopprijs blijf verschuldigd, ook al gaat de zaak in waarde achteruit door bijv. beschadiging.
De koper verliest zijn ontbindingsmogelijkheid dus op het moment van afevering.

Art. 7:10 BW heef ook betrekking op de juridische levering. Dit kan dus het geval zijn wanneer de zaak
nog niet in het bezit van de koper is (bijv. door CP levering). In dat geval gaat het risico over op de koper,
ook al kan hij nog niet over de zaak beschikken.

Art. 7:10 lid 1 slot BW voegt aan bovenstaande toe dat laakbaar gedrag van de verkoper er wel toe kan
leiden dat het risico bij de verkoper blijf liggen. Denk aan een verkoper die een juridisch geleverde
televisie buiten laat staan in een regenbui. In dat geval is de oorzaak van de achteruitgang aan de
verkoper toe te rekenen en komt deze achteruitgang voor zijn risico.

Art. 7:10 lid 2 BW bepaalt dat het risico al eerder op de koper over kan gaan indien hij niet meewerkt aan
de levering. De koper is dan in schuldeisersverzuim.

In art. 7:11 BW is een andere regeling opgenomen t.b.v. de consumentenkoop. Bij een consumentenkoop
gaat het risico namelijk pas over bij de feitelijke afevering, ongeacht of de juridische levering reeds eerder
heef plaatsgevonden. Wordt de zaak dan bijv. de volgende dag door de verkoper bezorgd, dan blijf
eventuele achteruitgang in kwaliteit voor risico van de verkoper, ook al heef de juridische levering reeds
plaatsgevonden.

De laatste verplichtng van de koper is het conformiteitsvereiste van art. 7:17 BW. In art. 7:18 BW zijn
vervolgens een aantal situates opgenomen m.b.t. de consumentenkoop.

6

,Of een zaak conform is, hangt af van verschillende elementen, waaronder:
- De aard van de zaak (nieuw of tweedehands)
- De hoogte van de prijs
- De omstandigheden waaronder de koop plaatsvond
- De mededelingen van de verkoper
Over de term ‘normaal gebruik’ uit art. 7:17 lid 1 BW bestaan veel discussies, vooral wanneer het bijv.
gaat over de levensduur van elektronische apparatuur.

Naast eventuele mededelingen van de verkoper is ook de onderzoeksplicht van de koper van belang. Deze
onderzoeksplicht blijkt uit art. 7:17 lid 2 BW ‘waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te twijfelen’. In
lid 5 wordt dit verduidelijkt: de koper kan zich niet op een non-conformiteit beroepen waarmee hij
bekend was of bekend kon zijn.

Er is veel verband tussen de mededelingsplicht en de onderzoeksplicht van verkoper en koper. Doet een
verkoper expliciete mededelingen over eigenschappen van een product, dan mag de koper uitgaan van de
juistheid daarvan. Op dat gebied vervalt dus zijn onderzoeksplicht. Ook wordt veel een verband gemaakt
met het leerstuk van de dwaling.

Voor consumenten geldt op grond van art. 7:18 BW een drietal aanvullende regels:
1. Men dient rekening te houden met serieuze mededelingen die openbaar zijn gemaakt door of ten
behoeve van een vorige of professionele verkoper. Denk hierbij aan reclame-uitngen van
fabrikanten of ketens.
2. Wanneer de verkoper gebrekkige montagevoorschrifen heef verstrekt, dan komt gebrekkige
installate of montage waardoor de zaak beschadigd raakt voor rekening van de verkoper
vanwege non-conformiteit.
3. In lid 2 staat een bewijsvermoeden, wat inhoudt dat de zaak wordt geacht non-conform te zijn
wanneer zich zes maanden na de afevering een gebrek voordoet.

Soms rusten er aanvullende verplichtngen op de verkoper, zoals een terugroepacte wanneer een
product onveilig blijkt te zijn, of de plicht om voor elektronische apparatuur gedurende een bepaalde
periode reparatemogelijkheden te bieden door bijv. reserveonderdelen op voorraad te hebben. Deze
verplichtngen vloeien voort uit art. 6:248 BW.

2.5 Gevolgen niet-nakoming door verkoper: actes van de koper
De koper heef de mogelijkheid tot opschortng wanneer de verkoper niet presteert (art. 6:52 en 6:262
BW). heef dit geen efect, dan heef de koper drie mogelijkheden:
1. Nakoming (art. 7:20-21 en 3:296 BW)
2. Ontbinding (art. 7:22 BW voor consumentenkoop)
3. Schadevergoeding (7:24, 36 en 37 en 6:74 BW)
In beginsel mag de koper kiezen welke acte hij inroept. Ten aanzien van de consumentenkoop is dat
anders: het recht op nakoming en ontbinding is aan nadere regels gebonden. Tevens wordt het recht op
schadevergoeding beperkt door de regeling m.b.t. productaansprakelijkheid (art. 6:185 e.v. BW).

