Deze aantekeningen bevatten alle hoor- en webcolleges, oefenvragen en behandelde cases van het vak Recht voor de creatieve industrie. Deze aantekeningen zijn de rode draad van het tentamen. Dus alle belangrijke dingen staan in dit document! Succes met leren!
Recht voor de creatieve industrie Hoorcollege – Inleiding recht
Docent: Nusta Nina (jurist, docent Recht)
n.d.nina@hva.nl
Werkzaam op vrijdagen
Module: blended learning: hoorcolleges streams en webcolleges
Week 1 HC Inleiding recht
Week 2 geen HC Webcollege Intellectueel Eigendom
Week 3 HC IE in de praktijk Webcollege Beeldrecht
Week 4 geen HC Webcollege Reclamerecht
Week 5 HC Reclamerecht in de praktijk
Week 6 geen HC Webcollege Privacy
Week 7 HC Aansprakelijkheid
Week 8 Herfstvakantie
Week 9 Tentamen
➢ Webcolleges op de modulepagina bij links
➢ Lees de modulehandleiding
➢ Boek: Recht in de creatieve industrie
Toetsing
➢ 45 meerkeuzevragen
➢ Reader
➢ Hoorcolleges en webcolleges rode draad
➢ Maak goede aantekeningen en kom naar het hoorcollege
Lesdoelen
➢ Je kent de verschillende rechtsbronnen en rangorde
➢ Je kan de invloed van internationaal recht op nationaal recht uitleggen
➢ Je kent de volgorde van rechtsgang
➢ Je weet hoe jurisprudentie tot stand komt en hoe de rechter interpreteert
Het recht
➢ Het is iets dat wij onszelf als maatschappij hebben opgelegd waarvan wij vinden wat
wel of niet door de beugel kan.
➢ Regels die ervoor zorgen dat de samenleving in goede banen wordt geleid
➢ Als mensen met elkaar samenleven zijn er gewoon regels nodig, denk maar een je
projectgroep
➢ Recht komt tevoorschijn als je een conflict hebt
Rechtsbronnen
Recht kunnen we vinden in…
➢ De wet: codificatie van regels
o In de 19e eeuw besloten om de regels op te schrijven en vast te leggen
➢ Jurisprudentie: verzameling uitspraken rechter
, o De wet zijn de regels, maar als je het moet toepassen in de praktijk dan heb je
een rechter nodig. Hij is degene die weet hoe je bepaalde dingen moet
interpreteren.
➢ Gewoonterecht: niet gecodificeerd (niet opgeschreven), gedragslijn, rechtsplicht.
o Het zijn oude regels die gelden in specifieke branches
o Vee branche: koop wordt gesloten met een handdruk (dat is iets wat de
rechter accepteert)
Rechtsbronnen (waar kunnen we recht in vinden?)
1. De wet
2. Jurisprudentie
3. Gewoonterecht
Stelling: Europa heeft veel invloed in Nederland
Internationale wetgeving
➢ Ieder land heeft zijn eigen wetgeving. Wetgeving is gebonden aan het grondgebied
van een specifiek land → territorialiteit.
➢ Landen mogen regels maken voor hun eigen grondgebied, dat komt omdat ze
soeverein zijn. Nederland mag alleen regels maken voor Nederlanders en niet voor
Duitsers omdat ze echt de baas zijn van hun eigen grondgebied en niet van een ander
land.
➢ Hoe kun je internationaal samenwerken als ieder land zelf mag bepalen wat hij kan
doen? Dat doen we aan de hand van verdragen; het hoogste recht dat we hebben.
Verdragen
➢ Daarin spreken landen af dat ze samenwerken.
➢ Lastig om een verdrag te sluiten, omdat ieder land zijn eigen belangen heeft. Een
land geeft niet graag iets van zijn soevereiniteit weg.
➢ We werken wel samen als er belangrijke aspecten zijn, bijvoorbeeld het verdrag voor
de rechten van de mens. Dat is iets dat wereldwijd zou moeten gelden en wat elk
land belangrijk vindt.
➢ Bekend voorbeeld: vredesverdrag
o Waarin na de tweede wereldoorlog door de geallieerden werd besloten hoe
gaan we Duitsland precies onderverdelen?
o Je kunt een land verdelen met een vredesverdrag
Verklaringen
➢ In een verdrag kun je een verplichting opnemen voor landen, dat kan in een
verklaring niet
➢ Er zijn meer verklaringen, dan verdragen
➢ Voorbeeld verklaring: bepaalde CO2-uitstoot verminderen. Maar bij een verdrag is
het moeilijk om landen zover te krijgen om te tekenen.