Er kunnen vier vormen van nakoming worden onderscheiden:
1. Het ophefen van een last (art. 7:20 BW)
2. Afevering van het ontbrekende (art. 7:21 BW)
3. Herstel (art. 7:21 BW)
4. Vervanging (art. 7:21 BW)
Dit zijn allemaal vormen van nakoming, en daarom is geen ingebrekestelling ex art. 6:82 BW vereist. De in
lid 1 bedoelde verplichtngen dienen op grond van lid 2 en 3 kosteloos en binnen redelijke termijn
uitgevoerd te worden.




7

,Herstel of vervanging dient kosteloos te geschieden. Dit is echter onder sommige omstandigheden niet
redelijk, bijv. wanneer het gaat om herstel of vervanging van een 5 jaar oude motor die minimaal 10 jaar
behoort mee te gaan. In dat geval kan een gebruiksvergoeding gevraagd worden. Let op: een
gebruiksvergoeding inzake consumentenkoop is in het arrest Quelle sterk beperkt.

Uit de regel dat herstel kosteloos, binnen redelijke termijn en zonder ernstge overlast moet geschieden
kan soms voortvloeien dat iemand een vervangende zaak krijgt gedurende de periode van herstel.

Een consument heef sneller recht op herstel of vervanging, zie art. 7:21 lid 4 BW: herstel of vervanging is
slechts niet aan de orde wanneer de afgeleverde zaak onmogelijk te herstellen/vervangen is of van de
verkoper dit niet gevergd kan worden. Hierbij wordt vooral gekeken naar de kosten die de verkoper moet
maken. Zijn deze disproportoneel in verhouding tot de kosten voor de oefening van een ander recht, dan
is de verkoper niet gehouden tot herstel of vervanging.

De koper kan behalve nakoming ook – aanvullende of vervangende – schadevergoeding eisen. Voor
schadevergoeding gelden de normale regels van Boek 6. Daarom is vereist dat sprake is van een
toerekenbare tekortkoming in de nakoming (art. 6:74 lid 1 BW) en bovendien dient nakoming blijvend
onmogelijk te zijn, of de verkoper dient in verzuim te zijn (lid 2).

Een uitzondering is de richtlijn voor productaansprakelijkheid, zoals opgenomen in art. 6:185 e.v. BW.
heef een consument te maken met een gevaarlijk product, dan dient hij zich in beginsel tot de producent
te wenden en niet tot de verkoper. Art. 6:190 en 7:24 BW bieden hier beperkingen/uitbreidingen aan.

Wanprestate betekent dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming. Een tekortkoming is in beginsel
toerekenbaar indien de tekortkoming verband houdt met:
- De verplichtng het eigendom onbelast over te dragen (art. 7:15 BW)
- De verbintenis tot afevering (art. 7:9 BW)
- Wanneer expliciete garantes zijn gegeven omtrent deze eigenschappen

De hoogte en omvang van de schadevergoeding wordt bepaald aan de hand van art. 6:95 e.v. BW. Tevens
bieden art. 7:36-37 BW aanvullende regels voor de koopovereenkomst. Deze artkelen spreken over de
dagprijs en dekkingskoop.

Dagprijs: de schadevergoeding bij ontbinding is gelijk aan het verschil tussen de koopprijs en de dagprijs
ten dage van de niet-nakoming. Een voorbeeld: de koop van 100 kilo appels voor € 2,- per kilo. De appels
blijken rot te zijn. Op dat moment bedraagt de dagprijs € 3,- per kilo. Derhalve is de schadevergoeding
€ 1,- per kilo (€3,- minus € 2,-).

Dekkingskoop: de koop waartoe moest worden overgegaan omdat de oorspronkelijke koop niet doorging.
In dat geval betaalt de verkoper het verschil in prijzen. Een voorbeeld: een restauranthouder heef voor
€ 150,- aan rote garnalen gekocht en gaat snel nieuwe halen bij een andere verkoper voor € 210,-. In dat
geval is de eerste koper gehouden tot vergoeding van € 60,- aan de restauranthouder.

Bij de consumentenkoop dient art. 7:24 BW in samenhang met art. 6:190 BW gezien te worden. Wanneer
sprake is van een gebrekkig product dat schade veroorzaakt aan personen of andere zaken, dan kan op
grond van art. 6:190 BW de schade (personenschade en zaakschade van € 500,- of meer) op de producent
verhaald worden. Schade die niet bij de producent verhaald kan worden, kan op grond van art. 7:24 BW
bij de verkoper verhaald worden. Hierbij dient in ogenschouw te worden genomen dat de
transacteschade niet voor vergoeding door de producent in aanmerking komt.




8

,Een voorbeeld: de televisie van producent X die consument A bij verkoper B heef gekocht, ontplof. A
loopt brandwonden op aan haar handen en armen, haar laminaat is verwoest en natuurlijk is ook de
televisie kapot. Waar kan zij haar schade verhalen?
- Letselschade: bij de producent op grond van art. 6:190 BW
- Schade aan het laminaat: indien dit € 500,- of meer bedraagt bij de producent op grond van art.
6:190 BW. Schadebedragen lager dan € 500,- kunnen bij de verkoper gevorderd worden. De
verkoper heef dan een regresrecht ex art. 7:25 BW.
- Schade aan de televisie: het betref een non-conformiteit van het product (art. 7:17 BW) en dus
treedt de normale gang van zaken in werking: nakoming, schadevergoeding of ontbinding.
Art. 7:24 lid 2 BW biedt twee situates waarin de verkoper naast de producent aansprakelijk is voor de
schade waar de producent primair voor aansprakelijk is ex art. 6:190 BW. Het gaat dan om gebreken die
de verkoper kende of behoorde te kennen, dan wel garantes die zijn afgegeven door de verkoper, waarin
hij de afwezigheid van het gebrek had toegezegd.

Ten slote bestaat er onder omstandigheden de mogelijkheid tot ontbinding. De ontbinding van een
wederkerige overeenkomst wordt geregeld in art. 6:265 e.v. BW en omvat onder meer een
ongedaanmakingsverplichtng. Voor art. 6:265 BW is vereist dat sprake is van een tekortkoming in de
nakoming. Deze tekortkoming hoef dus niet toerekenbaar te zijn (vgl. de wanprestate van art. 6:74 BW).
Wel worden de volgende eisen gesteld:
- De tekortkoming mag niet van ondergeschikt belang zijn
- Nakoming moet blijvend of tjdelijk onmogelijk zijn
- Is nakoming wel mogelijk, dan moet eerst verzuim intreden ex art. 6:82 e.v. BW.

Ook partile ontbinding is mogelijk (art. 6:265 BW). Deze situate doet zich voor wanneer de koper het
gebrekkige product wel wenst te houden. In dat geval is de verkoper slechts gedeeltelijk nagekomen en
heef de koper recht op een verminderde koopprijs.

Wordt de koopovereenkomst ontbonden, dan is de koper gehouden het product terug te geven aan de
verkoper. Art. 7:10 lid 3 en 4 BW bepaalt voor wiens risico de zaak komt wanneer de koop is ontbonden.
Lid 3 bepaalt dat de zaak voor risico van de verkoper blijf wanneer de koper wenst te ontbinden of
vervanging wenst. Lid 4 bepaalt vervolgens dat de achteruitgang van de zaak door toedoen van de koper
voor rekening van de verkoper komt, waarbij de kantekening wordt geplaatst dat de koper zich als een
zorgvuldig schuldenaar jegens de zaak dient te gedragen.

Bovenstaande kan verklaard worden in het licht van de algemene bepalingen van art. 6:271 en 6:273 BW.
Zo is de koper bij ontbinding gehouden tot retournering van de zaak aan de verkoper. Dat de zaak hierbij
door zijn toedoen is achteruitgegaan, zorgt er niet voor dat de koper tekortschiet in de nakoming van de
ongedaanmakingsverplichtng. Wel dient de koper art. 6:273 BW in ogenschouw te houden: schendt hij de
zorgplicht, dan is hij schadevergoeding verschuldigd. Ook kan een beroep op vervanging dan niet meer
slagen: alleen herstel van het gebrek is toelaatbaar.

Art. 7:22 BW heef betrekking op de consumentenkoop en beperkt de keuzevrijheid van de consument
t.a.v. de mogelijkheden bij non-conformiteit. Dit blijkt grotendeels uit lid 2: de mogelijkheid tot ontbinding
(lid 1) ontstaat pas wanneer herstel en vervanging onmogelijk zijn of van de verkoper niet gevergd kunnen
worden, danwel wanneer de verkoper is tekortgeschoten in een verplichtng als bedoeld in art. 7:21 lid 3
BW (herstel/vervanging zonder ernstge overlast en binnen een redelijke termijn).

Art. 7:25 BW biedt bescherming aan de verkoper, die als tussenschakel tussen consument en producent
functoneert. Art. 7:25 BW bepaalt dat de anders zo normale exonerateclausules niet toegestaan zijn
wanneer het schade betref die de verkoper aan de consument heef moeten vergoeden wegens non-
conformiteit van een product. In dat geval heef de verkoper altjd de mogelijkheid deze schade te
verhalen bij de producent van de zaak. Dit is alleen anders indien sprake is van een situate als beschreven
in lid 3: indien de verkoper het gebrek kende of behoorde te kennen, of wanneer het gebrek is ontstaan
na levering van de zaak door de producent aan de verkoper.