Hoogste orgaan (instantie) in de internationale samenwerking is de Verenigde Naties
➢ Degene die als enige een krijgsmacht mogen sturen in internationale conflicten
, ➢ VN-veiligheidsraad ziet erop toe dat dat ook gebeurd, zij zijn de enige die gerechtigd
zijn om geweld te gebruiken in internationale conflicten
Europese Unie
➢ Samenwerken met de Europese lidstaten dat is op basis van een verdrag
➢ Primaire gemeenschapsrecht: Er zijn meerdere verdragen, dat is nodig geweest
omdat er behoorlijk wat van onze soevereiniteit is ingeleverd, we hebben geen eigen
munt meer want daarin werken we samen, we kunnen vrij reizen binnen de
Europese Unie daarin zie je dat de grenzen zijn weggegaan, vrij verkeer van
goederen, handel en personen. We kunnen in een willekeurig land studeren met een
beurs. Maar daarvoor lever je wel soevereiniteit in als land, want je kunt mensen niet
tegenhouden bij de grens want ze mogen vrij reizen met een paspoort.
➢ We hebben niet veel verdragen, want dat is lastig te bereiken
➢ Secundair gemeenschapsrecht: verordening, richtlijnen
➢ De verordeningen zijn dwingend in hun aard (hoger dan richtlijnen)
➢ Als de Europese Unie wetgeving wil toepassen op gelijke wijze binnen de hele
Europese Unie dan gebruiken ze een verordening. Bijvoorbeeld de privacywetgeving,
die was voorheen gebaseerd op een richtlijn.
➢ Een richtlijn is een indicatie. Je mag het toepassen maar je mag er ook eigen invulling
aan geven. Het geeft een minimum aan van eisen.
➢ In Nederland was er dus een minder strenge privacywetgeving dan in Duitsland.
Maar de verordening die vanaf 25 mei 2018 van kracht is, heeft ervoor gezorgd dat er
in de hele Europese Unie dezelfde regels gelden.
Nederlandse wetgeving
Nationaal recht
Publiekrecht Staat vs. Burger Privaatrecht Burgers
onderling
, Publiek recht
➢ Publiek recht: regelt de verhouding tussen de staat en de burger
➢ De staat, de overheid heeft een machtsmonopolie. Zij zijn degene die de regels
maken, uitvoeren en ook straffen. Daar moeten wij als burgers tegen beschermd
worden.
➢ Staatsrecht: geregeld hoe wij mogen stemmen. Dat is in een kieswet opgenomen. Wij
mogen kiezen wie er in de kamers komen. Grondwet valt ook onder het staatsrecht.
(Bijna niets mee te maken in het dagelijks leven)
➢ Bestuursrecht: we hebben de staat, provincie, gemeente en waterschap. Zij mogen
regels maken of vergunningen maken.
➢ Strafrecht: moord, doodslag maar ook het overtreden van een verkeersregel. Er is
een onderscheid in de zwaarte. Er zijn allerlei regels in het strafrecht bijvoorbeeld
over wanneer je iemand wel of niet mag vastzetten en wat de regels daar omtrent
zijn. Er is een wetboek van strafrecht daarin staan alle straffen voor verschillende
vergrijpen waarvan wij vinden dat ze niet kunnen in onze samenleving.
➢ Bij een rechtszaak staan slachtoffer en dader nooit bij elkaar in de rechtszaal. Maar
bij een zaak over intellectuele eigendommen weer wel.
Privaatrecht
➢ Privaatrecht: burgerlijk recht, civiel recht (frans voor burger), dat gaat over de
burgers onderling, civielens. Acht grote wetboeken waarin het intellectueel
eigendom naar voren komt en het vermogensrecht. Privaatrecht is het oudste recht
dat we hebben.
➢ Intellectueel Eigendom: het recht op alles wat jij creëert, op jouw creativiteit
➢ Vermogensrecht: dat gaat over alles wat geld opbrengt
Grondrechten
Klassieke grondrechten Sociale grondrechten (deze zijn nieuwer
dan de klassieke grondrechten)
Overheid houdt zich op afstand Overheid moet voorzieningen treffen
(overheid die voor ons zorgt)
Vrijheid van meningsuiting Recht op werk, wonen, onderwijs en
volksgezondheid
Verbod op discriminatie
Recht op privacy
Trias Politica: een theorie van de staatsinrichting waarin de staat opgedeeld is in drie
organen die elkaars functioneren bewaken (bedacht door Franse filosoof Montesquieu).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nkappe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.26. You're not tied to anything after your purchase.