9

, Garantes kennen bepaalde eigenschappen toe aan producten. Het ontbreken van deze eigenschappen
leidt in beginsel tot een toerekenbare tekortkoming in de nakoming door de verkoper/producent.
Garantes kunnen zowel expliciet als impliciet gegeven worden. Zo kan uitdrukkelijk beloofd worden dat
een product 12 maanden naar behoren zal werken, maar kan dit ook blijken uit de prijs van het product.
Denk aan een camera van € 2000,00.

De wet kent een aantal bepalingen die de posite van een garante bepalen, met name voor wat betref de
consumentenkoop. Zo bepaalt art. 7:6a BW dat een garante de wetelijke mogelijkheden van een
consument niet mag beperken: garantes werken onverminderd alle andere rechten of vorderingen die de
wet de koper toekent.

Hier voegt art. 7:6 BW aan toe dat niet ten nadele van consumenten mag worden afgeweken van de
artkelen uit de afdelingen 1-7. Dit betekent dat een garante dus niet de algemene mogelijkheid tot
ontbinding ex art. 7:21 BW mag beperken. Terug naar het voorbeeld van de camera: heef de koper een
garante gekregen van 12 maanden en gaat de camera na 13 maanden kapot, dan heef de koper op
grond van art. 7:21 jo. 7:6 jo. 7:6a BW alsnog de mogelijkheid om de overeenkomst te ontbinden, omdat
van een camera van die prijs mag worden verwacht dat deze langer dan een jaar functoneert. De
garantebepaling in de overeenkomst is nietg op grond van art. 3:40 BW.

Wanneer de garante wordt afgegeven door de producent, zorgt dit voor een uitbreiding van de
mogelijkheden van de koper. Deze kan namelijk naast de verkoper (zie beperking art. 7:24 BW) ook de
producent aanspreken. Een afgegeven garante door de producent doet echter niets af aan de
aansprakelijkheid van de verkoper (art. 7:6a BW): ook al geef de producent een garante af, dan nog blijf
de verkoper (binnen de grenzen van art. 7:24 BW) aansprakelijk bij een non-conform product.

Art. 7:23 BW behelst de klachtplicht van de koper. Dit artkel strekt tot bescherming van de verkoper. Zo
dient de koper de verkoper binnen bekwame tjd nadat hij het gebrek heef ontdekt of had behoren te
ontdekken daarvan in kennis te stellen. Het artkel maakt onderscheid tussen verschillende ‘termijnen’:
- Bekwame tjd na afevering: wanneer de zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt.
- Bekwame tjd na ontdekking: wanneer een eigenschap ontbreekt die deze volgens de verkoper
bezat, of wanneer de afwijking betrekking heef op feiten die de verkoper kende of behoorde te
kennen doch niet heef meegedeeld.
- Binnen twee maanden na ontdekking: bekwame tjd bij een consumentenovereenkomst.
Deze termijnen hebben betrekking op de onderzoeksplicht die voortvloeit uit de zinsnede ‘nadat hij dit
(…) redelijkerwijs had behoren te ontdekken (art. 7:23 lid 1 BW). De onderzoeksplicht is dus het grootste
voor een koper (niet-consument) wanneer geen toezeggingen zijn gedaan door de verkoper of de
verkoper niet op de hoogte was/behoorde te zijn van het gebrek. In dat geval dient de koper het product
binnen bekwame tjd na afevering te controleren op eventuele non-conformiteit. Wat een bekwame tjd
is, hangt onder meer af van de volgende elementen:
- Is het gebrek eenvoudig te ontdekken?
- Blijkt het gebrek pas na gebruik van de zaak?
- Is de verkoper benadeeld door de lengte van de onderzoekstermijn?

Art. 7:23 BW is slechts een melding van non-conformiteit aan de verkoper. Wil de koper aanspraak maken
op een ontbindingsmogelijkheid en/of schadevergoeding, dan dienen de vereisten van verzuim (art. 6:81
e.v. BW) ook in acht genomen te worden. In dat geval kan de koper een ingebrekestelling, voorzien van
een mededeling ex art. 7:23 BW aan de verkoper sturen. Voor nakoming ex art. 7:21 BW is geen
ingebrekestelling vereist. Wel is een mededeling ex art. 7:23 BW vereist.

Art. 7:23 BW is een vervaltermijn. Dat betekent dat de koper die niet voldoet aan de klachtermijn al zijn
rechten verliest. Voldoe je wel aan de klachtermijn van art. 7:23 BW, dan geef art. 7:23 lid 3 BW een
verkorte verjaringstermijn van twee jaar.




10

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mam95. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$4.28  4x  sold
  • (0)
  Add to cart